dinsdag 16 mei 2017

152. Kunstenaarsboeken in Johannesburg (11)

De laatste congresdag van Booknesses (zondag 26 maart) hield onder andere Mary Hark een mooi verhaal over het maken van papier in Ghana. Dat gebeurt steeds op basis van lokale planten en is ingebed in het lokale onderwijs.

Mary Hark met schoolkinderen in Kumasi (Ghana)
Het was een van die verhalen die veel indruk maken, omdat ze getuigen van volharding om, jaar in jaar uit, nieuwe mogelijkheden te ontwikkelen (vooral ook financieel en beleidsmatig) om met het aanleren van technieken (zoals papiermaken of boekbinden) soms zeer afgelegen wonende groepen te bereiken. Kim Berman vertelde over dit soort projecten in Zuid-Afrika zelf, waarbij politieke wijzigingen steeds de behaalde verworvenheden onderuit konden halen en dus steeds opnieuw subsidie moest worden geregeld op andere gronden, om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat lokale groepen hun eigen papier konden blijven maken en verkopen, en dat ze verouderde of kapotte apparatuur ook konden repareren of vervangen. Een constant en liefdevol educatief beleid is er van overheidswege niet.

Zelf moest ik die ochtend spreken. Mijn praatje ging over de typografie in meertalige kunstenaarsboeken. Na afloop van de eerste sessies vond een rondetafelgesprek plaats over Zuid-Afrikaanse boeken als 'democratische kracht'. Isabel Hofmeyr leidde de discussie. Muzi Gigaba sprak over zijn kunst; Sikhumbuzo Mngadi hield een verhaal over mannelijkheid en culturele transitie; Siya Masuku liet zien hoe hij werkte aan een Zulu-spraakboekje (Siyafunda: isiZulu) - ik kocht een exemplaar voor de kinderboekencollectie van de KB; en Nonkululeko Chabalala hield een strijdbaar pleidooi voor een vrijere educatie in Zuid-Afrika. In de regel komt dat laatste neer op de vraag: waarom moeten wij Melville of Shakespeare leren lezen? Is er soms geen waardevolle Zuid-Afrikaanse cultuur?



Nonkululeko Chabalala's beelden van protest-zines  op de achtergrond van de discussie
Het was natuurlijk een van de meer heikele punten die overigens twee kwesties betrof: de ondervertegenwoordiging van zwarte deelnemers aan het congres (en aan de maatschappij) en de afwijzing van de Amerikaanse of Europese geschiedenis. 

Jack Ginsberg vroeg Nonkululeko Chabalala of zij de zines waaraan zij had bijgedragen ook bewaard had. Wie verzamelt die? Er zijn nauwelijks verzamelaars van deze nieuwe culturele producten, maar bij de makers ontbreekt bovendien het besef ze te bewaren voor later. De onzichtbaarheid van de zwarte Zuid-Afrikaanse geschiedenis kan niet worden goedgemaakt door de vernietiging van de witte historie en de toekomstige situatie zal weinig anders zijn, als de huidige publicaties, ook affiches en pamfletten van protesterende studenten, niet worden bewaard, gekoesterd en ontsloten via catalogi en online beeldbanken.

Het was een van de punten die ook bij de 'summation' van de conferentie aan het slot ter sprake kwamen. Sarah Bodman en Robbin Ami Silverberg hielden die samenvatting (ze hadden mij gevraagd ook iets concluderends te formuleren). Er moet nog veel gebeuren, maar er is ook al heel veel bereikt met deze conferentie: de werelden van de universiteit, het onderwijs, bibliotheken en archieven, de wereld van de praktijk van uitgeven, drukken, papiermaken en boekbinden waren in dit congres verbonden en het netwerk van alle deelnemers is uitgebreid en verstrekt; er is een netwerk van buitenlandse ambassadeurs rond het Zuid-Afrikaanse kunstenaarsboek in het leven geroepen en er zijn vast nog meer verbindingen te zoeken en te maken. Iedereen is er weer van doordrongen dat, zoals Kim Berman, zei: 'Books are powerful.' 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten