donderdag 25 juni 2020

283. The Codex Papers Volume Two

The Codex Foundation heeft onlangs het tweede deel van de Codex Papers gepubliceerd.

The Codex Papers volume two (2020): voorzijde omslag

Deze aflevering bevat enkele toespraken die gehouden zijn tijdens het voorgaande Codex Symposium in februari 2019, namelijk die van kunstenares Tatjana Bergelt en boekhandelaar Susanne Padberg, maar ook gesprekken van boekkunstenaars uit Scandinavië - "Codex Polaris" was het thema van de Codex Fair dat jaar. Kunstenaars en drukkers in die noordelijke landen kenden elkaar voorheen nauwelijks, maar dankzij het door Codex gekozen thema en het netwerk dat enkele van die kunstenaars en drukkers sindsdien hebben opgezet, is er nu samenwerking en uitwisseling ontstaan en is het werk ook ver buiten de regio in de belangstelling gekomen.

Voor de Collectie Koopman van de KB kocht ik destijds een werk van Tatjana Bergelt: Rhytmus les rouge (2012), een werk dat maar in zes exemplaren is gemaakt met een tekst van Marcel Moreau en litho's van Bergelt, een Duitse kunstenaar die al jaren in Finland woont.

De aflevering opent met een toespraak van Codex-oprichter Peter Koch. Dit stuk ('Navigating the Third Stream') zou hij hebben gehouden bij het symposium ter ere van zijn werk in de Grolier Club in oktober 2019, ware het niet dat hij de avond ervoor had besloten iets heel anders te vertellen. Hij hield een prachtig verhaal over het opgroeien met boeken in Montana, zijn leermeesters aan de universiteit waar hij jaren de tijd kreeg voor zijn educatie - met tussendoor verre reizen. Het verhaal moest vanwege de tijd ophouden - precies waar hij zou toekomen aan zijn eerste proeven als drukker... Maar nu hebben we dus het oorspronkelijke essay, waarin hij zegt een stroming aan te hangen waarbij kunstenaarsboek en private press in elkaar overgaan. Hij ziet bijvoorbeeld het werk van Veronika Schaepers en Didier Mutel als exemplarisch - en natuurlijk ook zijn werk dat diep is ingebed in de drukkerstradities van de Amerikaanse westkust.

Verder bevat The Codex Papers artikelen over de Franse boekbinder Louise Bescond (door Pierre Walusinski) en over Parijse boekwinkels (door de redacteur Gerald W. Cloud) - en enkele grondige recensies van tentoonstellingen en publicaties. 

Binnen afzienbare tijd te lezen in de leeszaal Bijzondere Collecties van de KB.  

dinsdag 23 juni 2020

282. Gepubliceerd: "A Number of Books": waarom een beperkte oplage?

Vorige week is het feestelijke dubbelnummer 1-2 van de vijftigste jaargang van Quaerendo veschenen. Quaerendo is het Nederlandse, maar Engelstalige tijdschrift voor boekwetenschappers, onder eindredactie van Lisa Kuitert (UvA). Het zou worden gepresenteerd tijdens het SHARP-congres in Amsterdam - het jaarlijkse internationale congres van de Society for the History of Authorship, Reading and Publishing, maar dat is vanwege Covid-19 een jaar verschoven naar 2021. Maar het feestnummer is er!

Quaerendo, 50 (no 1-2)


Voor deze aflevering schreef ik een artikel over het nummeren van exemplaren van een gelimiteerde oplage: "A Number of Books. The Flexible Function of Limitation Statements". Het gaat in op een eigenaardigheid van het nummeren van bibliofiele edities. Tegenwoordig vinden we het vanzelfsprekend dat een boekje dat in zeventig exemplaren wordt gedrukt op een handpers bestaat uit een genummerde oplage (1-70), soms zelfs nog met een aparte nummering (I-X), of met geletterde exemplaren (A-C) of met op naam gedrukte exemplaren. 

Het lijkt zo normaal dat als je terugkijkt naar het begin van de moderne private press-beweging je daar hetzelfde verwacht. Maar rond 1890, toen William Morris met zijn Kelmscott Press was begonnen, waren het juist niet deze boeken die genummerd werden. Niet één van de uitgaven zijn Morris's pers zijn genummerd en meestal staat in het colofon niet hoeveel er zijn gedrukt.

Het begin van deze bibliofiele gewoonte ligt dus niet daar. Maar waar wel? Dat is niet eenvoudig vast te stellen. Gelimiteerde uitgaven van rond 1800, een eeuw eerder, waren juist niet genummerd; maar in sommige landen werden wel de 'large paper copies' van een editie genummerd (de gewone dan niet). Ook is er al eerder sprake van genummerde exemplaren, maar die nummering lijkt samen te hangen met copyright. En dan is er nog de kunst: prenten werden tegen het einde van de negentiende eeuw steeds vaker uitgegeven in genummerde edities. De kunstenaars die private presses begonnen namen die gewoonte van hun prent-edities niet mee naar de private press-wereld.

Tegelijk met Morris was wel de opkomst van de gelimiteerde, luxe uitgave van reguliere uitgevers die een bibliofiel publiek probeerden aan te spreken. Zo verscheen van Oscar Wilde's The Picture of Dorian Gray (1891) een gewone, ongenummerde editie van 1000 exemplaren, waarin niet werd vermeld dat er ook een gelimiteerde editie was van 250 'large paper copies' en die luxe exemplaren waren door de auteur gesigneerd...

Enfin, lees het maar na, want uitgever Brill heeft de hele aflevering in open access geplaatst. Zie hier voor de link naar mijn artikel "A Number of Books".

Oscar Wilde, The Picture of Dorian Gray (1891)
[Morgan Museum & Libraries]