woensdag 21 oktober 2015

84. Een privédruk uit China: F.C. Terborgh

Het staatsbezoek van de koning aan China begint officieel op zondag 25 oktober, maar de koninklijke familie heeft er een korte vakantie aan vast gekoppeld en dat leidt uiteraard tot controverses: moet die koppeling wel gemaakt worden, wat gaat de koning zeggen over de mensenrechten, etcetera.


Deel van het Chinese paspoort van R. Flaes
Het heeft er helemaal niets mee te maken, maar ik moest door dergelijke berichten denken aan de diplomaat Reijnier Flaes (1902-1981) die gedurende de Tweede Wereldoorlog in China was gestationeerd. Hij was na zijn rechtenstudie gezant geworden in Bern, Madrid en Lissabon en die laatste twee posten waren door de Spaanse burgeroorlog onrustige locaties. Hij werd overgeplaatst naar Peking, waar hij tussen 1938 en 1942 gezantschapsraad was. Vanwege de aanval op Pearl Harbor al evenmin een oase van rust. Na de Japanse inval van China ervaarde hij zijn verdere tijd daar als in een 'mak concentratiekamp', zoals hij zelf zei. Hij deed er ook dienst als burgemeester van de ommuurde diplomatieke wijk. Vervolgens werd hij beroepen in Londen en (opnieuw) Lissabon.


Petrus Van Assche, 'De Condottiere' 
Flaes werkte niet alleen als diplomaat in China. Hij schreef verhalen en korte romans onder het pseudoniem F.C. Terborgh. Als schrijver had hij drie 'bondgenoten': het licht, de muziek en het ongerepte landschap.

In zijn reiskoffer voor China bevond zich een in Spanje geschreven verhaal, 'De Condottiere'. Hij had het 'in een namiddag zonder enige moeite' geschreven, zou hij later beweren, maar het was nog niet gepubliceerd. Dat gebeurde in China. Het verhaal was gebaseerd op een gouache waarvan Flaes een afbeelding in een krant had gezien. Hij kocht de schildering van de kunstenaar Petrus Van Assche (1897-1974). Het schilderij bevindt zich nu in een particuliere collectie (zie de blog van Jan Doets). 

In Peking ging Flaes op bezoek bij de drukkerij van de Paters Lazaristen, een congregatie die sinds 1699 in Peking zending bedreef. In 1940 werd er voor hem het verhaal Le petit chateau gedrukt; het werd in maart afgeleverd en in november gevolgd door de uitgave van De Condottiere. Beide boeken zijn eenvoudig vormgegeven, de eerste zonder een echte titelpagina. Beide edities verschenen in een oplage van 100 genummerde exemplaren en werden gedrukt op 'stroogeel' Hammermill Ledger papier, een papier dat door de Amerikaanse fabrikant werd aangeprezen als 'sterk, duurzaam, gemakkelijk te "ontvlekken" met gummi of radeerwater' (zie Proost Prikkels, no. 58, 1939). Het was een papier dat eigenlijk niet voor boeken was bedoeld maar voor brochures, boekhouding, kaartsystemen en losbladige publicaties.

Voor het drukken van Le petit chateau betaalde Flaes $ 49,-.

F.C. Terborgh, Le petit chateau (1940) (omslag) 
F.C. Terborgh, De Condottiere (1940) (omslag) 
F.C. Terborgh, De Condottiere (1940) (titelpagina) 
Over welke lettertypen de Paters Lazaristen in Peking konden beschikken weten we niet. Die drukkerij was in bedrijf vanaf het einde van de negentiende eeuw (en misschien wel eerder). De lettertypen zijn lastig thuis te brengen. De letter, met zijn karakteristieke R, heeft iets weg van de Romaansch (zoals verkrijgbaar bij Lettergieterij Amsterdam voorheen Tetterode).


F.C. Terborgh, De Condottiere (1940) (omslag, detail) 
Maar voor de plaatsnaam en het jaartal op het omslag van De Condottiere werd een ander lettertype gebruikt dat een beetje Chinees aandoet.


F.C. Terborgh, De Condottiere (1940) (omslag, detail) 
Ook de ornamenten op het omslag heb ik nog niet kunnen traceren. De dagboeken van Flaes noch de afrekening van de drukker vermelden daar iets over. Een inventaris van de drukkerij bevindt zich in het archief van het Centre des Archives Diplomatiques de Nantes

De KB bezit van De Condottiere twee exemplaren: een is er herbonden, één is er in smetteloze orginele staat. Van Le petit chateau zijn drie exemplaren present, waarvan ook één in nieuwstaat en één gesigneerd.


Rekening van de Imprimerie des Lazaristes aan R. Flaes, 5 maart 1940
[Met dank aan Jan Doets voor de scan van het schilderij en de rekening van de drukkerij.]

zondag 4 oktober 2015

83. Nieuwe publicatie: Arts et métiers graphiques

Onder redactie van Kristof Van Gansen is bij Peeters in Leuven een bundel opstellen over het tijdschrift Arts et métiers graphiques verschenen. 

Voorzijde omslag Arts et métiers graphiques (2015)
Het in Parijs door Charles Peignot opgericht tijdschrift verscheen tussen 1927 en 1939. De KB heeft een complete set van het tijdschrift, als losse nummers, dus niet herbonden, of van zijn advertenties ontdaan. Het is een rij van bijna een meter lang en de afleveringen hebben een fors formaat. 

Het tijdschrift fungeerde als informatiebron over modern drukwerk, maar ook over de geschiedenis van de drukkunst. Het was bovendien een reclameblad voor de nieuwe lettertypen van de firma  Deberny & Peignot, zoals de Bifur en de Peignot. Beide letters zijn getekend door kunstenaar Cassandre, die vermaard werd om zijn imposante poster-ontwerpen.

Verschillende auteurs hebben een bijdrage voor dit boek geschreven. Wibo Bakker schrijft over de letter Bifur, Anne Reverseau en Mieke Bleyen over fotografie, Katrien van Haute over het Belgische grafisch ontwerp, Adriaan Gonnissen over Masereel, Marjan Sterckx over Yvonne Serruys en Geoffrey Brusatto en Tom Lambeens schreven over het grafisch ontwerp van Arts et métiers graphiques.

Paul Valéry, Existence du symbolisme (1939)
Zelf schreef ik over A.A.M. Stols en Charles Nypels, over de pogingen van deze uitgevers om boeken voor de Franse markt te maken en te verkopen. Over hun werk werd af en toe in Arts et métiers graphiques geschreven, in een kritische rubriek over nieuwe boeken. Stols was ervan overtuigd dat zijn boeken in Frankrijk in het bijzonder werden gewaardeerd om hun pure typografie, maar uit de reacties in het tijdschrift blijkt dat men hem juist zag als een representant van het luxe geïllustreerde boek en dat Stols gezien werd als iemand die de 'formule français' navolgde.

Paul Valéry, Existence du symbolisme (1939)
De publicatie verschijnt bij een tentoonstelling in die vanaf 21 oktober van dit jaar tot en met 31 januari 2016 te zien zal zijn in de Leuvense Universiteitsbibliotheek.