dinsdag 6 november 2018

225. Het Land van Tederheid

In het Louvre-Lens, een half uurtje ten zuiden van Lille in de verlaten mijnstreek in de regio Nord-Pas-de-Calais, is momenteel een tentoonstelling te zien over 'L'Amour', de liefde dus, of liever, de seksuele verhouding tussen de seksen.


Louvre-Lens (oktober 2018)
De inrichting van de zalen in deze speciale tentoonstelling is schitterend, de gekozen werken niet zelden middelmatig maar wel illustratief voor de subthema's, zoals daar zijn: de veroordeling van de vrouwelijke seksualiteit, de hoofse liefde, de relatie tussen de seksen, het genot en het gevoel. In een van de zalen werd een kaart getoond van een imaginair landschap met plaatsen die geliefden moeten aandoen (of juist vermijden) op hun weg naar de liefde. 



Madeleine de Scudery,  Clélie, histoire romaine (1654)
Die kaart van het 'Land van Tederheid' verscheen in Madeleine de Scudéry's Clélie, histoire romaine in 1654. In 1676 verscheen er een Nederlandse editie van; ook de kaart was in het Nederlands gesteld, met een 'zorgelikke zee' (La mer dangereuse) en het 'meijr van onverschillentheijt' (lac d'indiference) en met plaatsen als Teederheit, Aandringen, Vergetenheit, Goedtheit, Opgeblaazenheit, Oprechtigheit en de stad Nieuwe Vrientschap.



De Scudéry, Clelie. Roomsche historie (1676)
Nu bestaan er vrij weinig plaatsnamen die verwijzen naar eigenschappen, karaktertrekken en gevoelens. Plaatsen als Ontzagh en Deughtzaamheit kennen we in Nederland niet. In de relationele sfeer kennen we wel plaatsen als Echten, in de rationele sfeer is er Oordeel en in de emotionele sfeer is er bijvoorbeeld Vrederust. Te weinig voor dichters om een literaire tocht door het land te maken, al zijn er veel plaatsnamen die tot de verbeelding kunnen spreken, zoals Broek, Dante, De Geest, De Hel, Kinderbos, Klef, Muggenbeet, Oventje, Vrouwenverdriet en Vuilkop.

Maar met vindingrijkheid kom je een eind, ook als er buitenlandse plaatsnamen mogen worden meegenomen, zoals die in Zuid-Afrika. De dichter Peter Heringa (1945-1978) gebruikte een reeks plaatsnamen in zijn gedicht 'Een dronk op het terras van La Concorde', voor het eerst verschenen in de onder het pseudoniem H.G. Liebentrau gepubliceerde bundel Vrijstaat (1982).



H.G. Liebentrau, Vrijstaat (1982)
La Concorde, de eerste locatie in het gedicht, ligt ten oosten van Kaapstad in het plaatsje Paarl. Concorde betekent: harmonie.


H.G. Liebentrau, Vrijstaat (1982)
De tweede naam is Vrijstaat, dat niet alleen verwijst naar de betwiste streek in Zuid-Afrika, de voormalige Oranje Vrijstaat (vrijstaat betekent eigenlijk: onafhankelijke republiek), maar hier in een seksuele betekenis wordt gebruikt voor wat in Clélie nog 'tederheid' werd genoemd, de staat van het vrijen, seks. De annexatie van die staat slaat dan op een seksuele verovering en 'eenwording'.


H.G. Liebentrau, Vrijstaat (1982)
Op de zoon van Rust-en-Vrede kom ik nog terug. Rust-en-Vrede is een landhuis in Stellenbosch. Maar de weg die deze zoon aflegt begint elders.


H.G. Liebentrau, Vrijstaat (1982)
Helderberg is een gebied onder Stellenbosch, ten oosten van Kaapstad. We bevinden ons dus nu in het zuidoosten van Zuid-Afrika, en de reis gaat in noordoostelijke richting. De volgende plaats is dan Springfontein, maar de naam Donkerpoort werd niet voor niets al genoemd, die ligt op een diagonaal tussen Helderberg en Springfontein. Dan zitten we al in de provincie Vrijstaat! Intussen wordt ook duidelijk dat de plaatsnamen verwijzen naar een homoseksuele vrijpartij, en de 'ontbranding' blijft niet lang uit. De volgende plaatsnaam is Brandfort, dat ten noorden van de plaats Bloemfontein moet worden gezocht. We reizen langs een rechte lijn door de Vrijstaat.

Na Edenville en Heilbron verwijzen beide naar een passionele, bevredigende verrukking, waarna de eenwording in Vereeniging plaatsgrijpt. 'We komen er', staat er voor de duidelijkheid nog bij. De plaats Vereeniging ligt juist buiten de Vrijstaat. Het is dus alweer voorbij.


H.G. Liebentrau, Vrijstaat (1982)
Maar dan begint het tweede bedrijf en die tocht gaat terug naar de bron, zogezegd, want dan volgt de spreker in het gedicht 'een zout spoor dat ik traag volg omlaag'. Het woord 'voortrekker' krijgt hier een andere betekenis.

Intussen is de zoon van Vrede-en-Rust nog van belang. Vereeniging ligt ten zuiden van Johannesburg. Iets ten oosten daarvan ligt het plaatsje Vrede. Helemaal aan het begin van de tocht, in de Westkaap, ligt het plaatsje De Rust. De zoon van Rust-en-Vrede is dus een zoon van Zuid-Afrika, maar ook een brenger van het tegendeel van rust en vrede: passie en overgave.

De KB heeft twee exemplaren van de bundel Vrijstaat die werd gedrukt door Ger Kleis voor zijn private press Sub Signo Libelli. Het ene is gebonden in linnen en op fraai papier van Zerkall-Bütten gedrukt, het andere is een exemplaar van de luxe editie die werd gedrukt op negentiende-eeuws papier en gebonden in halfleer met platten die bedekt zijn met marmerpapier.



H.G. Liebentrau, Vrijstaat, 1982
Peter Heringa publiceerde tijdens zijn leven uitsluitend werk bij private presses, en af en toe iets in het tijdschrift Maatstaf, waarin ik in 1987 ook een artikel over zijn gedichten en vertalingen publiceerde (online te lezen via DBNL). Een van de recensenten van dat nummer van Maatstaf kon niet geloven dat zo'n dichter echt zo onbekend was; het moest dus wel om een grap moest gaan, een mystificatie. 

Heringa bleef onbekend, ook al publiceerde Gerrit Komrij in 2005 een bloemlezing uit zijn werk onder de titel Quasi una romanza. Dat was een deel van Komrij's Sandwich-reeks, waarin debuten verschenen, maar ook werk van vergeten dichters. Heringa debuteerde daarmee voor het grotere publiek meteen als een vergeten dichter...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten