woensdag 27 januari 2021

293. Liefdesbrieven van schrijvers

Op de blog-pagina van de KB schreef ik de afgelopen weken in het teken van het thema Liefde en vriendschap drie blogs: Liefdesbrieven voor dummies (1) en Liefdesbrieven voor dummies (2) (beide over adviesboekjes: hoe schrijf je een liefdesbrief), gevolgd door Liefdesbrieven van schrijvers (1), met aandacht voor de liefdesbrieven van Gerard Reve en Anna Blaman. Volgende week maandag volgt de laatste aflevering Liefdesbrieven van schrijvers (2) over Bilderdijk, Multatuli en hun minnaressen. (Zie de pagina over liefdesuitingen, ook voor andere blogs, podcasts en videos).

Brievenboek voor verliefden (20ste druk, 1895)

In de laatste aflevering wijs ik ook nog op de laat-negentiende-eeuwse instructieboeken voor verliefden. Die verschenen overal. In Duitsland bijvoorbeeld had je de Vollständiger Briefsteller für Liebende en de Neuester Liebes-Briefsteller, welcher Briefe für alle nur denkbaren Verhältnisse aus dem Liebesleben enthält. Jaar in jaar uit verschenen nieuwe edities.

Uitgeverij Van Goor publiceerde in 1870 een eerste druk van Brievenboek voor verliefden. Verzameling van 115 brieven, toepasselijk op alle omstandigheden, die bij de verliefden kunnen voorkomen. Het was een enorm succes waarvan regelmatig herdrukken werden uitgebracht. Een zevende druk verscheen in 1875, de twintigste in 1895. Omdat het goed verkocht verschenen er maar weinig advertenties voor, dat was eind negentiende eeuw helemaal niet nodig.

Na 1900 veranderde dat. Er verscheen bijvoorbeeld een advertentie voor de 21ste druk in 1903, de 27ste druk in 1908 en de 28ste druk in 1910. Kennelijk begon het boek na de eeuwwisseling slechter te lopen en was er reclame nodig om het weer onder de aandacht te brengen. Waarschijnlijk was het gewoon verouderd. Toch hield uitgever Van Goor vol en de 44ste druk verscheen in 1919, de 48ste druk in 1923. Zulke boeken ondervonden altijd concurrentie. In de negentiende eeuw was er het Brievenboek voor verliefden van beider geslacht en in de jaren twintig was er het Brievenboek voor verliefden en verloofden.

In openbare collecties zijn van al die drukken maar spaarzaam exemplaren overgebleven. Een dertiende druk bevindt zich in de Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg. Verder zijn er drie bibliotheken met een exemplaar van de fotomechanische herdruk van de eerste uitgave, die in 1973 door Van Goor werd gepubliceerd (in de KB, in het Meertens Instituut en bij Atria). Voor de KB kocht ik onlangs de twintigste druk uit 1895.

Het verouderen van het boekje werd geboekstaafd in grapjes en verhalen. Het boekje is bijvoorbeeld genoemd in een feuilleton van Paul Heyse (1830-1914) voor De Telegraaf: 'Avontuur van een blauwkousje', een vervolgverhaal over zekere Tine.

De Telegraaf, 12 januari 1901

Op een dag ontvangt ze een brief van haar verloofde en daarover wordt gezegd: 

Het waren twee bladzijden van zijn vast, krachtig schrift, niet onvriendelijk, doch toch ook niet in zulk een toon gesteld om in een "Brievenboek voor verliefden" te worden opgenomen.

Waarschijnlijk vrij vertaald uit het Duits (maar ik kan nu niet nagaan welk verhaal eraan ten grondslag heeft gelegen) maakt de vertaler voor De Telegraaf gebruik van de bekendheid van het Nederlandse Brievenboek voor verliefden, zodat de lezer meteen weet dat het geen modelbrief was.

De status van zulke voorbeeldboeken nam af en dat was te zien aan een grapje uit 1909, verschenen in De Courant van 20 maart 1909.

