vrijdag 28 april 2017

149. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (8)

Aan het einde van de eerste Booknessesdag (vrijdag 24 maart) werd de eerste van twee tentoonstellingen met kunstenaarsboeken geopend; deze was in het gebouw van FADA waar ook het colloquium plaatsvond.

De show van Zuid-Afrikaanse kunstenaarsboeken waarvoor veel boekenmakers werk hadden ingezonden werd geopend met een boeiende, ter zake kundige en charmante speech van Robbin Ami Silverberg. 

Robbin Ami Silverberg, opening van Booknesses-tentoonstelling, 24 maart 2017
Robbin is sinds 1995 betrokken bij projecten rond papier, kunst en boeken in verschillende Zuid-Afrikaanse plaatsen, zoals Johannesburg, Durban en Kaapstad: lezingen, colleges, samenwerkingsprojecten met kunstenaars en papiermakers, en als Amerikaanse vertegenwoordiger van de Ampersand Foundation.

Zij vertelde wat haar was opgevallen aan de boeken in deze tentoonstelling. Dat was in de eerste plaats: de brede dekking van allerlei soorten kunstenaarsboeken. De onderwerpen en thematiek van vele van die werken hingen duidelijk samen met Zuid-Afrikaanse identiteiten. Robbin zei daarover:

I see this sense of cultural specificity as a real strength: I have little interest in an internationalist aesthetic - where artworks end up clones.

Voor een land zonder 'programs in book art' (zoals aan Amerikaanse universiteiten) is hier een uitzonderlijk en gepassionneerde inzet voor kunstenaarsboeken waarneembaar. Aan talent ontbreekt het bepaald niet:

It is a testament to the determination to speak and be heard. As the book as an art form is a perfect vehicle for creative exchange!

Robbin bedankte alle betrokkenen: curators David Paton, Eugene Hon, Gordon Froud en Rosalind Cleaver. En Jack Ginsberg, wiens niet aflatende ijver voor het Zuid-Afrikaanse kunstenaarsboek al zolang van eminent belang is.

Het was een drukte van belang tijdens de opening. Er waren filmpjes, kunstenaars konden hun werk toelichten, de verscheidenheid van werken die hingen, stonden, lagen, en soms alledrie tegelijk, was indrukwekkend.  Veel werken legden, zoals Robbin al opmerkte, de nadruk op het boek als materie, als materiaal, er waren veel conceptuele werken bij, maar ook politieke statements en soms ook gewoon briljant mooie boeken. Een staalkaart van wat er in Zuid-Afrika speelt.

woensdag 26 april 2017

148. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (7)

De eerste dag van Booknesses in Johannesburg was zo vol, dat ik lang niet alles kan noemen.

Een van de sprekers, Jonah Sack, beweerde dat de lezer van een kunstenaarsboek in een soort ruzie verwikkeld is met de kijker die zij/hij zelf ook is, heen en weer pendelend tussen 'absorption' en 'distraction'. Hij stelde dat het lezen van boeken in een tentoonstelling een illusie is, nee, sterker, een utopie.

Er waren presentaties met showelementen, zoals die van Maureen de Jager over The Book of Holes, waarbij boekbinder Helene van Aswegen aan een tafel zat en het boek doorbladerde.


Maureen de Jager and Helene van Aswegen. (Photo: Sinead Fletcher)
Het onderwerp van lezing en boek zijn documenten uit concentratiekampen in Zuid-Afrika tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarmee over een verleden dat 'defies stability, comprehension and closure'. De lezing beargumenteerde feitelijk dat elke interpretatie altijd (ook) een 'violation' is die de 'waarheid' geweld aandoet en waarbij slachtoffers uit het verleden opnieuw wonden krijgen toegebracht. Een historicus zal dit steeds moeten erkennen. Boeken, lezingen én archieven zijn niet alleen bewaarplaatsen, maar ook plaatsen waar stelselmatig bepaalde zaken ontbreken. De stem van de onzichtbaar geworden slachtoffers van een oorlog bijvoorbeeld. Minderheden of zelfs grote meerderheden. Voorbeelden zijn: de verhalen van zwarten, vrouwen, homoseksuelen, kinderen, maar ook culturen die als geheel oraal waren ingesteld. Bij een boek is dan ook altijd de vraag: wat staat hier niet in? 

