donderdag 22 december 2016

122. Het handschrift van Picasso

In 2011 werd de KB-website uitgebreid met een artikel door auteur en onderzoeker Bregje Hofstede over een boek van de schilder Pablo Picasso en de dichter Pierre Reverdy. Ze schreef het tijdens een tutorial over kunstenaarsboeken. Hofstede merkte onder andere op:

'zowel het handschrift als de verfstreken vertonen enkele opzettelijke onregelmatigheden. Het schrift bevat correcties en overschrijvingen. Ook zijn er schuin aflopende of afgebroken regels, er zijn inktvlekken waar Reverdy's pen ongelijkmatig bewoog en door het opraken van de inkt is de kleurintensiteit niet constant.' Dat is bijvoorbeeld te zien op pagina 32 van het boek.


Le chant des morts (1948), p. 32
Dit artikel, 'Het handschrift in Le chant des morts', konden we ook in een Engelse versie publiceren op de meertalige website over de Collectie Koopman. Regelmatig merken we dat de teksten over de boeken uit deze collectie door een internationaal publiek worden opgepikt. Ook het aantal bruiklenen uit de collectie, voor tentoonstellingen, is door de beschikbaarheid van de website toegenomen. 

Onlangs zag ik dat Bregje Hofstedes artikel wordt geciteerd in een artikel over Le chant des morts en daarin worden haar bevindingen ingepast in die van anderen, als in een discussie waarin verschillende kanten van de zaak worden belicht.

Dat artikel is geschreven door Rodney Swan. Het heet 'Turning point. The aesthetic genealogy of Picasso’s illustrations for Reverdy’s Le Chant des Morts’ en verscheen in de bundel Art and book. Illustration and innovation (Cambridge Scholars Press, 2016, p. 85-104). Het is goed te zien dat de pagina's van de website een rol zijn gaan spelen in het wetenschappelijke debat over kunstenaarsboeken.

Zie ook: Le chant des morts




dinsdag 13 december 2016

121. De complete verzameling

Afgelopen zaterdag werd in Haarlem De complete verzameling. Notities over het einde van boekencollecties gepubliceerd. 




Voor een verslag, zie de blog van Perkamentus.

Te bestellen bij Uitgeverij De Buitenkant in Amsterdam, zie: De complete verzameling.

woensdag 30 november 2016

120. Een huwelijksgedicht uit 1820

Maandagmiddag reisde ik voor de KB naar Badhoevedorp om bij een briefschrijver van 85+, zoals hij het zelf omschreef, een bijzonder gedrukt gedicht op te halen. In het huis van de verzamelaar van kranten, documenten en archivalia bleek zijn eet- en werktafel bedolven onder allerlei documenten waarvan hij de historische sporen aan het onderzoeken was. Nu zijn leeftijd vorderde en zijn vrouw was overleden, vond hij het tijd afstand te doen van veel van die zaken. De kranten die hij aanbood, waren al in de collectie van de KB, maar een bruiloftsgedicht uit 1820 niet. Het lijkt evenmin in andere collecties aanwezig te zijn.

Het gaat om een huwelijk dat overigens ook in de krant werd gepubliceerd en wel in de Opregte Haarlemsche Courant van 19 februari 1820: Everhardus Johannes van Eeden en Johanna Jacomina Muntendam. Maar dat bleef bij een mededeling, zonder gedicht.


Opregte Haarlemsche Courant, 19 februari 1820
Het gelegenheidsgedicht spelt de naam van de bruidegom anders: Everardus. 

Ter bruilofte van den heer Everardus Johannes van Eeden, en mejufvrouw Johanna Jacomina Muntendam, gevierd op den 24ste verjaardag van den heer bruidegom, binnen Utrecht, den 17 februarij 1820
Het is een gelegenheidsuitgave zoals die vanaf de zeventiende eeuw veelvuldig werd gedrukt, meestal in een kleine oplage, voor de gasten van een huwelijksfeest bijvoorbeeld. Maar zulke gedichten verschenen ook nadat iemand was overleden, of bij benoemingen en jubilea. Deze gelegenheidsgedichten (de KB heeft daar een uitgebreide verzameling van) zijn vaak maar in één exemplaar bewaard gebleven. Ook in de negentiende eeuw komen ze nog voor, maar hun aantal is dan aanzienlijk kleiner. 

Het gedicht is gedrukt in zwart en rood aan één zijde van een vel Van Gelder-papier, 45 x 36,5 cm. De titel luidt:

Ter bruilofte van den heer Everardus Johannes van Eeden, en mejufvrouw Johanna Jacomina Muntendam, gevierd op den 24ste verjaardag van den heer bruidegom, binnen Utrecht, den 17 februarij 1820.

Uitgever en drukker zijn niet vermeld, maar er is wel een onderschrift dat verwijst naar een drukkerij. Het gedicht is ondertekend:

Uit oprechte hoogachting, de knechts der drukkerij.

De naam van de bruid - Muntendam - en de plaats van de huwelijksvoltrekking - Utrecht - kunnen wel een indicatie zijn. Drukkerij Muntendam in Utrecht was een begrip sinds de zeventiende eeuw. Vanaf de achttiende eeuw was Pieter (II) Muntendam de stadsdrukker. Talloze plakkaten en publicaties van de gemeente werden gedrukt bij Muntendam, maar ook persoonlijke gelegenheidsgedichten. In 1816 - de drukkerij van de Wed. P. Muntendam was toen gevestigd in de Romerburger-Straat - verscheen er bijvoorbeeld Feestzang, ter gelegenheid van de 25e verjaring der echtverbindtenis van den heere Bastiaan Batenburg, instituteur te Utrecht; met mejuffrouw Hendrika van Iterson en op de titelpagina zien we dezelfde tuinvaas-achtige decoratie als in het gedicht uit 1820. (Op de afbeeldingen hieronder lijken de decoraties niet even groot, maar dat zijn ze wel.)




Decoratie in twee gedrukte werken van drukkerij Muntendam:
1816 (boven) en 1820 (onder)
Maar er is geen directe familierelatie te vinden tussen de drukkers en de bruid. Zij werd geboren in Utrecht in 1795 en was 25 toen zij huwde. Ze stierf op 13 februari 1879. Haar echtgenoot, Everrardus (met dubbel 'r', zoals in officiële documenten staat) werd geboren in 1796 - dankzij dit gelegenheidsgedicht weten we nu dat hij werd geboren op 17 februari 1796: de trouwdag was tevens zijn verjaardag. Hij stierf op 2 februari 1889 in Utrecht.

Johanna Jacobina Muntendam had import-ouders: haar vader Pieter Muntendam werd geboren in Schalkwijk, haar moeder kwam uit Amersfoort. Beide ouders zouden wel in Utrecht hun laatste adem uitblazen. Haar moeder, Anthonia Vroom, leefde van 1756 tot 1830. Haar vader werd minder oud, hij leefde van 1760 tot 1815 en was dus bij haar trouwen al overleden.

Enkele details vinden we terug in het huwelijksgedicht. Na vele plichtmatige regels lezen we bijvoorbeeld:

Heer bruidegom! deez' dag is dubbel ten gedenken,
Verjaardag en gehuwd! - Triumf welk een geluk! -

En over de bruid lezen we de gewoonlijke wens voor een snel moederschap:

Wat blijdschap zou dit zijn voor uw geliefde moeder,
wanneer gij bij haar kwam met een' klein' lieveling? -
God schenkt haar dit, die, als een' wijze hoeder,
haar heeft bewaard tot dit uw echtvereeniging

Dat de vader niet 'bewaard' is, blijft kies buiten beeld. Die vader kwam overigens uit een geslacht van dominees, niet van drukkers. 

De ouders van de bruidegom worden evenmin genoemd, misschien wisten de knechten van de drukkerij van die familie gewoon minder af. Feit is dat beiden nog leefden: Dirk van Eeden en Johanna van der Heij. De ouders beleefden een huwelijk van 47 jaren, zoals bij de dood van moeder Van Eeden werd geschreven: zij stierf op 13 september 1841 op 78-jarige leeftijd. Zij was ongeveer zeven jaar ouder dan haar echtgenoot die op 4 februari 1846 op 76-jarige leeftijd zou sterven.

Hun zoon, Everrardus, werkte als griffier bij de rechtbank voor enkele politie - dat blijkt onder andere uit de annonce na zijn overlijden, maar ook uit allerlei toespelingen die in het gedicht werden gemaakt op zijn beroep: 'geregtigheid', 'vrêe' (vrederechter), 'proces-verbaal', 'vonnissen', 'boeten' en 'rechterlijke wetten'.

De drukkerij stond in de Romerburgerstraat en dat werd later de Hamburgerstraat. Dat was - zo vertelt het naslagwerk van A.M. Ledeboer (Alfabetische lijst der boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Noord-Nederland, 1876) - 'over het Geregtshof'. Tegenover de rechtbank dus. 

Zou het zo zijn, dat griffier Van Eeden af en toe naar de drukkerij aan de overkant liep en daar een keer 'mejufvrouw Muntendam' ontmoette?

vrijdag 18 november 2016

119. Opening Dag voor de Boekkunst

'Nieuwe Binding' is de titel van een tentoonstelling van moderne noordnederlandse boekkunst die zondag aanstaande - 20 november - om elf uur in de ochtend geopend wordt in het GRID, Grafisch Museum Groningen. Anneke de Vries (margedrukker, kunsthistorica) en ik openen die tentoonstelling met twee korte inleidingen. De tentoonstelling is vervolgens te zien tot 15 januari.

'Memento' door Pien Rotterdam
De tentoonstelling is een eerste manifestatie van een groep kunstenaars, drukkers en boekbinders die zich verenigen in een netwerk om elkaar met raad en daad terzijde te staan. Dit - in eerste instantie digitale - BoekKunstNetwerk Noord-Nederland is een initiatief van Wim Gremmen, Susanna Lemstra en Pien Rotterdam. Er zijn ingenieuze boekbanden te zien, kunstenaarsboeken, private press-uitgaven en kunstobjecten die gerelateerd zijn aan het boek.

De officiële opening is dus om 11 uur. Mijn praatje zal heel in het algemeen ingaan op de huidige positie van de boekkunst in een door sterke polarisatie gekenmerkte boekenwereld. Anneke de Vries zal iets zeggen over het karakter van de geëxposeerde werken. 

vrijdag 11 november 2016

118. Een voorwaardelijke datering

Mijn collega's komen bij een controle van beschrijvingen soms onoplosbare en gelukkig ook oplosbare problemen tegen. Veel beschrijvingen van boeken in de catalogus zijn gebaseerd op oudere kaartcatalogi en daardoor ontbreken er vaak gegevens over bijzonderheden. 

Een van de boekjes die ze tegenkwamen is een klein bundeltje met gedichten van H.P. van den Aardweg, Voorwaardelijk afscheid. Het is verschenen bij uitgeversmaatschappij West-Friesland in Hoorn, maar wanneer?





H.P. van den Aardweg, Voorwaardelijk afscheid
Van de journalist, dichter en schrijver van proza Van den Aardweg (1899-1971) zijn veel titels te vinden in de catalogus. Hij schreef voor verschillende kranten en publiceerde romans over historische gebeurtenissen en over zijn tijd in Parijs. Maar dit bundeltje komt niet in de catalogi of bibliografieën voor, althans niet met een datum. Op boekwinkeltjes.nl heeft een handelaar een exemplaar gedateerd op circa 1930.

