vrijdag 22 december 2017

187. Art-decoboekbanden in de KB

Het Gemeentemuseum in Den Haag toont in de tentoonstelling 'Art Deco Paris' mode, juwelen, beeldhouwwerken, stoffen, schilderijen, schetsontwerpen, foto's en films, gearrangeerd rond de mode-ontwerpen van Paul Poiret (1879-1944), zijn vrienden en de schilders wiens werk hij verzamelde, zoals Kees van Dongen en Pablo Picasso. 

Poiret was rond de Eerste Wereldoorlog de leidende modekoning van Parijs. Hij ontwierp een lossere kledinglijn zonder dwangbuisachtige corsetten en verwerkte kleurrijke en luxueuze stoffen en oosterse invloeden zoals kimono's en tulbanden in zijn creaties. Hij was de eerste couturier met een eigen parfumlijn.

De art deco is volgens de tentoonstellingstekst al in opkomst vóór de Eerste Wereldoorlog, maar de bloeiperiode lag rond het jaar van de tentoonstelling waaraan de stroming zijn naam zou danken: de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs (1925). 

Georges Lepape, Les choses de Paul Poiret (1911)
Paul Poiret stond ook bekend als een 'bibliophile formidable', maar dan vooral als uitgever van portefeuilles met modeprenten en tijdschriften op dit gebied. Waar zijn bibliotheek is gebleven, weet ik niet. In 1925 verkocht hij veel van zijn schilderijen, in in 1929 werd zijn bedrijf failliet verklaard; wellicht is toen alles geveild. 

Poiret had een ex libris dat hij bijvoorbeeld aanbracht in een eerste druk van Gustave Flauberts Madame Bovary (1857). Dat exemplaar werd in 2002 bij Christie's geveild.

Boeken uit zijn verzameling zijn in de tentoonstelling niet te zien, wat jammer is, aangezien de periode van de art deco juist prachtige boekbanden en boekillustraties heeft opgeleverd.

Daarom hier een selectie uitgeversbanden en handgemaakte unieke boekbanden uit de art-decoperiode. De boeken maken deel uit van de collectie van de KB.



Band door René Kieffer voor
Blaise Cendrars, Frans Masereel, Les Paques à New-York (1926)

Enkele boekbanden uit het atelier van René Kieffer


Die boekbanden tonen allerlei facetten van de art deco waaronder machinale en serieproductie, gebruik van kunststof zoals bakeliet, geometrische motieven en patronen, moderne stijlprincipes ontleend aan het kubisme, maar ook aan de Aziatische toegepaste kunsten en de vliegtuigindustrie. Deze kenmerken onderscheiden de art deco van de art nouveau met zijn vloeiende lijnen en unica.

Een van de binders die luxe uitgaven in leren uitgeversbanden produceerde was René Kieffer (1875-1964). De banden waren serieproducten, waarbij een (groot) deel van de oplage (of zelfs de hele oplage) identiek gebonden werd. Daarnaast bleef hij overigens unica maken.


Etiket van boebbinderij René Kieffer
De in serie gemaakte banden kunnen in één kleur zijn gesteld; vaak werden ze in varianten uitgevoerd, zoals Les Paques à New-York (1926) van Blaise Cendrars en Frans Masereel. Daarvan is het KB-exemplaar gebonden in blauw leer, maar er zijn ook exemplaren waarbij het geometrische patroon met driehoekjes en vierkanten is uitgevoerd in goud op grijze platten.


René Kieffer, boekband (detail) voor
Georges Duhamel, Les hommes abadonnés (1925)
Vaak zijn de Kieffer-ontwerpen economisch uitgedacht: voor- en achterplat van de band zijn identiek en konden met één en dezelfde plaat worden gestempeld. Dat geldt bijvoorbeeld voor de uitgave van Georges Duhamel, Les hommes abandonnés uit 1925. De geabstraheerde figuur is uitgevoerd in donkerbruin op bruin leer. De meeste exemplaren zijn echter in een eenvoudig papieren omslag op de markt gebracht. Het KB-exemplaar is een van de vijftig exemplaren op luxe papier.