De middagsessies kon je niet allemaal volgen. Het congres demonstreerde meteen de stelling van De Jager: de helft bleef onzichtbaar voor iedere deelnemer, vanwege sessies die zich parallel in verschillende zalen afspeelden. Een goede keuze is dan nooit mogelijk. Ik hoorde lezingen waarin een professor Engelse letterkunde haar boeken opruimde door ze met een kunstenaar te verknippen en verplakken - ik had niet het idee dat het ruimteprobleem bij de professor daarmee echt verholpen werd. Ook was er een betoog van een kunstenaar die objecten samenstelde met vuil dat van de straat werd opgeraapt - we zagen de spreker (Kai Lossgott) als een zwerver in een transparante cape, gebogen in een portiek staan en wantrouwende voorbijgangers met een grote boog om hem heen een weg zoeken. Er was een mooi contrast tussen de theoretische ernst van de spreker en de willekeurige rotzooi die op straat te vinden is.

Aan het einde van de middag leidde kunstenaar/papiermaker Kim Berman een discussie over het Zuid-Afrikaanse kunstenaarsboek. De deelnemers hadden allemaal met elkaar samengewerkt. Papiermaker en galeriehouder Susan Gosin van Dieu Donne had eerdere met William Kentridge boeken gemaakt (onder andere een boek waarin alle illustraties alleen in watermerk zijn aangebracht) en toonde nu de eerste exemplaren van een boek met zijn zuster Eliza. Drukker Mark Attwoord van de Artists' Press had ook met William Kentridge boeken gemaakt en vertelde over zijn projecten. Nathi Ndladla, leider van Phumani Paper Mill op het universiteitsterrein, werkte met Kentridge samen aan het vinden van het beste papier voor enkele boeken, waarvan hij het drukken in the Artist Proof Studio begeleid.


Kim Berman, Nathi Ndladla, Eliza Kentridge, Mark Attwood, Susan Gosin en William Kentridge
Kim Berman toonde het boek van Eliza en Susan, dan nog niet af is. Eliza las een van de gedichten uit het boek voor. De ouders van de beide Kentridges, Sydney Kentridge en Felicia Geffen, twee eminente anti-apartheidsadvocaten, waren aanwezig bij dit debat en kregen aan het begin een warm applaus.

maandag 24 april 2017

147. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (6)

Voor Booknesses begon de eerste volledige congresdag op vrijdag 24 maart met een speech van de Dean van de Faculty, Federico Freschi, bijgenaamd de 'singing dean' vanwege zijn operarollen, hij is een bariton. De universiteiten bevinden zich in een moeilijke fase van hun bestaan in Zuid-Afrika, zei Freschi, zichtbaar gemaakt door de studentenopstanden. Vragen als 'Wat is universele kennis?' en 'Welke boeken moeten op het curriculum?' zijn lastig te beantwoorden. Organisator David Paton voegde daaraan toe dat het colloquium dan ook bedoeld was om de 'book arts' meer zichtbaarheid te geven.

De congresmap bevatte, en dat was voor mij een novum, enkele papiermonsters, vervaardigd van Afrikaanse planten. Het onderste vel op de foto is gemaakt in de Phumani Paper Archive Mill in Johannesburg en is gemaakt van katoen/sisal. De andere papieren zijn gemaakt in Ghana tijdens projecten die zijn geleid door Mary Hark van de University of Wisconsin. Het gaat daarbij om japanse moerbeipapieren.

Mary verbleef in hetzelfde guesthouse als ik en wij hebben ons tijdens diverse etentjes uitstekend met elkaar en anderen vermaakt, onder andere met Anne Thurman-Jajes van het centrum voor conceptuele boekkunst in Bremen.

Papiermonsters uit Zuid-Afrika
Er waren verschillende presentaties door papiermakers, maar ook door boekbinders, uitgevers, schrijvers en kunstenaars. De praktische kant van de boekkunst had de organisatie van dit colloquium gekoppeld aan theoretische vergezichten, waardoor het een zeer afwisselend congres werd. 

De keynote spreker, Sarah Bodman, gaf een overzicht - en wie is beter geïnformeerd? - over websites en projecten voor kunstenaars die op het terrein van de boekkunst willen samenwerken, en dat kan allerlei vormen aannemen. Het was de aanloop tot een volle dag met veel praatjes die ik zeker niet allemaal zal bespreken. 

Iets wat me opviel: 

Inge Bruggeman presenteerde een gedicht dat je al lopend, langs een langgerekte boekenplank in een zaal moet lezen. Ze noemt dat Active Reading Books. Zie haar website over het actief lezen. Voor haar volgende boek zal de lezer een ladder op moeten!


Inge Bruggemans active reading: Laura Wetherington,
No one wants to play the victim no one when there is a gun involved and blue 
Bruggeman zei nog iets dat me bijbleef. Zij ziet dat het boek in deze digitale tijd niet bedreigd wordt, integendeel, zij beweert dat het boek juist bevrijd is, bevrijd van de noodzaak om nuttig te zijn, waardoor het boek van nu het gebied van het onvoorspelbare is binnen gegaan. Of het waar, is weet ik niet, maar zeker is dat kunstenaars overal de vorm van het boek in kunstwerken verwerken.

donderdag 20 april 2017

146. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (5)

De tweede dag van het Booknesses programma in Johannesburg waren er enkele workshops voor studenten. Pas aan het einde van de middag werden we verwacht op een sneak preview van de tentoonstelling van boeken uit de collectie van Jack Ginsberg. Tijd dus voor een uitstapje - verder zou daar geen ruimte voor zijn in het drukke programma.

Paul Emmanuel
Robbin Ami Silverberg vroeg een bevriende kunstenaar, Paul Emmanuel, iets voor ons te organiseren. Hij was de eerste kunstenaar die ná de oprichting van Jacks Ampersand Foundation een tijd in New York kon doorbrengen. Meer informatie over hem is te vinden in Wikipedia: Paul Emmanuel. Voor een van zijn projecten stanste hij de namen van gestorven soldaten (The Lost Men) in zijn huid en fotografeerde die voordat de huid zich weer herstelde. Zie daarvoor ook zijn eigen website.

Uitzicht vanuit de kabelbaan in Hartbeespoort
In zijn auto reed Paul ons naar het plaatsje Hartbeespoort, waar een kabelbaan ons naar de top van de Magaliesberg bracht. Het uitzicht vanaf deze opvallende bergketen is over het stuwmeer dat daar begin twintigste eeuw werd aangelegd. Het idee was om op de top te picknicken. Maar dat kon niet. De kabelbaan was na een dodelijk ongeluk - de wrakke oude kabines stonden nog als stille getuigen op de berg - gemoderniseerd en vercommercialiseerd. Er waren onaantrekkelijke restaurants en meegebrachte etenswaren werden niet op prijs gesteld. 

Uitzicht vanuit de kabelbaan in Hartbeespoort
Weer beneden vroegen we aan de verkoopster in de toeristenrommelwinkel waar we aan het grote stuwmeer konden picknicken. Doordat villa's en vakantiehuizen en resorts tot aan het meer staan, zijn er weinig plekken waar je bij het water kunt komen. Maar geen nood. Wij konden in het park waar zij zelf woonde terecht. We moesten zeggen dat we gasten waren van Eileen, we kregen een code mee voor de toegangspoort en dan moesten we naar het clubhuis rijden, waarachter een mooi terrein lag voor onze lunch.

En zo was het. Bij het zwaar bewaakte resort - wij hadden de indruk dat er vooral militaire gezinnen woonden - moesten we rijbewijs, code, namen verstrekken; de kofferbak werd geopend en doorzocht (zowel op de heen- als op de terugweg), kortom, we betraden een vesting. Eenmaal binnen konden we ongehinderd doorlopen naar een prachtig aangelegd grasveld, met bloemenperken, bankjes, schaduwplekken onder bomen - en uitkijkend over het water en het landschap aan de overzijde, genoten we van onze picknick.

Op weg naar de uitgang van onze picknickplaats
In de verte kwamen prachtige wolken aandrijven en Paul Emmanuel zei dat er zware regenbuien op til waren. Wij geloofden het eerst niet zo - zulke schitterende witte wolkengroepen - maar eenmaal in de auto op weg naar Johannesburg braken de sluizen open. In de stromende regen kwamen we aan op het terrein van de universiteit waar we de tentoonstelling 'Booknesses. Artists' Books from the Jack Ginsberg Collection' op ons gemak konden bekijken: alleen de buitenlandse gasten van het colloquium waren hiervoor uitgenodigd. Daarna zouden we in het nabij gelegen gebouw van de SARChI Chair in South African Art and Visual Culture (aan Twickenham Avenue) te gast zijn bij Brenda Schmahmann voor een Italiaanse maaltijd en twee lezingen.

