zaterdag 25 maart 2017

140. Doctor Vlimmen De Luxe

Een van die bestsellers waarvan de meeste mensen nu alleen nog de titel kennen - of de titel van de verfilming dan nog meestal - is de roman Doctor Vlimmen van Mr. A. Roothaert. Al vermeldt de titelpagina het jaartal 1937, het boek verscheen officieel in december 1936 (en werd vermeld in het Nieuwsblad voor den boekhandel van 15 december 1936).


A. Roothaert, Doctor Vlimmen (1936): titelpagina (fragment)
De eerste druk daarvan was overigens helemaal geen bestseller. Bijna een heel jaar lang duurde het voor de verkoop op gang kwam en de eerste 2000 exemplaren waren verkocht. Uitgeverij W.L. Salm & Co in Amsterdam dacht er 1500 te kunnen slijten aan het algemene publiek en ongeveer 400 aan dierenartsen. Want de roman gaat over het leven van een dierenarts op het Brabantse platteland. De veearts lijkt ongetrouwd samen te wonen met zijn zuster, maar is in werkelijkheid nog steeds getrouwd met een 'hysterisch devote vrouw' met wie hij allang niet meer onder één dak verkeert. Hij probeert van haar te scheiden, maar de katholieke kerk belemmert dat. De anti-katholieke toon van het boek zorgde ervoor dat het verboden werd (althans voor katholieken) en dat het onder de toonbank moest worden verkocht (althans onder de grote rivieren). 


Advertenie in Algemeen Handelsblad, 3 december 1938
Uiteindelijk zouden waarschijnlijk tussen een half en een heel miljoen exemplaren de lezers bereiken, het boek werd vertaald en verfilmd.

De uitgever zag er aanvankelijk niet zo'n succes in, maar liet in de exemplaren van de eerste druk tegenover de titelpagina wel vermelden: 'Van dit boek zijn tien exemplaren door den schrijver getekend en genummerd van 1-10'.


A. Roothaert, Doctor Vlimmen (1936): oplageverantwoording
Van die exemplaren was in openbare collecties geen spoor terug te vinden, totdat exemplaar nummer 3 tevoorschijn kwam uit de collectie van Karel Nijkerk. Daarin is voor de oplageverantwoording een aparte pagina ingevoegd waarop ook het op de pers genummerde exemplaarnummer is afgedrukt én waarop Roothaert zijn handtekening heeft geplaatst. Het is een apart genre luxe uitgaven: exclusieve edities van romans die niet tot de literatuur gerekend worden, kortom, luxe lectuur.


A. Roothaert, Doctor Vlimmen (1936):
band luxe exemplaar
Is de gewone editie al een dik boek van 547 pagina's met ruime marges, de luxe editie heeft nog eens extra grote marges. De luxe editie is niet op ander papier gedrukt, maar is wel gebonden in een blauw leren band. De gewone uitgave is in bruin linnen gebonden (er was ook een ingenaaide editie), met voorop een illustratie van een injectienaald en een virus, ontworpen door 'co-op2', een Amsterdams reclamebureau dat werd opgericht door Paul Germonprez.


A. Roothaert, Doctor Vlimmen (1936):
band gewoon exemplaar
Het was intussen wel opvallend dat de uitgeverij die luxe editie maakte. Dit was namelijk pas de tweede roman van Roothaert die tot dan toe detectives had geproduceerd, zoals Onrust op Raubrakken en Spionage in het veldleger en dat laatste boek was inmiddels verfilmd als 'De big van het regiment'. Bij Salm verscheen eerder in 1936 een roman over de filmwereld: De camera loopt en daarvan verscheen geen luxe editie.



A. Roothaert, Doctor Vlimmen (1936): luxe exemplaar
Hoewel de roman een enorm succes werd tot in de jaren vijftig en vervolgens weer vanaf de verfilming in 1977, had de reputatie van Roothaert geleden onder sommige antisemitische passages in enkele detectives, in het aannemen van een literaire prijs tijdens de oorlog, het lidmaatschap van de Nederlandsche Kultuurkamer én het feit dat de persoon waarop hij veearts Vlimmen modelleerde tijdens de oorlog NSB-burgemeester van Eindhoven was. Karel van het Reve vond de beschuldigingen van antisemitisme nergens op slaan en noemde Doctor Vlimmen zijn lievelingsboek.

maandag 20 maart 2017

139. Gebonden in perkament

Tussen de twee wereldoorlogen verschenen er veel luxe edities die, in afwijking van de rest van de oplage van een boek, op ander papier waren gedrukt en vaak waren deze exemplaren dan ook nog luxe gebonden, in een perkament band.

Dat gold voor literaire werken in eerste druk, maar ook voor herdenkingsboeken, gelegenheidsbundels, of zoveelste herdrukken.

Op de perkamenten band werd vaak iets in goud gestempeld en daarbij kunnen verschillende gradaties van elegantie worden herkend.


P.N. van Eyck, Medousa (1947)
In 1947 publiceerde A.A.M. Stols het lange gedicht Medousa van P.N. van Eyck. Vier exemplaren daarvan werden gedrukt  op papier van Barcham Green en deze werden gebonden in een perkamenten band met op de rug auteursnaam, titel en ondertitel en met op het voorplat niets meer dan de titel. Chic kortom. Hier werd een 'klassiek' werk afgeleverd. Niet dat de oplage klopte. Er waren weliswaar vier geletterde exemplaren A-D, maar het KB-exemplaar (afkomstig uit de collectie van Karel Nijkerk) was een ongemerkt vijfde exemplaar. Niet gesigneerd door de auteur overigens.De perkamenten band zou wel eens een particulier initiatief kunnen zijn geweest.


P.H. van Moerkerken, De dans des levens (1937)
Een volgende gradatie van deftigheid is te bereiken door op het voorplat in goud het monogram van de auteur af te drukken. Dat gebeurde met de luxe exemplaren van P.H. van Moerkerkens De dans des levens (1937). Het monogram 'PHvM' is ontworpen door de kunstenaar die ook de illustraties voor het boek maakte: Léon Holman. Op de rug is, tamelijk groot, in cursieve letters, de titel van het boek gestempeld. Dertig exemplaren werden gedrukt op GHB Tekstpapier - of alle exemplaren in perkament zijn gebonden is niet bekend.


Henriëtte Roland Holst-van der Schalk, De nieuwe geboorte (vierde druk: 1918)
De bundels van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk waren zo succesvol dat uitgeverij Brusse van de vierde druk van De nieuwe gebooort in 1918 verschillende edities uitbracht. Er waren exemplaren ingenaaid in papier, gebonden in linnen en gebonden in leer, maar er waren daarenboven ook exemplaren gebonden in perkament, al adverteerde de uitgever daar niet mee. Het bandstempel bevatte meer dan alleen de auteursnaam en de titel: ook een tekening van een ster boven een bergtop die is omgeven met wolken werd erop aangebracht in goud. Dit werd getekend door S.H. de Roos. Er is geen colofon.


J. Greshoff, Steenen voor brood (1939)
In 1939 publiceerde uitgeverij P.N. van Kampen & Zoon een bundel literaire kritieken, aantekeningen en overpeinzingen van Jan Greshoff onder de titel Steenen voor brood. De woorden 'steen' en 'brood' in de titel van het boek werden in opvallende reclameletters (kist- of stencilletters) op het omslag gedrukt. Dat gold ook voor de band van de tien luxe exemplaren op 'Oud-Hollandsch papier van Van Gelder Zonen'. Ze werden bovendien niet in goud gestempeld, maar gedrukt in blauw en rood, alsof het perkamenten omslag niet meer dan een eigentijdse etalageruit was. Het gaat om de Futura black van Paul Renner.  

Voor de auteursnaam en het woord 'voor' is een andere letter gebruikt, waarvan de 'J' een opvallende vorm heeft.

Om dat soort letters op een perkamenten band te drukken was niet chic destijds, maar wel modern, getuige een uitspraak van M.H. Groenendaal Jr over een soortgelijke letter van Jan Tschichold, de Transito: 'Het mag zakelijk zijn, van typografie blijft het verre.' (Drukletters, hun ontstaan en hun gebruik). Een andere tijd was aangebroken...

woensdag 15 maart 2017

138. Een raadselachtige Kleine Johannes

Op 3 mei 1939 werd op de radio een bericht voorgelezen van het A.N.P.:

De schilder Edzard Koning heeft vandaag in Voorthuizen, in intiemen kring zijn 70-sten verjaardag gevierd. Hij ontving bij deze gelegenheid de mededeeling dat, dank zij subsidie van vrienden en bewonderaars van den illustrateur en met instemming van de erven van den schrijver, de destijds begonnen uitgave van een Luxe-editie van "De Kleine Johannes" van Dr. Frederik van Eeden zal worden voortgezet. Bovendien hebben de constituanten van deze subsidie een schilderij van Koning aangekocht om aan te bieden aan een der musea.

Zo'n editie was echter lange tijd niet beschikbaar in een van de Nederlandse openbare collecties. 


A.N.P. bericht van 3 mei 1939
De illustraties voor De kleine Johannes verschenen voor het eerst in de editie van november 1898 (de vijfde druk van het boek) en ze werden nadien niet meer gebruikt voor de vele herdrukken (maar die herdrukken kregen wel een door Koning ontworpen band). Verder was hij vooral bekend door de vele illustraties voor enkele Verkade-albums die vanaf 1914 verschenen: Langs de Zuiderzee, Friesland, De Vecht en De IJsel.

Het duurde meer dan een halve eeuw voor de in 1939 aan Koning toegezegde editie in een openbare collectie opdook. In 2016 ontving de KB een exemplaar uit handen van Marjolijn Hof. 

Eerder waren wel exemplaren te koop aangeboden. In 2012 beschreef antiquariaat Fokas Holthuis in Lijst 61 het exemplaar van J.C. Burgersdijk. Burgersdijk was een van de vrienden geweest die bijdroeg aan de onkosten van de uitgave. De subsidiërende groep bestond uit vijftig personen en bedrijven. Daaronder waren familieleden, kunstenaars, drukkers, uitgevers, zoals de Verkade's, W.A. van Konijnenburg, Dirk Nijland en Simon Moulijn, maar ook Puchri Studio en N.V. Boek- & Kunstdrukkerij v/h Mouton & Co uit Den Haag. Er zullen van deze editie dus minstens vijftig exemplaren zijn gemaakt.

(In 2008 meende Elizabeth Yates, in haar boek Konings kunst. Van Parijs tot de Veluwe  dat Koning op zijn verjaardag het boek kreeg aangeboden, maar het werd dus alleen aangekondigd. Kennelijk was het idee te laat bedacht.)

Lijst van intekenaren in De kleine Johannes (1939)

Band voor De kleine Johannes (1939)
Inmiddels was die mededeling van een 'voortzetting' van 'de destijds luxe uitgave' van De kleine Johannes een verwarrende opmerking. Hoezo 'voortzetting'? Het was geen vervolg: de tekst en de afbeeldingen waren die van de uitgave uit 1898.  

Antiquariaat Holthuis ging er van uit dat het om restantexemplaren van de eerste druk ging: 'In 1939 ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Edzard Koning in een andere band uitgebracht restant van de mooie editie uit 1898'. Beide 'edities' zijn gedrukt op hetzelfde papier van Van Gelder Zonen en er lijken geen tekstverschillen te zijn, behalve dat de lijst van intekenaren is gedrukt tegenover pagina 190. Op de keerzijde daarvan staat, net als in de vroegere editie, vermeld: 'Gedrukt bij Mouton & Co. te 's-Gravenhage.' De band was uitgevoerd in halfleer met linnen platten, en niet in perkament met een ontwerp in goud zoals eerder.



Edzard Koning, kopvignet (p. 123) en illustratie (tegenover p. 16)
in De kleine Johannes (1939)
Maar het lijkt er op dat de editie wel degelijk opnieuw gedrukt is. Waarschijnlijk zijn de pagina's met behulp van stereotypen gedrukt. Want hoe waarschijnlijk is het dat de drukker/uitgever minstens vijftig exemplaren van het boek in vellen opgeslagen hield van 1898 tot 1939? Het kan, maar toch. Waarschijnlijk waren ze dan wel eerder aan de man gebracht.

Bovendien is er een verschil en dat betreft de illustraties. De litho's zijn opnieuw gedrukt en in 1939 zijn de in hoogdruk gedrukte pagina-aanduidingen onder de illustraties weggelaten. In 1898 stond onder elke prent op welke pagina de geïllustreerde scène te vinden was: de illustratie tegenover pagina 16 vermeldde bijvoorbeeld": 'BLADZ. 15'. De illustratie verwijst naar de regel: 'Toen Johannes omzag, zat een grote blauwe waterjuffer op den rand der boot.' In 1939 ontbreken die paginaverwijzingen.



Edzard Koning, eerste illustratie in De kleine Johannes (boven: 1898; onder: 1939)
Bovendien zijn de prenten schraler afgedrukt. De illustratie tegenover pagina 178 toont dat nog het duidelijkst: de baard van de figuur die de dood voorstelt mist allerlei details, maar het geldt ook voor andere elementen in de litho. Ook de litho's tegenover pagina 80 bijvoorbeeld tonen zulke verschillen in zwarting en detail.

Voor de 'voortzetting' uit 1939 zijn dus in elk geval de prenten opnieuw gedrukt en hebben de vrienden dus niet alleen de bindkosten, maar ook drukkosten betaald. Het blijft intussen vreemd dat het zo lang heeft geduurd voordat deze speciale editie als bijzonder is opgevallen.

zaterdag 11 maart 2017

137. Uit de bibliotheek van Ludwig Tieck?

Deze week kreeg ik uit Wenen de vraag of de KB boeken bezit uit de bibliotheek van de Duitse romantische auteur Ludwig Tieck (1773-1853). In Wenen probeert men sinds 2014 zijn collectie te reconstrueren en men kwam bij de KB uit omdat wij de catalogus van de veiling van zijn boeken uit 1854 in bezit hebben.

Ludwig Tieck als voorlezer
Het project is door de Weense universiteit internationaal opgezet onder de titel Ludwig Tieck’s Library. Anatomy of a Romantic Comparatist Book Collection en is een samenwerking met de TU Dresden en de nationale bibliotheek van Oostenrijk.

Het doel is: 'the virtual reconstruction of the famous, extensive library of German Romanticist Ludwig Tieck. All acquired information (detailed bibliographical information, present location, distinctive features, sale history, Tieck’s marginalia) will be processed and presented in a specifically designed Open Access database'.

Veilingcatalogus van de bibliotheek van Ludwig Tieck (1849)
Tieck was een gepassioneerd verzamelaar van boeken. Bij zijn verhuizing naar Dresden duurde het transport van zijn collectie zes dagen. Vervolgens verhuisde hij naar Berlijn (waar hij geboren was) en daar werden de 16.000 delen van zijn bibliotheek verkocht.

Daarbij werd een schandaal nog in de kiem gesmoord. Tieck, die al weduwnaar was, had de bibliotheek eerder in ruil voor een jaargeld verkocht aan zijn uitgever, Heinrich Brockhaus. Toen die bij geruchte vernam dat Tieck de collectie nu wéer verkocht had, aan antiquaar Adolf Asher, dreigde natuurlijk juridisch gedoe. Vrienden zorgden ervoor dat Tieck eerst de collectie kon terugkopen van de uitgever om die vervolgens netjes door te verkopen aan de veilinghouder. Duizenden Taler waren daarmee gemoeid.

De catalogus uit 1849 bevat een sectie VII met 'Langue et Litérature Hollandaise' (nummer 3370-3411) met oude drukken en negentiende-eeuwse tekstuitgaven van Bredero, Cats, Maerlant, Tengnagel, Van de Vennes en Vondel.

De vraag is of de KB boeken uit de collectie van Tieck heeft aangekocht. Dat lijkt een vrij simpele vraag, maar de verspreiding van de bibliotheek van Tieck is, zoals vaker, gecompliceerd. Eerst vond, vanaf 10 december 1849, bij A. Asher & Comp in Berlijn een veiling van 7930 lots plaats. Ook latere catalogi van Asher, zoals die uit 1854, bevatten soms nog boeken uit die collectie. Tieck overleed in de tussentijd, in 1853.

Catalogus van antiquariaat Asher (1854)
Een deel van Tiecks bibliotheek werd aanvankelijk aangekocht voor de kasteelbibliotheek van Klein-Oels, eigendom van de adelijke familie Yorck von Wartenburg. Die verzameling kwam in 1907 op de markt via de Berlijnse antiquaar Max Perl. Ook kunnen boeken via allerlei omzwervingen in de KB-collectie terecht gekomen zijn. De herkomst valt dan vaak niet meer te achterhalen. Ook zijn er bij de vroegst mogelijke aankopen allerlei omwegen te bewandelen geweest. De catalogus uit 1854 bijvoorbeeld werd de KB niet door Asher zelf aangeboden, maar door de Haagse antiquaar Martinus Nijhoff met wie de KB veel zaken deed. Aankopen zijn dan in de aanwinstenregisters niet genoteerd met als provenance 'Ludwig Tieck' of 'Asher' maar 'Nijhoff'. Asher werkte samen met antiquariaten in Londen, Parijs, Brussel, Milaan, New York en St Petersburg – een heel netwerk werd daarmee omspannen. Voor  de catalogus van 1849 werd samengewerkt met de Londense firma van Mr. D. Nutt.

Het KB-exemplaar van de veilingcatalogus van de collectie Tieck uit 1949 werd niet rechtstreeks aan de bibliotheek gestuurd. Dit exemplaar (aanvraagnummer KW Verz Cat 4562) bevat een handgeschreven opdracht op het groene omslag: 'Présenté par A Asher & Co à Son Excellence Monsieur le baron Schimmelpenninck vd Oye'.

Dit betrof Alexander Carel Jacob Schimmelpenninck van der Oye (1796-1877), destijds minister penipotaris te Berlijn.

Veilingcatalogus van de bibliotheek van Ludwig Tieck (1849)
Hij schreef voorin de catalogus een aantekening die hij ondertekende op 24 oktober 1849, dus anderhalve maand voordat de veiling zou plaatsvinden. Hij stuurde de catalogus door aan secretaris-generaal Mazel. Het stempel van de Königl. Nederlandsche Legatie te Berlyn' staat er onder. Jean Zacharie Mazel (1792-1884) was secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar hij was tevens directeur van het Mauritshuis. Daarnaast was hij een verzamelaar van kunst en zelf ook tekenaar, graveur en lithograaf. De KB viel echter onder het ministerie van Binnenlandse Zaken (onder leiding van J.R. Thorbecke) dat begin 1850 slechts 2000 gulden voor aanschaf van nieuwe boeken ter beschikking had geteld met de nadrukkelijke wens die te besteden aan 'nuttige werken' op de terreinen politiek, staathuishoudkunde en rechtswetenschap. De Tieck-collectie kon men daar bezwaarlijk toe rekenen.

Wanneer de veilingcatalogus in de KB-collectie terecht is gekomen, is niet bekend. Het KB-stempel dat er in staat werd gebruikt in de periode 1867-1880, maar dat zegt alleen maar dat die catalogus toen is verwerkt. Al met al is het volstrekt onzeker of de KB daadwerkelijk boeken uit Tiecks bibliotheek herbergt.

woensdag 8 maart 2017

136. Een vroege Ingmar Heytze

Tot voor kort dateerde de oudste in de KB aanwezige uitgave van dichter Ingmar Heytze uit circa 1987. Er staat geen jaartal in dat boekje. Inmiddels kan de KB een ouder boekje tonen: het miniatuurboek Therapie. Dat is wel gedateerd: '"85'. 1985 dus. Het is door Heytze zelf getypt, gekopieerd en in eigen beheer uitgegeven.

Ingmar Heytze, Therapie (1985)
Het boekje is geniet in een kartonnen omslag. De ondertitel luidt: 'een bundel van wanhoop, leven en ironie'. Het bevat tien gedichten.