De Courant, 20 maart 1909

Moeder vindt in de schooltas van haar dochter 'een brievenboek voor verliefden'. Ze spreekt vader er op aan: 'is 't geen schandaal'. Het antwoord van de vader luidt: 'Zeker, een meisje van haar leeftijd moet die dingen zelf kunnen schrijven.' 

De moraal was iets veranderd.

dinsdag 19 januari 2021

292. Liefdesbrieven voor dummies

De afgelopen maanden hebben presentaties van de KB in het teken gestaan van het thema Liefde en vriendschap en tot en met februari worden nieuwe blogs, podcasts, videos en afbeeldingen online gezet. Vorige week ging mijn blog 'Liefdesbrieven voor dummies (1)' online; gisteren volgde deel 2 (zie Liefdesbrieven voor dummies (2). Er komen ook nog twee blogs over liefdesbrieven van Nederlandse auteurs uit het verleden. Hieronder de eerste blog.

Liefdesbrieven voor dummies (1)


Verliefd worden kun je niet leren, maar liefdesbrieven schrijven wel. Toch, een liefdesbrief opstellen is misschien even lastig als hem ontvangen. Want hoe moet de aangeschrevene reageren en wat moet je schrijven als je verliefd bent?

Chris Stikkers, Hier is mijn hart (2001)


Natuurlijk, er zijn voorbeelden. De KB-collectie bevat talloze liefdesbrieven in handschrift en liefdesbrieven van beroemdheden zoals Multatuli en Willem Kloos worden in dikke bundels gepubliceerd. Ook zijn er bloemlezingen met brieven van Belle van Zuylen, Willem Bilderdijk, Martinus Nijhoff en Anna Blaman en internationale voorbeelden hebben het pad geëffend: Cicero, Flaubert, Byron, Charlotte Brontë, Dostojevski, Paula Viardot, Goethe en Charlotte von Stein, Kafka en Felice Bauer, en zo voort tot en met Freud en Luther aan toe.

Waar jij niet bent, is niemand.
Liefdesbrieven uit de wereldliteratuur (1994)


Je kunt zo’n brief van Multatuli natuurlijk gewoon overschrijven, maar als de ontvanger toevallig net iets gelezen heeft van de oude man – dit jaar precies tweehonderd jaar geleden geboren – wordt het niks met de liefde.

Gelukkig, er zijn cursussen liefdesbrieven schrijven. Die kunnen natuurlijk ook per mail worden verzonden, maar als je de online fora moet geloven worden die niet helemaal serieus genomen. Toch, papier is geen garantie voor liefde zoals blijkt uit een commentaar op Forum.scholieren.com: 'mijn ex [schreef] in haar vakantiekaartje dezelfde dingen die een familielid of buur ook zou schrijven (zoals "lekker weer, leuk stadje").' Wat had de ontvanger wel gewild? Iets als 'ik mis je' of 'ik heb zin je weer te zien', in elk geval iets met 'lieve-dingen-onzin'. Terecht natuurlijk.

Tips en voorbeelden


In de KB-collectie ontdekte ik maar twee gepubliceerde moderne cursussen liefdesbrieven schrijven, maar misschien kunt u er nog meer vinden? De meest recente is uit 2001: Chris Stikkers, Hier is mijn hart. Over het schrijven van liefdesbrieven. De andere is van 'Loesje' en heet Wanneer de liefde niet wil wijken. Dit boekje uit 1992 bevat 'een gratis kursus liefdesbrieven schrijven'.

Wat adviseert Chris Stikkers? Tot de 'benodigdheden' horen 'de zender en de ontvanger', 'tijd', 'vorm', 'onderwerpen', 'afwisseling', 'taalgebruik', 'de laatste zin' en 'de juiste maat'. Dat klinkt nog wat als een cursus taalvaardigheid uit de jaren tachtig – dat is omdat Stikkers vindt dat de schrijfvaardigheid vaak tekort schiet en laten we eerlijk zijn, die is er de laatste twintig jaar inderdaad niet beter op geworden: 'Vaak eindigen de pogingen om een brief te schrijven met een volle prullenmand en een leeg hoofd.'