Maar eerst zagen we de tentoonstelling waarin voornamelijk moderne kunstenaarsboeken te zien zijn, vanaf de jaren zeventig, internationaal, en vooral heel veel. Meer dan 250 boeken, de vitrines waren propvol, de teksten schaars. Niet bedoeld als informatie, maar puur om te tonen hoe groot de collectie is en om zelf te kijken en ontdekkingen te doen. De verzamelaar was zelf overweldigd door het enorme visuele spektakel.



Jack Ginsberg in de UJ Art Gallery (kingsway Campus), 23 maart 2017
Het begin van de tentoonstelling is al verpletterend. De eerste vitrine bevat niet alleen het beroemdste en waarschijnlijk meest kostbare twintigste-eeuwse kunstenaarsboek: Prose du Transsibérien et de la Petite Jehanne de France (1913) van kunstenaar Sonia Delaunay en dichter Blaise Cendrars. Niet alleen een luxe exemplaar, nummer 9 op Japans papier, ongevouwen, met opdracht van de auteur, maar bovendien het zeldzame prospectus, de gecorrigeerde galeiproeven van de tekst en drie originele geschilderde pagina's van Delauney. Wie dan nog niet jaloers is...

Omslag van Prose du Transsibérien et
de la Petite Jehanne de France
(1913)
In de tentoonstelling lagen ook boeken van Nederlandse kunstenaars. Onder andere van de al jaren in Amerika wonende Sjoerd Hofstra, maar ook Piet Zwarts Het boek van PTT (1938). Zeer herkenbaar ook het boek van Annesas Appel, View on the World Map (2013).


Robbin Ami Silverberg en Jack Ginsberg (met gast)
bij de vitrine met een werk van Annesas Appel
Tussen al die boeken wees Jack almaar zijn favorieten aan, maar eenzaam aan de top van zijn lijstje staat al enkele jaren de Duitse kunstenares Veronika Schäpers, van wie Museum Meermanno de belangrijkste werken in de collectie heeft en van wie de KB onlangs het boek met teksten van Cees Nooteboom kon kopen: Fuji (2016). Ik ben het met Jack volkomen eens: haar boeken zijn prachtig uitgevoerd, consequent doordacht, slim, subtiel, bijna onmogelijk om te maken en steeds totaal anders.

dinsdag 18 april 2017

145. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (4)

De eerste dag van Booknesses in Johannesburg (22 maart) eindigde met een presentatie en borrel in de Artist Proof Studio (APS) Newtown. Dit instituut, waar jonge kunstenaars worden opgeleid in verschillende druktechnieken, is gevestigd in een oud industrieel gebouw. De ateliers zijn opgericht door Kim Berman - een bijzonder actieve kunstenaar die veel sociale projecten in relatie tot de kunsten heeft georganiseerd en nog steeds organiseert - en de kunstenaar Nhlanhla Xaba (1960-2003). Xaba overleed tijdens de brand die het vorige onderkomen van de Artist Proof Studio in de as legde. Doel van de APS was: 'to reflect the spirit of a healthy democracy and the non-racial ideals expressed in the new constitution. Printmaking was seen as a counter force to the suspicion and division left from the apartheid years and, as a democratic medium, it was considered to be especially appropriate in helping to build a truly egalitarian society'. Kunst en politiek zijn nog steeds zeer verweven in Zuid-Afrika.



Demonstratie in de Artist Proof Studio
In de studio wordt tegenwoordig jaarlijks gewerkt aan een groot project met de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge. Deze keer was het project met enorme etsen die worden samengesteld met afdrukken van meerdere etsplaten, soms wel zestien of twintig. Alleen de beste kunstenaars in opleiding kunnen daaraan meewerken, want Kentridge kan geen concessies aan de kwaliteit doen. De andere kant van de medaille is echter voor het instituut zeer aantrekkelijk, want de helft van de oplage kan door de betrokken leerlingen zelf worden verkocht, zij het strikt tegen de prijs die de galerie van de kunstenaar zelf ook vraagt. Een van de studenten had inmiddels van de opbrengsten een Mercedes kunnen kopen om de lange dagelijkse rit van zijn huis naar de studio draaglijk te kunnen maken.


Werk in de Artist proof Studio, met (rechts vooraan, in wit shirt) kunstenaar William Kentridge
We kregen een demonstratie van het proces waarbij de op dun papier gedrukte etsen in een bad worden gelegd, bepoederd en vervolgens aaneen gelegd op een linnen ondergrond, zoals een oude plattegrond. De grote samengestelde etsen kunnen daarna niet in één keer door de pers (waarna ze voor altijd vast komen te zitten aan het linnen) en dus hebben de studenten, hun docenten en de kunstenaar net zo lang doorgewerkt tot een oplossing werd gevonden en het in twee delen kon gebeuren. Wel snel na elkaar, vanwege het krimpen van het bevochtigde papier.


Model voor de samengestelde ets van William Kentridge
Aan de muur hing de aquatint met een voorstelling van Garibaldi op een houten paard, het voorbeeld voor de studenten. De figuren zijn satirische referenties aan de Italiaanse geschiedenis. Een andere prent, 'The Triumph of Bacchus' werd ook zo bewerkt. De beelden zijn afkomstig van een project dat Kentridge in Rome uitvoerde aan de oevers van de Tiber, op een 500 meter lange strook tussen de Ponte Sisto en de Ponte Mazzini: 'Triumphs and Laments'. Tien meter hoog zijn de figuren in Rome en ze zijn tijdelijk, want met stenciltechniek aangebracht op de vervuilde muren. De openingen in de stencils zijn met een hogedrukspuit schoongespoten en zo zijn de figuren gecreëerd, die waarschijnlijk binnen een jaar of vijf weer toegedekt zullen zijn door het vuil dat de stad en vooral het autoverkeer produceert.

De aquatinten worden nauwkeurig aan elkaar gelegd, maar ze zijn niet echt bedoeld om aan de wand te hangen. Ze worden opgevouwen tot een kleiner formaat en in een speciale doos opgeleverd, die je als een boek in de kast kunt zetten. Het eindproduct is dus een kunstenaarsboek in een kleine oplage die het tijdelijke project in Rome op papier en op linnen tot iets van langer adem maakt.

zondag 16 april 2017

144. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (3)

Gisteren schreef ik dat een klein aantal sprekers op het Booknesses colloquium in Johannesburg (eind maart) bij verzamelaar Jack Ginsberg thuis de mogelijkheid kregen een kijkje te nemen in zijn bibliotheek.

We vroegen hem natuurlijk ook om Zuid-Afrikaanse kunstenaarsboeken en -objecten. De verzameling van Ginsberg is begonnen met kunst en boeken en allengs zijn die twee bij elkaar gekomen. Het hele huis hangt en staat vol kunst: schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken, en dan zijn er ook al een heleboel geschonken aan musea. Ginsberg heeft zich al jong ontwikkeld tot een mecenas voor de kunstenaars in Zuid-Afrika en is oprichter van de Ampersand Foundation. Fellows krijgen de mogelijkheid een maand in een appartement in New York te wonen en, zonder er iets voor terug te hoeven doen, kennis te maken met alle mogelijkheden die de New Yorkse kunstwereld hen biedt: collecties, contacten, ateliers, verzamelaars, etcetera. 


Beeldje in de collectie
van Jack Ginsberg
Een van de Zuid-Afrikaanse boeken die Jack Ginsberg ons toonde - naast werken uit zijn bijna complete collectie William Kentridge en opvallende stukken van de conceptuele kunstenaar Willem Boshof - was gemaakt door Keith Dietrich. Het heet Fourteen Stations of the Cross en dateert uit 2007.

Het is een fotoboek in drie delen dat de geschiedenis van de missie vanaf 1736 als uitgangspunt heeft genomen. Met satellietbeelden en met extreme close-ups toont hij het landschap van Zuid-Afrika.

Keith Dietrich, Fourteen Stations of the Cross (2007)
Deel 1 bevat achtergrondverhalen over het onderwerp. Deel 2 bevat luchtfoto's en landschapsbeelden in combinatie met persoonsnamen en data die met de missieposten te maken hebben. Deel 3 zoomt extreem in op de aarde en speciaal op plaatsen waar water gevonden kan worden.

De luchtfoto's zijn genomen vanaf twaalf kilometer hoogte, door een satelliet. De foto's van de grond zijn rijk aan detail en moeten steeds links en rechts open gevouwen worden. Het lezen wordt zo ook een contemplatieve ervaring die veel tijd en zorgvuldigheid eist. 

De tekst van het Stabat Mater en de namen van de missieleden en van alle daar gedoopte mensen lopen als een rode draad door het boek. In de inleidingen wordt daarnaar verwezen als naar een 'rivier van bloed'.