Dat is echter niet waarschijnlijk. Het KB-exemplaar heeft een opdracht in handschrift van de auteur aan de dichter Adriaan Roland Holst: 'In vereering voor de dichter A. Roland Holst' staat er, met daarbij een datering: 'Jan'44'. Januari 1944 dus. Maar is 1944 het jaar van uitgave?



H.P. van den Aardweg, Voorwaardelijk afscheid
De opdracht aan Roland Holst staat onder het 'Colophoon', dat voorin het boekje is afgedrukt. Daarin staat dat er vijftig gesigneerde exemplaren zijn gedrukt, gebonden door 'den Alkmaarschen binder Joh. Veeninga'. Maar voor de datering van de bundel is belangrijker dat er ook iets wordt gezegd over voorpublicaties van enkele gedichten: 'enkele verzen' waren namelijk 'reeds eerder in "De Gids" en in "De Nieuwe Gids" gepubliceerd'.

Dat blijkt te gaan om slechts twee van de vijftien gedichten. 'Stil nam de dood bezit' stond in het derde kwartaal-deel van De Gids in 1943 en het lange openingsgedicht 'De dienende' was in 1943 verschenen in De Nieuwe Gids, een tijdschrift dat al voor de oorlog een antisemitische en nationaalsocialistische signatuur had gekregen: Van den Aardwegs bijdrage was dus bepaald niet onbesmet. Als journalist speelde hij dubbelspel en na de oorlog mocht hij enkele jaren niet als journalist werken, al zou hij hebben voorkomen dat sommige collega's (zoals dichter/journalist Jan G. Hoekstra) in Duitse handen vielen (zie hierover bijvoorbeeld Nieuw Noordhollandsch Dagblad, 7 augustus 1946).

De Gids (1943)
Intussen kunnen we dankzij beide tijdschriftpublicaties het bundeltje gedichten dateren op winter 1943/1944, dus laat in 1943 of vroeg in 1944.

[Met dank aan mijn collega Angélique de Meijer]

maandag 24 oktober 2016

117. Nobelprijs voor Literatuur en het lied

De Nobelprijs voor Literatuur is op 12 oktober toegekend aan Bob Dylan voor zijn liedteksten. Sommige commentatoren vonden dat de liederen van Dylan niet tot de literatuur horen. De discussie over wat relevante literatuur is, werd weer eens gevoed.

Het boek dat ik aan het lezen was - op 12 oktober zat ik een groot deel van de middag in de trein naar Groningen en kon ik verschillende hoofdstukken uitlezen - ging over het modernisme: Modernism's Print Cultures van Faye Hammill en Mark Hussey, eerder dit jaar verschenen bij Bloomsbury in London.

Modernism's Print Cultures (2016)
Vanavond las ik het boek uit en ik kwam tegen het einde een passage tegen waardoor ik opeens weer aan de Nobelprijs voor Dylan moest denken:

English professors should be pressed to explain why, for example, the poetry sung by striking coal miners in the 1920s is so much less important than the appearance of The Waste Land in The Dial in 1922

daarmee uiteraard betogend dat de poëzie van Nobelprijswinnaar T.S. Eliot misschien als modernistische poëzie van uitermate groot belang is geweest, maar dat de liedjes voor de mijnwerkers een ander, soms levensreddend belang hadden dat niet uit het oog verloren moet worden:

the effective suppression of popular art - in our case, jazz, the political poetry of mass social movements, and song - and the rejection of the uses to which nonacademic audiences put literary texts are explicit expressions of class relations.

Hoe dat ook zij, de moderne literatuur is ongetwijfeld diep beïnvloed door de songteksten van Bob Dylan, die behalve om hun poëtische, politieke en muzikale merites dus ook nog eens kunnen worden gewaardeerd om de wijde weerklank die ze kregen in het werk van anderen. Of Dylan de prijs nu aanvaard of niet.

Vertalers Bindervoet en Henkes schreven: 'Dylan de Nobelprijs niet waardig? Hij had er twee moeten krijgen!'

Zie een interview met vertaler Robbert-Jan Henkes over Bob Dylan in Trouw en Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes over de teksten van Dylan in NRC Handelsblad.



woensdag 5 oktober 2016

116. Emigrantenliteratuur in Nederland

Met de vluchtelingenstromen vanuit Syrië naar Europa komen vast ook getalenteerde schrijvers naar Nederland, of gefrustreerde wetenschappers. Slagen zij erin om hun eigen werk in hun eigen taal in Nederland uit te geven?

Het is niet zo vreemd om te denken dat zulke emigrantenliteratuur zal opbloeien in de diaspora.  

Dat gebeurde eerder. Russische intellectuelen ontvluchtten Rusland na de Revolutie en kunstenaarskolonies ontstonden in Berlijn en Parijs, maar ook elders in Europa waar uitgeverijen en tijdschriften werden opgericht. Nog geen twintig jaar later vertrokken schrijvers en onderzoekers uit Duitsland in allerlei richtingen, tot in Amerika aan toe, om te ontkomen aan de klauwen van het Hitler-regime en in vrijheid te kunnen publiceren. 

Deze Exil-literatuur wordt nog steeds verzameld door de KB, tenminste als de uitgevers ervan in Nederland waren gevestigd. Sommige uitgaven verschenen tot ver na de Tweede Wereldoorlog in het Duits, zoals Leviathan van Joseph Roth.

Joseph Roth, Der Leviathan (1947)
In 1933 richtte de Amsterdamse uitgever Emanuel Querido naast zijn Nederlandse uitgeverij een tweede, Duitstalige uitgeverij op: Querido Verlag. Querido wilde de auteurs niet meer konden publiceren een nieuw huis bieden. Hij trok Fritz Landshoff als directeur aan en die contracteerde datzelfde jaar al een aantal schrijvers, zoals Klaus Mann. Van Joseph Roth verscheen in 1940 Der Leviathan bij Querido, na de oorlog herdrukte deze uitgever het werk nogmaals, ook in het Duits.