Ingmar Heytze, Therapie (1985)
Het is overigens niet helemaal duidelijk of IH"85 moet worden gelezen als zijn 'alias', of dat het boekje inderdaad uit 1985 stamt. Heytze was toen vijftien jaar en volgens Wikipedia is dat het jaar waarin hij met dichten begon. Hoe dan ook, het is een vroeg en verder onvindbaar boekje met gedichten die nog niet zijn latere raffinement tonen, maar wel al zijn thematiek. Zie bijvoorbeeld het titelgedicht:

Therapie

Wie mij vroeger wilde motiveren
had dit al snel afgeleerd.
Want wat de ziel ook ondernam
ik bleef gedeprimeerd.

Sinds kort schrijf ik gedichten.
Het gaat niet meer verkeerd
De ellende staat nu op papier
ik ben gemotiveerd. Hoera!
Ik ben gemotiveerd!

Ingmar Heytze, Therapie (1985)
Heeft u nog vroege uitgaven van Ingmar Heytze? Dan weet u mij te vinden!

maandag 6 maart 2017

135. Een vroege Hella Haasse

Sommige vroege uitgaven van auteurs ontbreken in bibliotheekcollecties, ook die van de KB. Tot voor kort gold dat voor 'Credo', een programmaboekje voor een muziekuitvoering met een tekst door Hella Haasse (1918-2011).


Johannes den Hertog, Hella Haasse, Credo
De muziek werd gecomponeerd door Johannes den Hertog (1904-1982), een componist en dirigent. Het boekje (19x13 cm) heeft geen omslag en bestaat uit drie gevouwen velletjes die aaneen geniet zijn. De tekst van Haasse beslaat zeven pagina's. Een uitgever of jaartal wordt niet vermeld. Er is een korte inleiding (hoogstwaarschijnlijk geschreven door de componist) en een fragment van de muziek, maar die bevatten geen informatie over een mogelijke uitvoering. 


Johannes den Hertog, Hella Haasse, Credo
In 2012 verscheen een fotografische herdruk als bijlage bij een boekje van de De Althaea Pers. De uitgaven van die pers zijn echter nooit te koop en de KB-collectie daarvan is verre van compleet. De KB heeft er een stuk of veertig, maar er zijn er bijna 250! Die van Haasse is daar niet bij. Er zijn nu eenmaal private presses die graag onder de radar blijven. 


Johannes den Hertog, Hella Haasse, Credo
De uitgever, Jos Swiers, was zo aardig om mij een PDF van het Haasse-boekje te sturen. In zijn toelichting schrijft Swiers dat hij in oktober 2012 een exemplaar van het boekje aankocht via een antiquariaat. (De KB kocht een exemplaar op een veiling in 2016). Swiers verzamelde gegevens over Haasse voor, tijdens en na de oorlog en deed hetzelfde met de componist. Er zijn geen concrete punten die overeenkomen in beider biografieën en het is onduidelijk hoe en wanneer ze elkaar hebben ontmoet. 


Johannes den Hertog, Hella Haasse, Credo
Op grond van hun beider woonachtigheid in Amsterdam én op grond van de stijl van 'Credo' concludeert Swiers dat Haasses vroege tekst moet zijn geschreven tussen augustus 1938 en februari 1942. Hij zegt: 'Haar latere teksten, zoals we al kunnen zien in Stroomversnelling uit 1945, kennen een al veel geserreerder tekst- en taalbehandeling.' De bij uitgeverij Querido verschenen bundel Stroomversnelling geldt als het debuut van Haasse.


Algemeen Handelsblad, 24 april 1947
Toch blijkt de uitgave met het 'Credo' van nà de oorlog te zijn en wel uit 1947. Toen werd het werk van Den Hertog tweemaal uitgevoerd in Den Haag, door de Haagse branche van Toonkunst. Er was een eerste uitvoering in april 1947 en het werk werd hernomen in december 1947.


Algemeen Handelsblad, 24 april 1947
De kritiek was niet mals (hoewel het publiek zich tevreden toonde). Het Algemeen Handelsblad schreef over de tekst van Haasse:

De gezwollen taal van quasi diepzinnigheid beoogt een soort geloofsbelijdenis te suggereeren, doch wanneer men kort tevoren den mistekst in zijn sobere grootheid heeft gevolgd, dan lijken zulle holle phrasen wel dubbel arm van geest.

Ook de muziek werd te retorisch gevonden:

Den Hertog zit evenwel nog verstrikt in het romantisch sentiment der programmamuziek, ondanks het modern schrijnend coloriet, dat hij handig heeft verwerkt.

Misschien geen wonder dat Haasse zelf de tekst nooit heeft heruitgegeven. Toch voegt het iets toe aan ons begrip van de jonge Haasse - ze was nog geen dertig toen het werk in 1947 werd uitgevoerd. Ook in de jaren vijftig schreef zij nog enkele teksten voor muziekstukken (Swiers geeft een lijstje van de door hem gevonden stukken).

De tekst begint met een ode aan de 'Oermoeder, al-moeder, heilige aarde', vervolgens wordt gezegd dat de adem van God het leven aanbracht in de donkere wilde schepping ('Zijn adem blies u aan') en zijn er regels over vissen en vogels. Het 'Koor' zingt over de verwantschap tussen de oermoeder en de mens:

Hemel en aarde
dragen wij in ons.
Hemel en aarde
blijven ons vreemd.

Men zoekt naar 'eenheid', naar 'inzicht', naar 'God'. Levenslust wordt afgeschilderd als het werk van een demon en het leven wordt vergeleken met een boom - niet bijster origineel, dat is waar - maar de boom geldt als de verbinding tussen aarde en hemel, tussen het demonische en het goddelijke. Haasse zoekt een middenweg.

donderdag 2 maart 2017

134. Een vroege Toon Tellegen

Afgelopen dinsdag gaven collectiespecialisten in de KB een presentatie van aanwinsten uit het jaar 2016. Dat gebeurde intern, voor collega's van andere afdelingen, zoals HRM. 

Presentatie van bijzondere moderne drukken
aan KB-collega's, 28 februari 2017
Een van die aanwinsten was een vroege uitgave van de bekende dichter Toon Tellegen (1941). Het jaar van uitgave ervan was 1969 - ver voor de periode dat hij zijn kinderboeken begon te publiceren. Maar 1969 was wel het jaar van zijn eerste literaire prijs, de ANV-Visser Neerlandia-prijs, die hij ontving voor 'Als moeder ergens ziek van wordt', een toneelstuk dat kennelijk nooit uitgegeven is. De database van de Theatercollectie vermeldt evenmin opvoeringen.
Presentatie van aanwinsten aan KB-collega's,
28 februari 2017
Tellegen schreef voor het boekje een korte prozatekst in het Engels, A Miracle.  De tekst is voorin gedrukt in boekdruk, op pagina's die zijn voorbedrukt met een afbeelding in rood op een gele ondergrond.


Toon Tellegen en Geert Voskamp, A Miracle (1969)
Die afbeeldingen zijn zeefdrukken van Geert Voskamp (1934), een kunstenaar die aan de Rietveld Academie studeerde en lesgaf aan de AKI in Enschede. Hij was lid van het kunstenaarscollectief de Ark/Enschedese School (opgericht in 1975) dat nieuwe manieren zocht om publiek te laten kennismaken met kunst.



Toon Tellegen en Geert Voskamp, A Miracle (1969)
De illustraties op deze tekstpagina's is steeds een afgeleide van een van de zeefdrukken die achter in het boekje zijn opgenomen: dat zijn er 24 in totaal. Het slot van de tekst bijvoorbeeld is gedrukt op een pagina met een afbeelding van een vrouw aan een tafel. De eerstvolgende zeefdruk daarna toont ook de andere elementen van de illustratie in de nog steeds heldere zeefdrukkleuren.

Bijzonder dat zo'n uitgave in de openbare en wetenschappelijke bibliotheken ontbrak (er was wel een exemplaar in de collectie van het Rijksmuseum). Des te meer, omdat er honderd exemplaren van het boekje zijn uitgegeven door Mandelgang Editie in Groningen. Mandelgang was een galerie in de Oude Kijk in 't Jat Straat, nummer 26.

De KB kocht het exemplaar uit de collectie van bibliofiel Karel Nijkerk (1926-2007). Uit een notitie in het boek blijkt dat hij het in 1996 cadeau kreeg van de auteur. Zelfs de enveloppe waarin het was verpakt is bewaard gebleven: 'De heer K. Nijkerk | Alhier'.