maandag 26 juli 2021

303. Boekkunst met gesloten boeken: Anouk Kruithof

In musea, zoals Museum Voorlinden in Wassenaar, waar kunstenaarsboeken worden verzameld, vind je vaak kunstwerken waarin boeken zijn 'verwerkt'. (Over zulke kunstwerken in Voorlinden schreef ik eerder de blog 'Een ladenkast en vier boeken'.) Soms lijken die boeken een willekeurige keuze van de kunstenaar te zijn geweest, maar ook willekeur krijgt een eigen betekenis; soms zijn de boeken speciaal voor het doel verzameld. Dat laatste is het geval met de boeken in het werk 'Enclosed content chatting away in the colour invisibilty' van Anouk Kruithof. Vorige week zag ik het opgesteld staan in Museum Voorlinden.

Anouk Kruithof, 'Enclosed content chatting away in the colour invisibilty'
(2009) ©Anouk Kruithof
Foto overgenomen met toestemming van de kunstenaar


Op de website van de kunstenaar staan verschillende foto's van dit kunstwerk en daaruit blijkt dat er geen vaste volgorde is waarin de boeken worden opgestapeld tegen de muur. Het zijn er circa 3500. Ze werden voor het eerst vertoond in Frankfurt, samen met een film van een soortgelijke stapel boeken. In die film klinkt er plotseling een knal en zakt de hele muur in elkaar.

In Voorlinden zag het er anders uit dan op bovenstaande foto: rechtsboven geen rood, maar eerst geel, linksboven eerst wit dan geel, maar er zijn ook wel overeenkomsten.

Anouk Kruithof, 'Enclosed content chatting away in the colour invisibilty'
(2009) ©Anouk Kruithof. Foto: PvC.
Foto afgebeeld met toestemming van de kunstenaar


Waar kijken we naar? De boeken liggen plat, met de bovenzijde naar de muur. We zien als we voor het kunstwerk staan de onderste snede van de boeken, met de onderkant van de omslagen. Het zijn voor het grootste deel boeken waarvan de snede gekleurd zijn en dat gebeurde in veel verschillende kleuren. De boeken zijn voor die kleuren uitgekozen, maar ook nog om een andere reden, die we, als het ons niet verteld werd, niet kunnen radden. We zien geen titels, ook geen rugtitels. Aan de linkerzijde liggen de boeken met de rug naar rechts opgestapeld en aan de rechterkant liggen de boeken met de rug naar links opgestapeld, zodat we ook niet per ongeluk een idee krijgen welke boeken het zijn. Het gaat niet om het individuele boek.

Anouk Kruithof, 'Enclosed content chatting away in the colour invisibilty'
(2009) ©Anouk Kruithof. Foto: PvC.
Foto afgebeeld met toestemming van de kunstenaar

Vanaf de rechterzijde bekeken (zie foto hierboven) is goed te zien hoe de boeken zijn versierd met de kleuren. Bij sommige boeken zijn alle snedes gekleurd, bij andere niet en bij sommige boeken lijken ze alleen maar vuil te zijn. De stapels zien er nogal wankel uit. De boeken zijn niet uniform in formaat, sommige steken meer naar voren uit dan andere.

Anouk Kruithof, 'Enclosed content chatting away in the colour invisibilty'
(2009) ©Anouk Kruithof. Foto: PvC.
Foto afgebeeld met toestemming van de kunstenaar


Soms kun je een deel van het omslag zien. Ik las bijvoorbeeld de letters 'WISSEN'. Weten dus, maar daarmee weet ik nog maar weinig over dit boek. 

Wat zegt het museum over het werk? Kruithof kocht de boeken in Berlijn en ze zijn voornamelijk gedrukt in het voormalige Oost-Duitsland tijdens de DDR-dictatuur. Die boeken zijn nu weinig meer waard en de kunstenaar vond ze in bakken met boeken die voor 1 euro of minder werden verkocht. Veel van dit soort boeken eindigt in de papierversnipperaar. Kruithof gebruikt de boeken als bouwstenen voor een muur, waarbij de rangschikking is gebaseerd op kleur en formaat, maar dus niet steeds op dezelfde manier, integendeel: elke keer is de muur anders. En met 3500 boeken zijn er legio mogelijke combinaties. Wat de bouwwerken steeds gemeen hebben zijn die kleurenbanen die van links naar rechts lopen, maar dus  steeds op andere plekken: zwart en rood en geel enzovoort.

'Al deze afzonderlijke verhalen vormen een abstract landschap. Het beeld doet ook denken aan een pixelpatroon, zinspelend op de oprukkende digitalisering van het boek' (uit de folder van Voorlinden, maar gebaseerd op Kruithofs eigen artist's statement op haar website).




Anouk Kruithof, 'Enclosed content chatting away in the colour invisibilty'
(2009) ©Anouk Kruithof. Foto's: PvC.
Foto's afgebeeld met toestemming van de kunstenaar


De boeken zijn en blijven gesloten. Het zijn geen middelen van communicatie meer, maar hun fysieke vorm deelt wel degelijk iets mee: kleur, formaat, uitvoering. Door het stapelen hebben sommige boeken te lijden onder het gewicht van anderen, sommige lijken scheef beklemd te zijn geraakt en roepen de kijker als het ware toe: red mij!

Als je dat zou doen, stort het kunstwerk in.

Boeken zijn in een kunstwerk vaak gesloten, omdat zij hun verhaal niet mogen vertellen, maar hier komt er bij dat het verhalen zijn die waarschijnlijk niemand meer wil lezen. Totdat ze weer interessant worden. Het verleden opgesloten in voorwerpen. Het hadden ook vazen kunnen zijn of lampjes. 

De ordening op kleur doet natuurlijk ook denken aan de manier waarop velen tegenwoordig hun boekenkasten inrichten, namelijk op kleur. Dat kan ook weer willekeurig gebeuren, of op basis van het grootste contrast, of in de volgorde van de regenboog - hoe dan ook, hoe groter de hoeveelheid boeken dan is, hoe moeilijker het wordt nog iets te terug te vinden. Maar dat is vaak niet de bedoeling. De ordening is puur decoratief. Wie leest er nog een boek?

In het kunstwerk van Kruithof spelen zulke overwegingen mee, en de boeken in het werk zijn in zekere zin de bouwstenen van hun eigen grafmonument geworden. Ware het niet, dat ze straks een voor een van de stapel worden genomen om te worden opgeslagen voordat ze in een andere volgorde weer een nieuwe muur kunnen vormen.

zaterdag 17 juli 2021

302. (Some Day) van Sjoerd Hofstra

Tot voor een jaar of tien terug bezat de KB maar enkele werken van de kunstenaar Sjoerd Hofstra (geboren 1952). Hij studeerde aan de AKI in Enschede, vertrok naar Amsterdam waar hij woonde totdat hij naar Brooklyn, New York, verhuisde. Zijn uitgeverij ZET was vanaf toen zowel in Amsterdam als New York gevestigd, maar de boeken bleven lang onder het radar van de KB - omdat kunstenaarsboeken niet systematisch verzameld werden - waardoor bijvoorbeeld het boek Raising Water niet in de KB aanwezig is. Het is gelukkig wel opgenomen in de collectie van het Huis van het boek, niet ver van de KB in Den Haag.

De collectie is dus verre van compleet. Ook van de vroege werken is het mooi als er weer kan worden gevonden. De laatste veiling van Bubb Kuyper in Haarlem leverde het boek (Some Day) op - de titel staat tussen haakjes.

Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn

Het boek meet 31,7 bij 23,8 cm en behoort tot een reeks werken die zijn gebaseerd op wetenschappelijke teksten, zoals Elements of Geography by Euclid (uit 1994), terwijl andere boeken perspectief en architectuur als uitgangspunt gebruiken: Half-City (2002) en A Study in Averages (1990) bijvoorbeeld. (Some Day) hoort ook nog bij een andere reeks werken van Hofstra: boeken over boeken, waarvan 5 Empty Bookcases (1990) en 6 Empty Bookcases (1996) voorbeelden zijn. Het thema hield hem al langer bezig. In 1982 exposeerde hij bijvoorbeeld een reliëf dat 'Boekenkast' heette.