Frateco, Der Don Quijote von München (1934)
Roth gaf uit boeken uit bij een andere ‘Exil’-uitgever: Allert de Lange. Die had vanaf 1933 ook een Duitse afdeling en publiceerde bijvoorbeeld in 1938 de roman Jugend ohne Gott van Ödön von Horváth (1901-1938), een antifascistische schrijver, die in 1936 officieel uit Duitsland werd uitgewezen. Via Oostenrijk belandde hij in Amsterdam en op weg naar Amerika (hij had al een visum) stierf hij een vreemde dood in Parijs: op de Champs Elysées viel een boom op zijn hoofd.

Kreszentia Mühsam, De lijdensweg van Erich Mühsam (1935)
Hoewel deze twee uitgeverijen het merendeel van de emigranten-uitgaven in Nederland voor hun rekening namen en op die manier schrijvers en geleerden financieel ondersteunden, waren er vele andere actief op dit gebied. Een daarvan was de Haagse uitgeverij Tiraha van de uit Oostenrijk gevluchte satirische tekenaar Menachem Birnbaum. De naam Tiraha is gebaseerd op de namen van zijn vrouw en kinderen (Tina, Rafael, Hannah). Ze woonden destijds in Scheveningen. Het boekje Menachem Birnbaum zeigt Karikaturen verscheen in augustus 1937.


 
Menachem Birnbaum zeigt Karikaturen (1937)

Emigranten-uitgeverijen ontstonden in alle landen rond Duitsland: Oostenrijk, Zwitserland, Noorwegen, Denemarken, Zweden, Frankrijk. In 1938 werden zo al meer dan 1100 boeken genoteerd, waarvan ongeveer 14% in Nederland verscheen. De KB verzamelt die uitgaven sinds in 1995 een particuliere collectie ervan werd aangekocht. Zie de collectiebeschrijving op de website van de Koninklijke Bibliotheek.

Onlangs konden op een Duitse veiling weer enkele aanvullingen worden aangeschaft (zie ook de afbeeldingen).

zaterdag 24 september 2016

115. Boekpresentatie Harry van Kuyk (4)

De grote  zware vormen die de boekuitgaven van Harry van Kuyk soms aannamen, waren deels het gevolg van het formaat van de reliëfprenten. Het was natuurlijk de sport een zo groot mogelijk drukvlak te maken. Daarvoor bedacht Van Kuyk dan wel zware constructies met linnen dozen en houten opbergcassettes. Uiteindelijk waren daar zelfs een meubelmaker en een steenhouwer voor nodig. 

Harry van Kuyk, Bodoni initiales (1993)
De kist voor Bodoni initiales uit 1993 werd gemaakt bij Groenhart Meubelmakers in Beek (Gemeente Ubbergen), ook in de buurt, net als de steenhouwer die de sokkel voor de cassette leverde: Leeuwe in Nijmegen.

Sommige boeken werden meubelstukken.

Als je die aankocht, kon je maar beter bedenken dat je de komende veertig jaar de vloerbedekking niet meer kon veranderen; ze waren zo zwaar dat verplaatsing bijna onmogelijk is. De KB heeft een van de acht exemplaren en toen laatst het magazijn Bijzondere Collecties opnieuw werd ingericht, moest het 'ding' verplaatst worden. Dat had flink wat voeten in de aarde. Het is een topzwaar geheel en afbreken van de voet of de bovenzijde is niet ondenkbaar. 

Van Kuyk streefde soms met opzet naar imposante uitgaven. Het blijkt uit de interviews, waarin hij zijn werk zelf 'monumentaal' noemt. Elke interviewer kreeg bij Bodoni initiales te horen hoeveel de hardstenen sokkel woog. U mag raden.

Harry van Kuyk, prent 'K' in Bodoni initiales (1993)
Dit had natuurlijk ook te maken met de reclame voor de boeken. Van Kuyk was een goede verkoper.

Van Kuyks boeken liggen buiten de orde van het private press-boek, het kunstenaarsboek en grafiekmappen, hij volgde als drukker en kunstenaar met zijn reliëfprenten in boekvorm een hoogst individuele, niet reguliere route. Daarbij zien we aan de ene kant die passie en kunde, verwant aan de Nulkunst, en een precisie waarmee de prenten worden uitgevoerd, en aan de andere kant die extravagantie in de vormgeving van het boek.

Het is een oeuvre dat het waard is om in een boek te worden vastgelegd.

Harry van Kuyk (1929-2008). Wit op zwart. En zwart. Reliëfdrukken en kunstenaarsboeken is verkrijgbaar via Van Kuyk Uitgevers.

donderdag 22 september 2016

114. Boekpresentatie Harry van Kuyk (3)

Harry van Kuyk maakte verschillend samengestelde boeken:
  • boeken met alleen reliëfprenten,
  • boeken met reliëfprenten in combinatie met zeefdrukken.
De thema's hiervan zijn abstracties, letters, cijfers, landschapen en naakten. Vervolgens publiceerde hij in eigen beheer ook:
  • boeken met alleen zeefdrukken en
  • boeken met in offset, zeefdruk of litho gereproduceerd werk.

De thema's van die laatste twee groepen waren alleen het landschap en het vrouwelijk naakt.

Harry van Kuyk, prent uit Landschap (1980)

Hij hield angstvallig de controle over de meeste aspecten van het boek. Niemand mocht zijn reliëfpers bedienen, behalve hijzelf. Hij ontwierp het boek, inclusief de boekband zelf. De financiën waren zijn eigen zorg; hij gaf zich voor de boeken steeds minder over aan galeries. Later schreef hij kennelijk ook de teksten liever zelf.


Hoorde hij niet tot de traditie van typografische hoogstandjes en kunstenaarsboeken, hij sloot zich evenmin aan bij de (Duitse) traditie van de grafiekmappen (Mappenwerke), met losse prenten in een omslag. Hij maakte namelijk niet het type eenvoudig map dat zulke uitgaven omsloot. Al ging het net als bij Mappenwerke wel in de eerste plaats om de kunst.

Harry van Kuyk aan de reliëfpers
We zien dat ook aan de colofons. Daarin staat aanvankelijk niet welke papiersoorten er zijn gebruikt voor de tekstboekjes. Maar wel worden steeds - tamelijk precies - de papiersoorten genoemd waarop de prenten zijn gedrukt, en zelfs waarvan de passe-partouts zijn gemaakt. Dat was typerend voor het product dat hem voor ogen stond: niet een boek, maar kunst, een cassette met losse prenten.

Voor de banden en het samenhouden van de prenten verzond Van Kuyk vaak irreguliere en soms wat amateuristisch aandoende constructies.

Ook hier koos hij voor boekbinders in de directe omgeving: Firma Snel - de naam zegt het al - in Bemmel, Boekbinderij Van der Heijde in Hapert, Internationale Kartonnage J. Kilsdonk in Nijmegen en Multicopy in Nijmegen. Dit waren boekbinders die waren ingericht op standaardwerk, niet op dit type exclusieve uitgaven. De enige uitzondering in het rijtje was Stokkink's Boekbinderij in Amsterdam.

Kijken we naar de tekstboekjes. Wel, daar werd geen bijzondere boekbindkunst of een enorm budget aan gespendeerd. Ze zijn losbladig, eenvoudig geniet of in een ringbandje gestoken.

Van Kuyk koos voor eigenzinnige oplossingen, die niet altijd even logisch of fraai zijn, maar wel vaak tot zware, grote werken leiden.

Persoonlijk heb ik Van Kuyk nooit gekend, maar als je dit overziet denk je al gauw: dat moet een ongelooflijk eigenwijze vent zijn geweest.

Van Kuyk zocht eigenlijk niet naar de expertise van een ander, maar wilde een alleskunner zijn.

woensdag 21 september 2016

113. Boekpresentatie Harry van Kuyk (2)

Hoe zat het nu met Van Kuyk als drukker van zijn eigen boeken? Het curieuze voor een man die zelf als letterzetter en drukker aan de grafische school is opgeleid, is dat zijn eerste boeken in het colofon de lettertypen in het geheel niet noemen. Die colofons vermelden alleen dat het boek is gedrukt op de speciale reliëfdrukpers. Maar daarop zijn alleen de prenten gedrukt.

Uitnodiging voor de tentoonstelling en presentatie van
Harry van Kuyk, Variaties op de sectio aureo (1972)
Voordat hij zijn grote zware reliëfpers bezat, maakte hij kleinere drukken op een persje dat sterk lijkt op een boekbinderspers. Hij beschikte ook over een boekdrukpers, een Diamant degelpers, maar die heeft hij nooit voor zijn boeken gebruikt. Het lijkt ook dat hij helemaal geen lettermateriaal in zijn atelier had opgeslagen. 

Toch bevatten de boeken teksten. Was er in het eerste boek uit 1971 maar een korte tekst, titel en colofon ineen, later kwamen er op verzoek geschreven inleidingen van bijvoorbeeld Lambert Tegenbosch, Wim Wennekes en G.W. Ovink. Nog later gebruikte hij wel eens gedichten (van Hans Bouma) en steeds meer gebruikte hij zijn eigen teksten.

Die teksten heeft hij nooit in eigen atelier geproduceerd. Ze werden ook meestal als een los, apart boekje gedrukt, zoals de bijlage bij de Variaties op de sectio aureo (1972).

Hij koos daarvoor bedrijven uit zijn directe omgeving, de streek rond Nijmegen: Huissen, Doortwerth, Beek-Ubbergen en Wijchen.

Kenmerkend voor Van Kuyk was bovendien dat hij een zetterij én een drukkerij betrok bij een boek. Vaak kon een bedrijf beide dingen doen, maar hij koos er stelselmatig voor bij een het zetwerk en bij de ander het drukwerk onder te brengen. Dat wijst er op dat hij een zekere kwaliteit nastreefde, maar ook dat hij een gunstige prijs voor het werk buiten de deur nastreefde.

En alles was op fietsafstand.

maandag 19 september 2016

112. Boekpresentatie Harry van Kuyk (1)

Vorige week zondag én afgelopen vrijdag werd een monografie over Harry van Kuyk gepresenteerd, eerst in Museum Het Valkhof in Nijmegen en later in het Haagse Museum Meermanno. 

Het boek Harry van Kuyk (1929-2008). Wit op zwart. En zwart. Reliëfdrukken en kunstenaarsboeken, onder redactie van Joost de Wal, is verkrijgbaar via Van Kuyk Uitgevers.

Wat volgt (ook in de volgende afleveringen) zijn de aantekeningen die ik gebruikte voor mijn praatje bij beide presentaties.


Harry van Kuyk, reliëfdruk uit Landschap (1980)

Naast tientallen losse prenten in reliëfdruk of zeefdruk, die Van Kuyk vaak in series produceerde, verzamelde hij ze ook thematisch in enkele boekuitgaven. Er werden veertien van die boeken gemaakt tussen 1971 en 2006. 

Boeken? Tja, hoe zullen we deze kunstuitgaven noemen? Wie het eerste boek uit 1971  bekijkt ziet eigenlijk geen boek, althans niet het soort boek dat we in elke boekhandel kunnen tegenkomen.


Harry van Kuyk, Aldus Manutius (1971)

Het lijkt meer op een lijst met een prent bedoeld om aan de muur te hangen. Om het boek te openen, moet je de houten rand aan de bovenzijde open wrikken, daarna het geheel voorzichtig neerleggen om de glazen plaat boven de witte bladen weg te schuiven en dan bereik je pagina 1. Pagina 1 is zowel de titelpagina als het colofon, zowel de eerste als de laatste bedrukte pagina in dit boek. Verder bevat het boek alleen zeven bladen met witte reliëfdrukken. Het boek is genoemd naar de Venetiaanse drukker Aldus Manutius (1449-1515). De speciale reliëfpers die Van Kuyk liet bouwen is ook naar deze drukker genoemd.


Aldus Manutius (1449-1515)
Zijn eerste boek heeft dus een ongebruikelijke boekvorm. Van Kuyk maakte uitzonderlijke werken. De uitgaven zijn geen geen private press-edities, geen bibliofiele uitgaven zoals we ze van veel amateurdrukkers kennen. Hij gebruikte er termen voor als 'gedrukt in eigen atelier', 'eigen uitgave', 'privé-uitgave', 'bibliofiele privéuitgave' en zelfs 'éénmalige bibliofiele uitgave'.

In het boek schreef ik een stuk over de wijze waarop we deze uitgaven kunnen karakteriseren en in welke verhouding zijn uitgaven staan tot bibliofiele drukken en kunstenaarsboeken. Hier alleen wat losse opmerkingen.

In de jaren dat Van Kuyk werkte aan zijn boekuitgaven ontstond een vereniging van amateurdrukkers die de Nederlandse traditie van de private press-beweging voortzetten. Drukwerk in de Marge werd in 1975 opgericht. Liefhebbers kochten overbodig geworden drukpersen op en losse loden letters in letterkasten om thuis zelf kleine leuke boekjes te drukken. 

Van Kuyk begaf zich niet in dit circuit, al was hij zich van die private press-traditie wel bewust. Hij had jaren gewerkt als zetter en drukker, en was later enige tijd layoutman bij een krant. Ook kende hij de traditie van het Franse kunstenaarsboek - met de litho-uitgaven van bijvoorbeeld Matisse en Picasso - en de Amerikaanse traditie van het artist's book, met conceptuele boeken of fotoboeken. Maar Van Kuyk nam die niet tot voorbeeld. Het ging hem nooit om een intensieve samenwerking tussen auteur en kunstenaar. Hij ging steeds op de solotoer.

donderdag 4 augustus 2016

111. Einde tentoonstelling "Artists & Others"

Met de laatste uren van de maand juli brak ook het einde van de tentoonstelling "Artists & Others" van de Collectie Koopman van de KB aan. Mijn collega Imke Neels en ik hebben vanaf maandag de vitrines ontruimd, de boeken ingepakt en de kisten voor transport gereed gemaakt. De vitrines in de Grolier Club - die in augustus is gesloten voor publiek - werden leger en leger. 

Imke Neels (KB) prepareert een Arthur Rimbaud-uitgave van Gunnar Kaldewey voor transport (1 augustus 2016)
Alvorens de boeken en bladen uit de vitrines te lichten, werden alle vitrines en afzonderlijke stukken nog een keer gefotografeerd.

Een RLD-uitgave met handschrift en illustratie door Jean Cortot
Het uitruimen van vitrines is even zorgvuldig werk als het inruimen ervan, maar de snelheid waarmee het gedaan kan worden is veel groter. Steunen van karton en plastic werden bewaard en mee teruggenomen, want de kans is groot dat de tentoonstelling (in soortgelijke samenstelling) nog elders te zien zal zijn. Besprekingen daarover zijn gaande.

vrijdag 29 juli 2016

110. Tweede "round table"-discussie Artists & Others New York

Donderdag 28 juli, in de vroege avond, vond in de Grolier Club de afsluitende tweede rondetafeldiscussie plaats tijdens de tentoonstelling Artists & Others. The Imaginative French Book in the 21st Century.

Didier Mutel en Robbin Ami Silverberg, 28 juli 2016
Ondanks de al dagenlang aanhoudende hitte - met temperaturen hoog boven de dertig graden Celcius - én ondanks het ingetreden vakantieseizoen, kwamen zo'n 35 geïnteresseerden af op het evenement. Dat het ze echt om de inhoud ging, bleek al snel, want dit New Yorkse publiek begon al na een kwartier ook zelf vragen te stellen en te beantwoorden. Het werd een levendige discussie, die charmant en beslist werd geleid door Jane Siegel, conservator van de Columbia University.

Deels ging de discussie over de problemen van conservatoren - een van de leden van het panel was conservator Tim Young van Yale University - of die van onderzoekers - Hélène Campaignolle van de Sorbonne schaarde zich in die categorie - en deels ging het over de verspreiding van kunstenaarsboeken over Europa en Amerika. De twee aanwezige kunstenaars, Didier Mutel uit Parijs en Robbin Ami Silverberg uit Brooklyn, fascineerden het publiek met hun opvattingen en verhalen.

Een van de verhalen van Didier Mutel was dat hij - toen hij voor het eerst in  New York arriveerde, er niemand kende en al helemaal niemand die zijn boeken zou willen kopen. Hij keek daarom in de Yellow Pages en vond daarin het adres van antiquariaat Ursus Books. Die antiquaar nam zijn boek in consignatie en verkocht er binnen korte tijd enkele exemplaren van.

De tentoonstelling is nog tot aanstaande zaterdag te zien in de Grolier Club.

maandag 4 juli 2016

109. Yves Bonnefoy (1923-2016)

De Franse dichter en criticus Yves Bonnefoy is op 1 juli overleden. Hij werd 93 jaar. Van hem ligt nu één boek in de tentoonstelling Artists & Others in de Grolier Club in New York. Dat gaat om een boek met collages van Bertand Dorny (1931-2015) in een reeks over 'vergetelheid': Une vertu de l'oubli uit 2008.