Keith Dietrich, Fourteen Stations of the Cross (2007)
Meer informatie over dit boek is te vinden op een speciale website over Zuid-Afrikaanse kunstenaarsboeken die is opgezet door de Smithsonian Institution in Washington.

Keith Dietrich, Fourteen Stations of the Cross (2007)
Keith Dietrich, Fourteen Stations of the Cross (2007)
Ook de website van de kunstenaar zelf (waarvan de laatste foto hierboven is overgenomen) geeft informatie over deze uitgave en over de maker.

vrijdag 14 april 2017

143. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (2)

De eerste dag van Booknesses zou eindigen met een bezoek aan de Artist Proof Studio Newtown, waar een project met William Kentridge zou worden gedemonstreerd.

Daarvoor was er tijd om bij verzamelaar Jack Ginsberg thuis zijn collectie te bekijken, of althans een groot gedeelte van de duizenden kunstenaarsboeken in zijn collectie, want ongeveer 250 ervan waren net overgebracht naar de expositiezaal van de universiteit voor een grote overzichtstentoonstelling. Ginsberg zal zijn collectie overdragen aan een andere universiteit, waaraan hij zelf studeerde, en daar worden ze ondergebracht in het Witts Art Museum.


Sarah Bodman, Jack Ginsberg, Inge Bruggeman en Robbin Ami Silverberg
in de bibliotheek van Jack Ginsberg (22 maart 2017)
Wat is er spannender dan met een verzamelaar en met experts en kunstenaars naar zulke boeken te kijken? Jack reed ons naar zijn huis waar we ruim twee uur konden zien wat we maar wilden, vooral veel Zuid-Afrikaanse kunstenaarsboeken natuurlijk, want die zijn buiten het land te weinig bekend. Maar ook enkele van zijn eigen favoriete boeken. Het gezelschap bestond (naast Jack en mijzelf) uit boekenmakers en -experts Sarah Bodman uit Bristol, die elke twee jaar een overzicht publiceert onder de titel Artist's Book Yearbook (in te zien op de leeszaal voor Bijzondere collecties in de KB), Robbin Ami Silverberg, papiermaker en boekkunstenaar uit New York (de Collectie Koopman heeft enkele van haar werken, Museum Meermanno heeft weer enkele andere) en Inge Bruggeman, typografe, kunstenaar en 'Assistant Professor & Director of Graphic Arts, University of Nevada' in Reno. Bepaald geen mensen die om een mening verlegen zitten.





Les six voies. Les mots (1991) gebonden door Louise Genest
Een van Jacks lievelingsboeken is een Franstalig samenwerkingsproject van zes kunstenaars onder wie Louise Genest: Les six voies. Les mots uit 1991 (De zes stemmen. De woorden). Genest heeft ook de band gemaakt. Daarvoor veranderde zij haar tweedimensionale illustraties in een driedimensionale versie, die echter normaal gesproken verborgen ligt in de band. Eerst moet je metalen pinnen verwijderen uit de boven- en onderzijde van de band, dan kun je de band openklappen en krijg je een pop-upboekband te zien gemaakt van talloze stroken leer.



Een ander bijzonder object was toevallig ook Franstalig: Nika met een (vertaalde) tekst van François Aubral, in 2002 vormgegeven door Anik Vinay. Het lijkt op een houten pilaar, en die kan openen als een leporello.



François Aubral, Nika, vormgegeven door Anik Vinay (2002)
Tientallen boeken werden zo bekeken, becommentarieerd en weer weggezet. De boeken staan niet per kunstenaar bij elkaar, maar eigenlijk op formaat al waren daar weer zoveel uitzonderingen op gemaakt, dat alleen Jack wist waar boeken stonden, tenzij iemand ze verkeerd teruggezet had natuurlijk. Reden waarom we allemaal verschillend gekleurde stroken papier plaatsten op de plek waar we een boek wegnamen. Er is natuurlijk bijna geen manier om zo'n grote collectie goed te bekijken in zo'n korte tijd, maar een groot genoegen was het wel. Jacks enthousiasme is aanstekelijk en zijn kennis fenomenaal.

donderdag 13 april 2017

142. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (1)

Eind maart was ik in Johannesburg voor het colloquium Booknesses: Taking Stock of the Book Arts in South Africa, georganiseerd door het Department of Visual Art, Faculty of Art, Design and Architecture, University of Johannesburg. Met toespraken, twee tentoonstellingen, bezoeken aan ateliers en presentaties was een levendig, informatief en vol programma samengesteld.

Op de eerste dag werd ik opgehaald door boekenverzamelaar Jack Ginsberg, in gezelschap van de keynote-sprekers Sarah Bodman en Robbin Ami Silverberg. Wij woonden eerst een seminar bij van de Amerikaanse kunstenaar Buzz Spector, die een humorvol en beeldrijk betoog hield over zijn boekobjecten en -projecten. Hij had de anekdotes vast al vaker verteld - daar waren ze te leuk voor - en één bleef er bij mij hangen. Die heeft hij eerder verteld in een boek van een paar jaar geleden, The Studio Reader, over ateliers van kunstenaars.
Buzz Spector, Shell Book (1982)
Zijn moeder had zijn eerste kunstenaarsboeken niet willen bekijken, of er in elk geval nooit iets over gezegd, omdat zij het als verwoed lezer niet kon verdragen dat hij de schaar in zijn boeken zette of de bladeren in stukken scheurde om er objecten van te maken. Maar bij dit boek uit 1982, een boek waarin schelpen en kiezelstenen zijn gelegd op ruimten die zijn geschapen door een deel van de pagina's weg te snijden, was het anders: ze had er lang en aandachtig naar staan kijken en toen opgemerkt dat dit erg leek op wat hij als kind al deed als zij naar de Morse Avenue Beach in Chicago gingen, aan het Michiganmeer. Hij legde er de schelpen en kiezels in rijen neer. 

Pas toen zij hem dit vertelde, herinnerde hij zich het gevoel weer dat hij als jongen ervoer: liggend op zijn buik in het warme zand. Hij was het totaal vergeten. Nu zag hij dat dit iets te maken had met zijn pogingen de wereld te ordenen, als kind al, maar ook als kunstenaar, en hoe deze kunstwerken met intieme herinneringen samenhingen.

Het ordenen van de wereld.

Als kind schoof ik in de boekenkast van mijn ouders stelselmatig de boeken op de onderste planken helemaal tegen de achterwand aan. Bij de andere rijen kon ik nog niet komen. Wat zou dat in hemelsnaam te betekenen hebben?

woensdag 5 april 2017

141. Een vroege Youp van 't Hek

Door mijn eerdere blogs over Een vroege Hella Haasse, Een vroege Toon Tellegen en Een vroege Ingmar Heytze kreeg ik van het Haagse antiquariaat Fokas Holthuis voor de KB een andere onbekende vroege editie aangeboden (het exemplaar werd kort daarvoor via Catawiki verkocht): een hele vroege Youp van 't Hek. 

Van 't Hek oudste boek in bibliotheekcollecties is 13 liedjes van Youp van 't Hek uit 1979, toen de cabaretier een jaar of 25 was. Maar vijf jaar daarvoor, hij was net 20, verscheen al een klein uitgaafje met teksten in verschillende genres: Herfstbladerboekje door Youp.



Voor- en achterzijde van
Herfstbladerboekje van Youp
(1974)
Het hele boekje is gedrukt in paars, door Drukkerij Van der Hert uit Bussum en het is geïllustreerd door Fred Breitenstein (Frederik A.J. Breitenstein), die in 1970 en 1971 twee romans van C.S. Forester van illustraties voorzag, en die later nog andere jeugdboeken zou illustrereen (zoals De eerste vijand was de gruwelijke zee... en twee andere zeeverhalen uit de Tweede Wereldoorlog van Nicholas Monsarrat, 1979). 

Youp van 't Heks herfstboekje heeft een klein formaat van 61x100 mm. Het is kennelijk nooit in de handel geweest, maar als promotie door Van 't Hek verspreid, en dan ook niet in een openbare collectie voor handen, dat wil zeggen, inmiddels is er dus een exemplaar in de KB.

Pagina's uit Herfstbladerboekje door Youp (1974)
De teksten zijn divers: poëzie, uitspraken ('Ajax is beter dan Feyenoord'), anekdotes en woordenlijstjes ('woorden die je lekker doen voelen'). Het boekje verscheen in de herfst van 1974 bij Bouffon artistique in Amsterdam. Bouffon artistique was gerelateerd aan cabaret Nar, een samenwerking met onder anderen zijn huidige vrouw Debby, en hield zich naar eigen zeggen bezig met 'het verspreiden  van creativiteit van jonge mensen'.