Een kladje of een mailtje vol spelfouten is not done, zegt Stikkers: 'Het schrijven van een liefdesbrief is een serieuze zaak. Vergelijk het met het schrijven van een sollicitatiebrief.' Een liefdesbrief kan overigens een liefdesaffaire inluiden, maar ook later nog geschreven worden, om het drukke leven even op pauze te zetten en – verliefd, verloofd, gehuwd of samenwonend – over elkaar na te denken. En dan maar hopen dat de balans de goede kant uit slaat.

Email vol kussen

Voor liefdesbrieven, zegt Stikkers, bestaan geen vaste vormen; maar er zijn wel regels. Ik zou zeggen: het is geen dagboeknotitie (ik, ik, ik) en geen kaartje bij een bos bloemen. Een mail die het scherm vult met het woord 'kus' is een stap in de goede richting, als je weinig gedachten hebt om te verwoorden. De liefdesbrief hoeft niet te rijmen; wel moet de ontvanger het ding kunnen lezen en uitlezen zonder een hartverlamming te krijgen.

Eén op één


Je kunt gedichten of citaten aanhalen, maar als ze geen verband hebben met je situatie kan het lastig interpreteren worden. In dit hoofdstukje over zender en ontvanger zegt Stikkers verder niks over dit tweetal. Het lijkt mij duidelijk dat de liefdesbrief geen kettingbrief is, niet op een prikbord in de schoolgang of de supermarkt wordt gehangen en niet als advertentie in de krant moet verschijnen. Het is een één op één contact. Zo moet die ook geschreven worden. De geadresseerde is de hoofdpersoon, dus niet zeuren over exen, voetbal of een loonstop.

Tijd: je mag er lang over doen, er moet een aanleiding zijn, je moet ervan genieten de brief te schrijven. Kies, zegt Stikkers, voor een ernstige of een luchtige toon. Ik zou ook adviseren er geen pornografische tekeningen bij te maken. De liefdesbrief is geen tweet en geen selfie, laat staan een dickpic. Kortom, de liefdesbrief is een soort antiek.

Pictogrammen voor liefdeszaken


Vorm: de aanhef is belangrijk, de eerste zin moet een spanning creëren waardoor de aangeschrevene doorleest – Stikkers geeft als voorbeeld: 'Eeuwen geleden heb ik je voor het eerst ontmoet.' Zo'n zin is niet voor iedereen geschikt (voor mij bijvoorbeeld niet). Eigenlijk gaat dit hoofdstuk niet over vorm, maar over stijl, het middel om je sympathiek te maken bij de lezer. Kwetsbaar opstellen, om raad vragen, respect tonen adviseert Hier is mijn hart. Je moet je intenties tonen. De mooiste liefdesbrief vindt de auteur de eenregelige: 'Hier is mijn hart, doe er maar wat mee.'

Afwisseling


Het onderwerp van de brief: het kan gaan over de eerste ontmoeting ('onvergetelijk'), het uiterlijk van de aanbedene ('Vaak is over handen veel goeds te melden'), de eerste kus ('Maak duidelijk hoe puur dit geluk was, hoe uniek'), seks (je kunt schrijven over hunkering en geborgenheid), de volgende ontmoeting ('Dat maakt dat je de uren en de dagen die ertussen liggen telt'), wat de ander voor je betekent ('Bedenk dat ‘alles’ wel wat veel is.'). Je kunt feitelijk elk onderwerp kiezen als het maar iets is dat je samen hebt beleefd.

Afwisseling is van belang – niet alleen de positivo uithangen. De woordkeus moet bij je passen. Ritme en herhaling kunnen drama geven aan een brief. De laatste zin kan een uitnodiging zijn.

Pictogrammen voor verliefden

Het hele boekje probeert vanuit vrouwelijk en mannelijk perspectief te schrijven, maar meestal wordt besproken hoe je een vrouw het hof kunt maken (of je nu man of vrouw bent of genderneutraal): 'Haar haar waarvan je zou willen dat je het los kon zien, hangend over haar schouders, waar je met je handen doorheen zou willen gaan. Haar lokken die je stiekem even hebt aangeraakt toen je achter haar stond, waarvan je de geur opsnoof terwijl je je met een verontschuldiging over haar heen boog.' Een nogal ongemakkelijke intro naar een metoo-tje. De liefdesbrief mag geen seksuele intimidatie worden... Denk bij de brievenbus of bij het verzenden van je mail nog éven na.

De cursus van Loesje komt een volgende keer. Daarna: wat bakken beroemde schrijvers ervan?

zaterdag 16 januari 2021

291. Lezen voor je plezier: comfort books

De eerste hoofdstukken van Martin Lathams boek The Bookseller's Tale (net verschenen) gaan vooral over 'comfort books', boeken die je voor je plezier leest en niet omdat het nodig is voor je werk, of omdat anderen je zeggen dat het een belangrijk of succesvol boek is. Hij kan het weten want Latham is al vijfendertig jaar boekhandelaar in Engeland.

Mark Latham, The Bookseller's Tale (2020)
Omslagtekening: Neal Fox
Het gaat bijvoorbeeld over je lievelingsboeken, de boeken die je als kind las, boeken waarin je je helemaal verloor en waaruit je 'wakker' werd als uit een andere tijd en in een andere plaats. Naar een ander type boek keer je regelmatig terug als het even niet zo lekker gaat, een troostboek kortom. Dat kan alles zijn, van Ronald Firbanks Vainglory (mijn voorkeur als ik een glimlach nodig heb) of Professor Pi van Bob van den Born (idem). Maar voor anderen kunnen het ook romantische verhalen zijn, of science fiction of thrillers, alles wat mensen met een gevoel van schaamte komen afrekenen in Lathams winkel en dan bedekken met een boek dat in de toptien op nummer 1 staat.

Welke boeken las ik als kind het liefst? Ja, ik kocht van mijn zakgeld elk nieuw deel van de Kameleon-reeks en ook de boeken van Enid Blyton over de vier, de vijf, de zeven en andere vriendengroepjes: 'De Avontuurlijke Vier', 'De Vijf' en 'De Grote Zeven'. Waarom de Kameleon? Geen idee. Misschien omdat het verhalen over een tweeling waren (Hielke en Sietse), en ik wel drie broers maar geen tweelingbroer had? Omdat de verhalen zich op een voor mij excentrieke plek afspeelden, in Friesland, rond een meer? Met boten had ik eigenlijk niets en de avonturen waren niet echt geestig en niet spannend, dat tweede vond ik dan wel weer fijn. Die Blyton-verhalen waren iets spannender en speelden bovendien in het buitenland. De reeksen van de Kameleon en van Blyton hadden wel het voordeel dat ze steeds betrouwbaar hetzelfde boden. Dus wel een soort comfortfood, net zoals (iets later) de Jeeves-boeken van P.G. Wodehouse. Ik herinner me een warme zomer waarin ik niets anders las dan de boeken over de slimme butler.

Er zijn eigenlijk maar twee boeken die me echt zijn bij gebleven als boeken die ik vaak herlezen wilde - dat hoefde bij de Kameleon en Blyton niet, want er kwam steeds een nieuwe episode. Er was een reisboek over Noorwegen of Finland (voorop een foto, de reekstitel en de naam van het land; ik herinner me van die drie onderdelen alleen de kleur blauw), waarin een jongen of meisje te gast was in een gezin waarmee dan het hele land werd verkend; ik kan me nog herinneren dat er een sauna in voorkwam die naast een ijsmeer stond. Ik heb er nog wel eens naar gezocht, maar het boek niet meer gevonden. Het land klopt niet, de sauna klopt niet, of ik haal gewoon van alles door elkaar.