De reeks 'L'oubli' (foto: Jos Uljee, KB) 

De tekst in Une vertu de l'oubli is niet gedrukt, maar met de hand gestempeld. Dorny gebruikte daarvoor stempeltjes die als kinderspeelgoed zijn gemaakt. De oplage van de uitgave is maar zeven exemplaren (de Collectie Koopman heeft nummer 2).


Yves Bonnefoy, Une vertu de l'oubli (2008),
collage door Bertrand Dorny (foto: Jos Uljee/KB)
Voor een van de collages in het boek heeft Dorny een handschriftversie van het gedicht gecombineerd met een stuk sierpapier. Wat het boek echter vooral toont is een spel met spiegelingen. Dorny heeft transparante en semi-transparante bladen met dezelfde tekst bestempeld en die in lagen boven elkaar gemonteerd, maar zodanig dat de tekst ten opzichte van een onderliggend blad net iets verschoven lijkt. De tekst lijkt daardoor te bewegen en niet vast te liggen. Ongeveer zoals herinneringen veranderen als je ze navertelt.


Yves Bonnefoy, Une vertu de l'oubli (2008)
(foto: Jos Uljee/KB)
Het boek is in New York te zien tot eind juli. Daarna komt het terug naar de collectie in Den Haag.

vrijdag 17 juni 2016

108. Video-verslag van Curator's Talk over Artists & Others

Een videoverslag van mijn praatje voor de leden (en aanhang) van de Grolier Club over de tentoonstelling Artists & Others is online op de website van de club.

Het verslag is te vinden via deze link.


107. Video-verslag opening Artists & Others

Het videoverslag van de round table na de opening van de tentoonstelling van de Koninklijke Bibliotheek over de Collectie Koopman, Artists & Others, is nu online op de site van de Grolier Club.

Voor een kort verslag ervan, zie mijn blog 104: Artists' Books Round Table.

De video is via deze link te vinden.



106. Vroege kunstenaarsboek-technieken in steen: Nimrud

Tijdens mijn verblijf in New York voor de Grolier Club/Koopman-tentoonstelling Artists & Others bezocht ik vandaag het Brooklyn Museum, een gigantisch gebouw met rijke verzamelingen die - in tegenstelling tot de zustermusea in Manhattan - een grote rust uitstralen.

De collectie is rijk aan grafmonumenten en papyri uit Egypte en beelden uit Assyrië. Hoe mijn blik door de tentoonstelling van hedendaagse kunstenaarsboeken gestuurd werd, merkte ik aan mijn eigen reactie op enkele wandversieringen uit het paleis van Assurnasirpal II.


Reliëf uit het paleis van Assurnasirpal II (Brooklyn Museum)
Deze koning van het Assyrische rijk regeerde van circa 883 tot 859 voor Christus. Hij liet in de stad Nimrud een paleis bouwen met manshoge reliëfs met afbeeldingen en hoogdravende teksten.

Het bijzondere is dat de teksten niet netjes naast de afbeeldingen staan, zoals op veel Egyptische stèles, maar er dwars doorheen zijn gebeiteld.

Zo is er een reliëf van een 'Eagle-Headed Genie Between Two Sacred Trees' (ik volg even de bijschriften van het Brooklyn Museum) waarbij de tekst over de volle breedte door de figuren loopt.


Reliëf uit het paleis van Assurnasirpal II (Brooklyn Museum)
Het is het type eenheid van tekst en afbeelding die een lezer/kijker van kunstenaarsboeken vaak kan ervaren, en die voor de meeste hedendaagse lezers verrassend, lastig of enigmatisch is. In de meeste boeken hebben tekst en beeld elk hun eigen terrein. In kunstenaarsboeken vaak echter niet. En in deze reliëfs zien we hetzelfde: een visuele, symbolische boodschap die niet is gescheiden van de tekstuele en er een eenheid mee vormt. 

woensdag 15 juni 2016

105. Een bliksemontmoeting met Leonardo DiCaprio

Terwijl in The Grolier Club de tentoonstelling Artists & Others (kunstenaarsboeken uit de Collectie Koopman) werd ingericht, moest onze KB-medewerker Imke Neels elders in New York een handschrift in een vitrine leggen: het levensverhaal van Constantijn Huygens.

Hij refereert daarin aan de schilderijen van een coming man, namelijk de schilder Rembrandt van Rijn.



Rembrandt, 'Judas returning the 30 pieces of silver'
Het schilderij was niet eerder zo te zien. Schetsen, etsen van bijbelse scenes, en andere taferelen begeleidden het schilderij dat zich nog steeds in een Engelse 'private collection' bevindt en nu voor het eerst de reis naar Amerika maakte.

KB-handschrift met het levensverhaal van Huygens
Het KB-handschrift is een vroege getuigenis van het werk van Rembrandt en noemt dit schilderij expliciet. Het ligt in een kleine vitrine bij de ingang van de zaal. Terwijl mijn collega werkte aan de steunen voor het handschrift, werd haar gezegd dat een VIP even een kijkje kwam nemen. De bruikleenvoorwaarden van de KB zijn echter streng, en zo lang de vitrines open zijn, mogen er geen buitenstaanders bij. Er werd even heen en weer gepraat. De VIP zou toch echt nú de zaal binnen komen; mijn collega moest dan toch weten wie het was; dat konden ze zo niet zeggen, maar uiteindelijk kreeg ze te horen dat het de filmster Leonardo DiCaprio was.

Kort daarna, stapte hij de zaal binnen - de deur was schuin achter haar - stiefelde af op het schilderij, keek er een tijdje naar en liep toen zonder een blik op haar te slaan weer terug de zaal uit, vlak langs haar.


De weg van Leonardo DiCaprio langs Huygens naar Rembrandt
De zaal is maar enkele meters diep en de weg die DiCaprio aflegde van en naar het schilderij liep vlak langs het door hem totaal genegeerde handschrift - én mijn collega Imke, die toch maar enkele minuten in één ruimte heeft doorgebracht met een 'celebrity'.

De weg van Leonardo DiCaprio langs Huygens naar Rembrandt
[Foto's: Ton Leenhouts]

vrijdag 10 juni 2016

104. Artists' Book Round Table: Books Crossing Borders 1: The Changing Identity of the Artist's Book

In de vroege avond van 2 juni - vorige week donderdag - vond de eerste van twee discussies plaats die rond de Koopman-tentoonstelling in New York zijn georganiseerd. In de Grolier Club - waar de tentoonstelling Artists & Others. The Imaginative French Book in the 21st Century nu te zien is tot eind juli - kwamen ruim 70 geïnteresseerden af op deze Round Table.


The Grolier Club, 2 juni 2016: Books Crossing Borders 1
De titel was Books Crossing Borders 1: The Changing Identity of the Artist's Book. Het gesprek werd geleid door Ruth Rogers, curator van Wellesley College. Zij geeft colleges over handschriften en gedrukte werken, vooral in verband met de relatie tussen tekst en beeld en met name bij moderne kunstenaarsboeken. De Clapp Library waaraan zij is verbonden beheert meer dan 40,000 objecten. Ruth Rogers was de samensteller van de recente tentoonstelling in Lesley University College of Art and Design (maart-april 2016): Reading with the Senses. De catalogus is een aanrader. 





Panel van links naar rechts: Matthew Tyson, Shirley Sharoff, Didier Mutel, Pierre Walusinski en Ruth Rogers
Van alle leden van het panel waren boeken in de tentoonstelling vertegenwoordigd. De Amerikaanse kunstenares Shirley Sharoff, die in de jaren zestig verhuisde naar Parijs en tegenwoordig in Montreuil (ten oosten van Parijs) woont, maakte een reeks kunstenaarsboeken. Aanvankelijk werkte zij met de drukker François Da Ros samen (tot die besloot alleen nog zijn eigen boeken te maken). Sinds 2000 werkte zij met verschillende drukkers. Drie boeken staan in deze tentoonstelling. Het meest spectaculair is een selectie van teksten (met etsen van Sharoff) uit Virginia Woolfs The Waves. Andere boeken gaan over thema's als afval en het stadsleven.

Didier Mutel werd opgeleid aan de École Estienne en in de Imprimerie nationale (de landsdrukkerij) in Parijs. He leerde er uiteenlopende 'crafts', zoals boekbinden, etsen, grafische vormgeving, typografie. Zijn projecten zijn vaak omvangrijk, zoals de 26 delen in 37 banden van The Outside Project. In de tentoonstelling konden er maar drie van die serie geplaatst worden - omdat we ook enkele andere boeken wilden tonen - maar in het gelijknamige boek staan er veel meer (in woord en beeld).

Pierre Walusinski werd ook opgeleid aan de École Estienne, maar koos een ander pad en nam de boekhandel Librairie Nicaise over. Zijn meest gecompliceerde project is een uitgave naar aanleiding van brieven van soldaten uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog: L'Encre des Tranchées (2001). Na afloop van de ronde tafel kon hij meteen een exemplaar van dat boek verkopen, zo enthousiast waren sommige bezoekers geworden.

Matthew Tyson - de laatste deelnemer aan de discussie - werd geboren in Londen, volgde een opleiding aan St Martin’s School of Art en aan de University of London. Hij verhuisde naar het zuiden van Frankrijk waar hij nu werkt als kunstenaar, galeriehouder en drukker voor andere kunstenaars. Zijn boeken bevatten bijna geen woorden. Er staat één boek in de tentoonstelling en daarin staan alleen cijfers en abstracte vormen. Bij nadere bestudering blijkt dit een moderne muziekcompositie te zijn.

De discussie begon met een verkenning van de terminologie. Kon het de kunstenaars iets schelen hoe hun boeken werden benoemd? Absoluut niet, het kon ze niets schelen. Wat wel naar voren kwam - en goed aansloot op het thema van de tentoonstelling - was dat zij er steeds de nadruk op wilden leggen dat het hedendaagse boeken waren, waarin het leven van nu naar voren kwam. De thema's van de tentoonstelling - zoals globalisme, politiek, craft - waren precies daarom gekozen: om te laten zien hoe moderne kunstthema's ook in deze nieuwe boeken spelen, hoe modern, kortom, deze nieuwe boeken zijn.

Kunstenaars in Frankrijk merken wel een afnemende belangstelling voor hun boeken; ook de handel is ernstig geslonken. Pierre Walusinski was dan ook overwegend pessimistisch, Matthew Tyson zag het als een realiteit; Shirley Sharoff kon het niet veel schelen omdat haar oplagen klein zijn en haar kosten gering, terwijl Didier Mutel optimistisch bleef; zijn werk werd toch altijd al meer in Amerika dan Frankrijk gewaardeerd.

Na afloop was er gelegenheid persoonlijk met de kunstenaars te spreken en dat beviel zo goed dat de levendige bijeenkomst meer dan een uur uitliep. Ze lieten ook allemaal enkele boeken zien. Bij deze demonstraties waren nog twee andere kunstenaars betrokken die toevallig in New York waren dezer dagen: François Righi en Michel Mousseau. Van beide kunstenaars waren boeken te zien in de tentoonstelling Artists & Others.

[Enkele fotografische impressies volgen - foto's: Ton Leenhouts].


Shirley Sharoff (links) in gesprek

François Righi (links) in gesprek met Michael Thompson (Carfax Club, Chicago) en Ruth Rogers 


Pierre Walusinksi in gesprek

Een videoverslag van de round table is te vinden op de website van The Grolier Club.