René Kieffer, band voor Paul Claudel, Verlaine (1922)
Zo'n grote plaatstempeling werd ook vervaardigd voor het essay van Paul Claudel over de dichter Verlaine uit 1922. De illustraties in het boek zijn van André Lhote. Hierop zijn waaierachtige vormen gebruikt in combinatie met deels afgebeelde motieven zoals ruiten en  meanders.

In sommige gevallen werd de bandillustratie ontworpen door de kunstenaars die het boek illustreerden, in andere gevallen door het bindatelier en dan is er soms wel en vaak ook niet een relatie tussen tekst en bandillustratie.


René Kieffer, boekband voor Luc Durtain, Frans Masereel, Découverte de Longview (1927)
In de KB-collectie bevinden zich twee exemplaren van de Kieffer-uitgave Découverte de Longview (1927), een samenwerking van auteur Luc Durtain en kunstenaar Frans Masereel. De banden zijn uitgevoerd in varkensleer, versierd met een geometrisch patroon dat een stukje van de plattegrond van de stad Longview representeert. Het éne exemplaar is in zwart gestempeld op bruin leer, het andere in grijs op grijs leer. Let wel: in dit geval verschillen de  patronen op de rug.


René Kieffer, boekband voor Luc Durtain, Frans Masereel, Découverte de Longview (1927)

Er zijn meer dan dertig Kieffer-banden te vinden in de KB-collectie.


Een bijzondere boekband door Rose Adler


Een van de topbinders uit de art-decotijd was Rose Adler (1890-1959). Van haar is in de KB-collectie één boekband aanwezig die zij maakte voor een tekst van Paul Valéry, Fragments du Narcisse uit 1947. De band zelf werd gemaakt in 1950 en is uitgevoerd in marokijn. De platten zijn verdeeld in beige en groene vlakken waarbij de kleurstelling boven en onder steeds tegengesteld is. De bovenste helft van het plat is versierd met enkele horizontale witte lijnen waarbij de tussenafstand naar beneden toe steeds groter wordt; de onderste helft vertoont veel meer lijnen die zijn uitgevoerd in palladium.

Rose Adler, boekband voor Paul Valéry, Fragments du Narcisse 1947)
De mythologische figuur van Narcissus wordt verliefd op zijn eigen spiegelbeeld in het water. Die spiegeling is hier met abstracte middelen weergegeven, met de naam Narcisse in het centrum. Het is een late band van deze boekbinder die als van de grootsten van haar tijd wordt beschouwd, maar toch is de art-deco er nog duidelijk in te ontwaren.

Een boekband in bakeliet?


Een boekband waarvan zou kunnen worden aangenomen dat die gemaakt is van bakeliet is er een voor een roman van René Bazin, Les Oberlé met 18 houtsneden door Henry Cheffer (1929). Gebonden door Jotau.

De bindersnaam Jotau is een samenstelling van Joseph Taupin (Jo Tau), wiens boekbinderij in de jaren twintig fuseerde met drukkerij Paul Brodard tot Brodard et Taupin. Deze binderij gebruikte het toen nieuwe materiaal voor verschillende banden, waarvan de versiering bijna identiek is, met een pianoscharnier en een strook met versieringen waarop een titelschild is gemonteerd. Het procedé was gepatenteerd (vandaar ook de vermelding BREVETÉ S.G.D.G).

De toepassing van deze nieuwe kunststof is typisch voor de art deco. Het zwarte KB-exemplaar is in 2009 onderzocht door het Instituut Collectie Nederland (ICN, later opgegaan in de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed). De uitslag daarvan was dat de band van bakeliet werd gemaakt.