Aanvankelijk maakte Hofstra schilderijen zoals de reeks stillevens van eendere hotelkamers, zoals 'Costa del Sol', 'Côte d'Azur', 'Rio de Janeiro' en 'Las Palmas' (1978). Maar hij ontwierp ook lichtsculpturen, zoals 'Lighthouse' dat vanaf het hoge Amsterdamse IJ-Techgebouw de stralen van een vuurtoren de stad in slingerde (1986). Maar steeds vaker resulteerden zijn ideeën in boekvormen met driedimensionale grafiek en druksels in offset en zeefdruk. Ze werden en worden gewaardeerd om hun perfectionisme en lichtvoetige humor.

De afbeeldingen in (Some Day) zijn zeefdrukken. Op het linnen omslag zijn drie lege boekenplanken afgebeeld. De titelpagina meldt dat de tekst van wetenschapsfilosoof en natuurkundige Hans Reichenbach (1891-1956) afkomstig is. De tekst is afkomstig uit diens boek Philosophy of Space and Time uit 1957. In de tekst wordt gerefereerd aan een afbeelding die de richting van de tijd aangeeft voor een mens (in Hofstra's boek zijn die verwijzingen weggelaten, net als de bijbehorende figuren).  

Weergave van de 'worldlines' van Hans Reichenbach
(getekend door pvc)

Meestal, zegt Reichenbach, legt de tijd een rechte weg af, maar een van de illustraties bij zijn tekst laat zien hoe de richting kan veranderen en dan een cirkelvormige weg aflegt die de recht doorgaande lijn kruist. Dat is waar de tekst over gaat:

Some day you meet a man who claims that you are his earlier self. He can give you complete information about your present condition and might even tell you precisely what you are thinking.

Je denkt natuurlijk: die man is gek en je loopt door. De tekst van Reichenbach is niet als een wetenschappelijke tekst gezet, maar heeft in (Some Day) de vorm gekregen van gedichten. Ze zijn als rechthoeken steeds op dezelfde plaats in het optische midden van de pagina geplaatst.

Als de pagina's worden omgeslagen schuift de afbeelding over de tekst heen, of er onder door zou je ook kunnen zegen. De eerste tekst staat op een bijna lege pagina. Alleen boven en onder een groen kader en in de linker marge van de tegenoverliggende pagina een afbeelding van een boekenkast in grijs. Elke keer als een pagina wordt omgeslagen gebeuren er een aantal dingen.

Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn

Ten eerste lijkt de afbeelding ca 12,5 cm naar rechts te verschuiven, maar dat is niet zo. We zien steeds 12,5 cm meer van een en dezelfde afbeelding van een gevulde boekenkast. Als de hele afbeelding te zien, verandert het beeld opnieuw en zien we steeds minder van de gehele afbeelding en steeds meer wordt er ingezoomd op het rechterdeel van de afbeelding waarop boeken uit de boekenkast vallen in gesloten of waaierachtige vorm.

Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn


Daarmee is de beweging nog niet gedaan. De afbeelding schuift zover naar rechts dat die niet meer op de pagina past. Hofstra heeft een pop-up aangebracht met een strook aan de rechterzijde van de pagina waarop de afbeelding een plaats heeft gevonden die eerst net buiten het boek reikt, maar bij de laatste pagina ligt de afbeelding helemaal buiten het boek, ruim 18 cm. (In visuele zin, want de illustratie blijft natuurlijk onderdeel van het boek.)

Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn


Er gebeurt nog meer. Elke keer als een pagina wordt omgeslagen, wordt het kleurenpalet rijker. Eerst is er alleen grijs. Dan komen er blauwe boeken in beeld die keurig op de plank staan. Daarna komen er groene boeken bij veelal scheef staan en tegen andere boeken aanleunen. Vervolgens vallen er boeken uit de kast en is de kleur bruin erbij gekomen. Daarna zien we ook felblauwe boeken en als de afbeelding tot buiten het formaat van de band reikt komen er tegelijk rood en geel.

Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn


Ook de tekst ondergaat veranderingen. De eerste drie tekstdelen zijn gewoon in zwart gedrukt, maar zodra de afbeelding erover heen 'schuift' wordt, is die niet in zwart, maar in blinddruk aangebracht (onder de zeefdruk). Na twee pagina's schuift de tekst naar rechts en is die deels in zwarte inkt en deels in blinddruk gedrukt. Als de laatste pagina uitvouwt zien we het laatste tekstdeel weer in zwart gedrukt.

Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn


Visueel neemt de chaos toe: meer kleuren, meer vallende boeken, pagina's die buiten de band openvouwen. Tekstueel wordt echter een afsluiting in orde bereikt als de tekst - na een tijdelijke partiële onzichtbaarheid - weer goed leesbaar is.

Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn


Sjoerd Hofstra, (Some Day) (1991)
© Sjoerd Hofstra, Brooklyn


Als boeken in een boek worden afgebeeld bevindt de lezer zich vanzelfsprekend in een parallelle wereld. Hier is dat fysiek het geval: het boek groeit buiten zijn band; de band kan het boek niet bevatten. Net als de persoon die zichzelf eerst tegenkomt als zijn oudere ik, maar hem niet gelooft, om later zijn jongere ik te ontmoeten die hem niet gelooft. Maar in de tekst gebeurt nog iets anders: er is een 'companion' en in beide instanties gelooft hij die oudere ik niet. Maar de oudere ik loopt voortaan met hem mee, verliest zijn jongere ik uit het oog en, zegt Reichenbach, 'from then on you lead a normal life'.

Je zou kunnen zeggen dat de afbeelding die buiten het boek valt een vorm van orde is. De tekst is alweer genormaliseerd in zwarte inkt, de afbeelding met tuimelende, openvallende boeken is buiten het boek geraakt en daarmee buiten het leven van de hoofdfiguur. Met ander woorden: de chaos is in wezen orde.

Aan de andere kant kun je ook beweren dat deze ervaring die van elke lezer is: in het boek ontmoet je mensen die je nog niet bent maar wel kunt worden en ongemerkt verandert het boek de lezer in een ander persoon die zichzelf als jonge lezer uiteindelijk uit het oog verliest. In wezen verander je door elke gebeurtenis in een ander, maar we kunnen niet zonder de illusie van een zelf, dus dat geloven we gewoon niet.

Dit boek lijkt vrij eenvoudig in elkaar te zitten, maar hoe langer je er naar kijkt, hoe meer het een ingewikkeld samengaan van tekst en beeld blijkt te zijn. Want, bijvoorbeeld, wat is nu de betekenis van de lege boekenplanken op het voorplat? En waar zijn die gevallen boeken gebleven? Zelf schreef Hofstra daarover aan mij dat de band het begin en einde van het boek zijn: '(Some day) there will be only empty bookcases. Maybe all the books have fallen out of the bookcase. Maybe not.'

[Met dank aan Sjoerd Hofstra voor toestemming voor het gebruik van zijn beelden in dit blog en aan Robbin Ami Silverberg voor haar vriendelijke bemiddeling. Alle afbeeldingen van het boek zijn door mij gefotografeerd: © Sjoerd Hofstra, Brooklyn.] 

maandag 12 juli 2021

301. Een kleine zeldzaamheid: Boutens' vertaling van Elektra

Vijfentwintighonderd jaar geleden - om en nabij - schreef Sophocles het drama Elektra. In Nederland verschenen er vanaf de zeventiende eeuw vertalingen van en hoewel de opera van Richard Strauss het bekendst is, heeft ook de Nederlandse componist Alphons Diepenbrock toneelmuziek voor Elektra geschreven: een voorspel, een kort naspel, koorliederen en enkele recitatieven. De eerste uitvoering daarvan vond plaats in 1920.

Max von Seydewitz (1862-1943),
portret van P.C. Boutens (schilderij 1923)
Collectie Zeeuwse Bibliotheek (Middelburg)


De vertaling was nieuw en werd in 1919-1920 gemaakt door de dichter P.C. Boutens, toen wereldberoemd in Nederland, nu door weinigen meer gelezen. Zowel zijn eigen gedichten als zijn vertalingen behouden een zekere aantrekkingskracht, omdat in lastig te interpreteren strofen ineens razend heldere regels staan die in je hoofd blijven zitten.

Boutens is bovendien altijd verzamelbaar geweest. Hij hield zich al vroeg bezig met de vormgeving van zijn boeken, die hij vaak in eigen opdracht liet drukken en binden naar Engelse, Duitse en Franse voorbeelden. Ze zien er daardoor vaak fraaier uit dan die van zijn tijdgenoten en er zijn veelal exemplaren op goed papier gedrukt in beperkte oplagen. Zelfs bij herdrukken.

Bij de veiling van Arenberg in Brussel in juni kwamen verschillende boeken onder de hamer met een mooie provenance: er waren exemplaren uit de collectie van uitgever en verzamelaar Johan Polak (1928-1992), van romanschrijver en dichter Fernand Toussaint van Boelaere (1875-1947) en exemplaren met opdrachten aan de schilder Willem van Konijnenburg (1868-1943). Daartussen zat een boek dat onmiskenbaar uit zijn eigen bibliotheek moest komen.

Sophocles (vertaling: P.C. Boutens),
Elektra
(1921)
In de catalogus is het beschreven als:

BOUTENS, Pieter Cornelis - Elektra. Drama van Sofokles. In Nederlandsche verzen overgebracht. Amsterdam, Meulenhoff, 1921.
16mo. Eigentijds glad kalfsleer, rug met 5 ribben en rood verguld titeletiket, vergulde kopsnede, orig. omslag met goudopdruk meegebonden. Mooi ex.

Deze uitgave uit 1921 is de derde druk, voorafgegaan door twee drukken in de populaire reeks van de Wereldbibliotheek - zesduizend exemplaren. Deze derde druk verscheen in een oplage van 2500 exemplaren, ook niet mis. Dat wil zeggen: 2500 plus twee exemplaren. Want er werden twee exemplaren gedrukt op Hollands Van Gelder papier, ongetwijfeld op dwingend verzoek van Boutens zelf.

Oplageverantwoording in het handschrift van P.C. Boutens,
Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921)

Voorin het eerste van de twee speciale exemplaren schreef Boutens zelf:

2 exx. op Holl van Gelder | no. 1 | P.C.B.

Dat boekje belandde natuurlijk in zijn eigen boekenkast. Het tweede exemplaar misschien in dat van de uitgever, of in de collectie van een met de dichter bevriende relatie. Boutens wist enkele kapitaalkrachtige verzamelaars aan zich te verbinden: zij betaalden zijn luxe leven.

Dit exemplaar is vanaf nu in de KB.

De nieuwe editie kreeg een voorwoord van Boutens mee, een van de weinige stukken proza die hij produceerde, eigenlijk een essay van de classicus die hij ook was. De uitgave maakte deel uit van een serie kleine boekjes (12 cm hoog) die Meulenhoff publiceerde als Meulenhoff's kleine boeken van groote schrijvers en verscheen in november 1921.

Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921): gewone edities

Er waren twee uitvoeringen: een gebonden in linnen met een imitatie-batik opdruk en een ingenaaid in een papieren omslag ingenaaid (een pseudo-marmerpapiertje dat weer het batik imiteert). Op de linnen band is in goudkleur een etiket gedrukt; de papieren editie heeft een echt etiketje opgeplakt gekregen. De luxe editie heeft een omslag van perkamentachtig papier, bedrukt in goud - het stempel is bijna door het dunne papier heen gegaan.

Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921):
luxe editie

Van dit soort uitgaven, vertelt een getuige uit die tijd, hield Boutens altijd een stapeltje bij de voordeur gereed, gesigneerd en al, om ze uit te reiken als er weer eens een bewonderaar aanbelde.

Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921):
gesigneerd exemplaar van de gewone editie

Kleine boeken van groote schrijvers: Sophocles was een duidelijke keuze, net als andere auteurs van wie werk in de reeks verscheen. Oscar Wilde, Henrik Ibsen, Arthur Schnitzler, August Strindberg en Cervantes werden in de reeks gezelschap gehouden door Nederlandse grootheden (wier grootheid ietwat getaand is met de jaren), zoals Arthur van Schendel en Augusta de Wit. We zien ze toch niet meer aan als gelijken van Wilde en Sophocles. 

Maar wat te denken van andere auteurs in deze reeks? Marie C. Kooy-van Zeggelen (1870-1957) heeft tussen 1918 en 1922 wel vier boekjes in de reeks gekregen, Indische en Haagse verhalen. Ze werden in de reeks opgenomen omdat ze al vele herdrukken hadden beleefd, niet omdat zij nog eeuwen als meesterwerken gezien zouden worden. Vanwege haar anti-kolonialistische kijk op het leven in Indonesië vanaf 1890 tot 1916 zijn haar verhalen misschien wel aan een nieuw onderzoek toe, al zal dat weinig literaire waardering met zich meebrengen.