Een boek dat ik zeker tien keer gelezen heb toen ik jong was - ik weet niet of ik het ooit zelf kocht als kind - was van Tonke Dragt, maar niet haar beroemde Brief voor de koning (ook gelezen, daar niet van), maar De zevensprong, waarin een huis met verborgen ruimtes en talloze trappen centraal stond. De geheimzinnigheid van dat huis met torentjes en trappen staat me nog helder voor de geest - van de intrige herinner ik me niets, het ging me om de sfeer. 

Veel tijd voor een lievelingsboek had ik niet, omdat ik een onrustige lezer was, dat wil zeggen: ik leed aan leeshonger, verlangde steeds naar nieuwe boeken, en las in hoog tempo de hele jeugdbibliotheek leeg, waarna ik eindelijk boeken uit de bibliotheek voor volwassenen op de begane grond mocht lenen, zij het niet uit alle categorieën.

maandag 11 januari 2021

290. Antiquaar André Swertz overleden

Op 1 januari van dit jaar overleed de Utrechtse antiquaar André Swertz. Over de jaren heen verkocht hij unieke boeken aan de KB en aan het Huis van het boek (destijds natuurlijk Museum Meermanno). Ik herinner me bijvoorbeeld dat hij opbelde of een mail stuurde over de enig overgebleven stencils die van de kunstenaar/drukker H.N. Werkman bewaard gebleven zijn. De papieren stencils gebruikte hij voor uitgaven van De Blauwe Schuit en ze scheurden vaak uit, waarna hij nieuwe maakte en de volgende illustraties er dus weer wat anders uit kwamen te zien. Hoe vaak dat bij een uitgave gebeurde laat zich raden. Die hulpmiddelen verdwenen steevast in de prullenmand, maar één setje is daaraan ontsnapt. Swertz had er gevoel voor dat zo'n documentenreeks thuishoorde in een openbare instelling. Ik kocht die destijds voor het museum aan de Prinsessegracht.

H.N. Werkman, stencil voor Sabbatgesänge (1941)

Later, toen mijn uitleenperiode aan het museum aan zijn einde kwam (de KB leende me een aantal jaren voor één dag in de week) en ik weer gewoon fulltime in de nationale bibliotheek werkte bleef hij mij bijzonder Werkman-materiaal aanbieden. Uitgaven kocht ik voor de KB, archiefmateriaal, zoals die voor onvoltooide uitgaven van De Blauwe Schuit vonden zo toch hun weg naar het museum. 

De collectie van Ate Zuithoff, die hij voor de nazaten verkocht, bevatte prachtig materiaal, waaronder een reeks gedrukte teksten, prenten en het boekje Hot Printing dat op de beurs van de Nederlandse Vereniging van Antiquaren werd aangeboden. Dankzij André Swertz, die na een telefoontje het werk voor de KB reserveerde, kon ik daarna met steun van de New Yorkse Breslauer Foundation dit pakket aankopen voor de KB. Hij had het geduld om te wachten tot alles geregeld was en hing intussen niet aan de telefoon met dreigende verhalen over mogelijke kapers op de kust. 

H.N. Werkman, Hot Printing (c. 1936)
[Foto: Jos Uljee, Beeldstudio KB]

André vertelde me wel eens dat hij, om verzamelaars tevreden te houden, een soort roulatiesysteem in zijn hoofd had. Had hij bijvoorbeeld iets bijzonders van een auteur in de winkel, dan bood hij het aan een van de verzamelaars aan, een volgende keer was een ander aan de beurt en zo kon hij de met elkaar concurrerende verzamelaars een voor een te hulp schieten. Hij kon ook als geen ander met een gulle lach reageren als iets je neus voorbij was gegaan omdat je net een minuut te laat belde. Van hem geloofde het je het en je wist tegelijk dat de wereld niet vergaan was. 

Op de boekenbeurzen maakte hij vaak de indruk dat het hem meer om het gezelschap en het gesprek ging dan om de handel, maar intussen was zijn "stand" altijd gevuld met bijzondere objecten en liepen er deskundige assistenten rond om een en ander in goede banen te leiden en als er iets dreigde mis te gaan, stond hij meteen naast je om het te corrigeren - de zakenman liet zich nooit afleiden.