Jotau (Jopeh Taupin), band voor René Bazin, Les Oberlé (1929)
Daar moet overigens over gezegd worden dat bakeliet feitelijk geen materiaal, maar een merknaam is. Het gaat bij de zwarte kunststof in wezen om phenol-formaldehyde. De felgekleurde banden die ook werden gemaakt werden vervaardigd uit ureum-formaldehyde. [Met dank aan Rens Top en Reindert de Groot.]

Enkele Nederlandse art-decoboekbanden: Hilde Schröder


Ook op Nederlandse boekbanden is de art deco doorgedrongen. Daar zijn geen internationaal vermaarde namen aan te plakken, en zelfs in Nederland zijn de namen van boekbinders vaak onbekend. Hier zien we de art deco vooral terug in de belettering en soms in patronen. Wat we minder zien is overdaad en luxe; de boekbanden van Nederlandse makelij waren sober. Nederlandse boekenverzamelaars zijn dan ook minder uitbundig dan hun Franse vrienden.

Hilde Schröder, band voor W.F. Gouwe, Vorm (1932)
Voor een uitgave uit 1932, W.F. Gouwe's Vorm, maakte boekbinder Hilde Schröder een band. Schröder (1912-2000) volgde een cursus boekbinden tussen 1929 en 1933 aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs en liep stage in Wenen en Parijs. Van 1934 tot 1943 had zij een atelier in Den Haag. Waarschijnlijk is daar dan ook de band voor Vorm gemaakt. Die is uitgevoerd in blauw marokijn, met opleg in beige marokijn dat in goud is bestempeld.

Hilde Schöder kreeg in 1934 een van haar eerste opdrachten van Hélène Kröller-Müller. Eind 1936 werd door de 'schooljeugd' een door Schröder bewerkte lederen map met een oorkonde aangeboden aan prinses Juliana en prins Bernhard. De Koninklijke Begeer exposeerde boekbanden van Schröder in 1939 (ze werden besproken in Het Vaderland, 26 mei 1939). In augustus 1940 waren boekbanden van Schröder te zien op de Nederlandse inzending voor de Leipziger Messe. Zij was er de 'leidster' van de 'afdeeling Ambacht' - het publiek kocht in Leipzig overigens vooral sieraden, keramiek en klompen.

In 1946 huwde Hilde Schröder Mr Erhard Gustav Heinrich Frech (1902-1973) (voor hem zijn tweede huwelijk, hij was gescheiden van eerste echtgenote, de modetekenares Eri Tack). 


Hilde Schröder, band voor Georges Duhamel, La possession du monde (1925)
Voor een roman van Georges Duhamel, Oeuvres III, La possession du monde (1925) maakte Schröder een band van zwart marokijn. De versiering op de platten bestaat uit een baan van opgelegd okerbruin marokijn in de vorm van een winkelhaak. 


Hilde Schröder, band voor
E.H. Korevaar-Hesseling, Kunstgeschiedenis (1923)
Een ander art-decopatroon bracht Hilde Schröder aan op een band van donkerblauw geitenleer, met inleg van grijs geitenleer. Daarin werd een uitgave van E.H. Korevaar-Hesseling over  Kunstgeschiedenis (1923) gebonden. De lijnen en de centrale balk met de titel vormen een architectoraal geheel. De rug doet in het ontwerp overigens niet mee. Dat geldt ook voor de volgende band.


Hilde Schröder, band voor
Eleanor Fortescue Brickdale's Golden book of famous women (1919)
Eleanor Fortescue Brickdale's Golden book of famous women uit 1919 werd door Schröder gebonden in groen geitenleer, met een opleg van beige, zwart en bruin geitenleer. De opgelegde stukjes leer vormen een patroon dat langs de rand van het voorplat loopt. De afwisseling van zwart en goud is een typerende kleurcombinatie in de art deco die luxe uitstraalt.

Hilde Schröder won een gouden medaille voor leerbewerking tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1938.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten