zondag 15 augustus 2021

305. Bantzinger illustreert Vasalis voor Paul Huf

In de loop der jaren zijn zeker zes exemplaren opgedoken van de succesvolle bundel Parken en woestijnen van M. Vasalis, die door de kunstenaar Cees Bantzinger zijn geïllustreerd met originele tekeningen en aquarellen. Dat gebeurde in de eerste plaats tijdens de Tweede Wereldoorlog en was bedoeld om tenminste een beetje geld te verdienen. 

C.A.B. Bantzinger, oiginele aquarel in M. Vasalis, Parken en woestijnen (vierde druk, 1942)
[KB, Den Haag]
© C.A.B. Bantzinger: Anne-Rose Bantzinger.
Illustratie gepubliceerd met toestemming van Anne-Rose Bantzinger


De bundel van Vasalis haalde in die jaren 1940-1943 herdruk op herdruk (vanaf 1942 kregen ze een oudere datum mee, omdat Vasalis niet was aangesloten bij het Letterengilde en daardoor niet meer mocht publiceren). In sommige latere drukken legde uitgever A.A.M. Stols een kaartje. Lezers konden, waarschijnlijk vanaf 1942, voor tien gulden originele tekeningen door Bantzinger in hun exemplaar laten aanbrengen, overigens zonder dat de auteur dat wist. Een zo'n exemplaar werd besteld door de auteur W.F. Hermans. De dichteres liet de actie in november 1943 stopzetten. 

Zie voor het exemplaar van W.F. Hermans en nog een exemplaar de blog 'Illustreren' van Nick ter Wal (2013). Zie voor een geïllustreerd exemplaar in de UB Leiden de blog van Anton van der Lem (2018).

Maar Bantzinger ging er ook na de oorlog mee door, aanvankelijk misschien speciaal op verzoek van de toneelspeler en vertaler Paul Huf sr. (1891-1961). Hij was een fervent bibliofiel en benaderde Bantzinger in 1946 twee keer voor tekeningen in Vasalis' bundel. Waarom juist deze bundel? Dat is niet bekend.

Zie voor een exemplaar gemaakt in opdracht van Paul Huf catalogus 25 van antiquariaat Artistiek Bureau.

C.A.B. Bantzinger, originele aquarel in M. Vasalis, Parken en woestijnen
(zevende druk, 1943) [UB Leiden: 21182 D 12]
Copyright C.A.B. Bantzinger: Anne-Rose Bantzinger.
Illustratie overgenomen met toestemming van Anne-Rose Bantzinger

In april 1946 versierde Bantzinger twee exemplaren in opdracht van Paul Huf sr. Een was bedoeld voor de collectie van Huf zelf, de andere gaf deze cadeau aan Gerda Siemer (1892-1988). Siemer had bij hem declamatielessen gevolgd; zij leidde het eerste Nederlandse opleidingsinstituut voor schoonheidsspecialisten in Amsterdam. Voorin haar exemplaar schreef Huf onder de titel en auteursnaam in een fraai schrift: 'Voor Gerda met Paschen 1946 | laten illustreren | door Bantzinger'. Dit betrof een exemplaar van de vijfde druk. 

In het tweede exemplaar (de vierde druk) stond op diezelfde plek op de titelpagina een aantekening in het schrift van de kunstenaar. Zijn belettering is meer een imitatie van de typografie: 'voor | Paul Huf | geillustreerd | door | CAB Bantzinger'. Onder sommige regels schemert een eerdere poging in potlood door (kennelijk niet goed uit te gummen). Hij ging dus niet improviserend te werk.

C.A.B. Bantzinger, aantekening op titelpagina van M. Vasalis, Parken en woestijnen
(vierde druk, 1943?) [KB Den Haag]

Datzelfde jaar maakte Bantzinger tekeningen in nog een exemplaar van de dichtbundel, nu betrof het de zevende druk. Dit gebeurde in november 1946 voor hoteleigenaar en verzamelaar Pim Regnerij. Het initiatief lag nu bij de kunstenaar zelf.

Zie voor het exemplaar van Pim Regnerij de website van antiquariaat Artistiek Bureau

Het curieuze is dat het daar niet ophoudt. Nog in 1969 herhaalde Bantzinger het kunstje voor Rolf ten Kate.

De variaties van technieken zijn niet groot. Er zijn zwart-wit pentekeningen of er zijn inkt-tekeningen met aquarel. In de aantallen illustraties per exemplaar zit wel een systeem. De boekjes met alleen aquarellen bevatten er vier. Deze zijn van uitvoering natuurlijk luxueuzer en dus waarschijnlijk duurder geweest. De drie exemplaren uit 1946 behoren tot deze categorie. 

Ook komen combinaties van één aquarel met een reeks  zwart-wit tekeningen voor. Het Leidse exemplaar (niet op naam gesteld) bevat een aquarel bij het gedicht over Gauguin en elf zwart-wit tekeningen. Van het Hermans-exemplaar uit de oorlog is niets bekend. Het late Ten Kate-exemplaar bevat elf zwart-wit tekeningen en geen aquarellen.

Om zijn opdrachtgevers te plezieren zorgde Bantzinger voor variatie. Hij illustreerde nooit precies dezelfde gedichten, al zijn er duidelijk favorieten. 

Het Leidse exemplaar hoeft niet uit de oorlog te stammen, het kan veel later zijn geïllustreerd. Het enige exemplaar dat met zekerheid uit de oorlogsjaren stamt is het exemplaar van W.F. Hermans.

Overzicht van de door C.A.B. Bantzinger
geïllustreerde exemplaren van Parken en woestijnen

Misschien wel het bekendste gedicht van Vasalis, 'De idioot in het bad', is duidelijk favoriet bij Bantzinger (en bij zijn publiek). De vijf exemplaren waarvan de illustraties kunnen worden benoemd, hebben allemaal een illustratie bij dat gedicht, drie als aquarel, twee als pentekening. Ook 'Drank, de onberekenbare' is herhaaldelijk van afbeeldingen voorzien, maar verder valt op dat Bantzinger ervoor zorgde dat elk exemplaar uniek is op zijn eigen manier. Illustraties staan vaak voor- en achterin op een kluitje, althans in de exemplaren uit 1946; bij de latere exemplaren is er een betere verdeling over de hele bundel. Ook de tekeningen zelf verschillen onderling, zoals een vergelijking van de illustraties bij het gedicht over een schilderij van Paul Gauguin laat zien.

Paul Gauguin, 'Vahine no te tiare' (1891)
[Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen]

In het Leidse exemplaar van Parken en woestijnen zien we een bijna naakte vrouw in de linkermarge van de tekst en palmtakken rechtsonder het gedicht. De vrouw is in bruine tinten getekend, met rozen in het haar en een licht gewaad dat om haar hoofd en linkerschouder is gedrapeerd en naar beneden valt over haar rechterzijde, maar het laat een borst en haar geslacht zichtbaar. Het is een geërotiseerde versie van het schilderij waarin de vrouw half van opzij wordt getoond en zij in gedachten lijkt verzonken, de blik op oneindig. Het KB-exemplaar toont een heel andere vrouw.

C.A.B. Bantzinger, aantekening op titelpagina van M. Vasalis, Parken en woestijnen
(vierde druk, 1943?) [KB Den Haag]
Copyright C.A.B. Bantzinger: Anne-Rose Bantzinger
Illustratie gepubliceerd met toestemming van Anne-Rose Bantzinger

Dit is het Huf senior-exemplaar dat de vrouw afbeeldt als een bruidje, zittend, met een hoofdtooi met bloemen en een bloem in haar hand.  Ook deze vrouw kijkt ons rechtstreeks aan, enigszins droevig, 'onzeker en te snel verwond', zoals Vasalis in het gedicht schrijft. Hier zijn de kleuren rood en lichtbruin gecombineerd met lichtblauw.

Enkele voorzichtige conclusies: de tijdens de oorlog geïllustreerde versies zijn extreem zeldzaam; de meeste nu bekende exemplaren dateren van na de oorlog. Kort na de oorlog heeft Bantzinger de praktijk voortgezet, maar ook later nam hij juist dit bundeltje op om het van originele tekeningen te voorzien. Dat deed hij weliswaar ook met andere dichtbundels (zoals die van Gerrit Achterberg), maar Parken en woestijnen heeft hij uitzonderlijk vaak geïllustreerd.

[Met dank aan Nick ter Wal, Peter Adriaansen, Kasper van Ommen en Anne-Rose Bantzinger.]

[Het copyright van C.A.B. Bantzinger berust bij Anne-Rose Bantzinger, Amsterdam. Illustraties in deze blog zijn gepubliceerd met toestemming van Anne-Rose Bantzinger. Overname niet toegestaan.]

donderdag 5 augustus 2021

304. Boekkunst met gesloten boeken: Aurélien Froment

Bij boekkunstprojecten worden boeken vaak gesloten getoond, zoals bij Anouk Kruithof (zie blog 303: Boekkunst met gesloten boeken: Anouk Kruithof). Vaak ook gaat het bij dit soort projecten over ordening. Het boek staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van stapels, planken, kasten of een bibliotheek. 

Uitzicht bij Museum Voorlinden
[Foto PvC, 2021]

In Museum Voorlinden zag ik enige tijd geleden een tweede voorbeeld, ook een kunstwerk uit de eigen collectie, namelijk Aurélien Froment's werk 'De l'île à helice à Ellis Island' uit 2007. De titel betekent iets als 'Van Helix Island naar Ellis Island'.

Ging het bij Kruithof bewust om een steeds wisselende ordening, een andere opstapeling, zij het dat bepaalde regels (kleur, geen rugtitels zichtbaar) in acht worden genomen, bij Froment is de volgorde van de boeken volstrekt niet willekeurig en daarmee onveranderlijk vastgelegd.

Aurélien Froment, 'De l'île à helice à Ellis Island' (2007)
[© 
Aurélien Froment] [Foto: PvC]
[Geplaatst met toestemming van de kunstenaar]

Aan de muur van het museum is een boekenkastje gemonteerd: het is eigenlijk maar één plank met boeken. De boeken zijn niet gesorteerd op auteursnaam, onderwerp of kleur, maar op titel. De ordening is echter niet alfabetisch, en toch systematisch. Elke titel eindigt met een woord dat aan het begin van de titel van het volgende boek voorkomt. Op een ontspannen manier dus. En min of meer, want er zijn boeken in verschillende talen: Engels en Frans.

Aurélien Froment, 'De l'île à helice à Ellis Island' (2007)
[© 
Aurélien Froment] [Foto: PvC]
[Geplaatst met toestemming van de kunstenaar]

Het begin van de keten gaat als volgt:

Island of Silence. Dans le silence des glaces. La Glace à 2 faces. Les Faces du soleil. Soleils brilliants de la jeunesse. La Jeunesse est un art. Art et mémoire. Mémoires du futur. Votre future dévoilé par les cartes.

We stappen van literatuur (Oscar Wilde) naar ontspanningslectuur (science fiction), naar filosofie, naar een boek over tarotkaarten of over politieke geschiedenis. Alleen het eerste boek is Engelstalig. De rest is Frans of vertaald in het Frans.

Intussen is de keten er een van associaties. Van stilte naar ijs. Van gezicht naar zon. Van jeugd naar kunst en geheugen en herinnering. 

Wordt er een verhaal verteld, of vertellen we onszelf een verhaal door de gaten op te vullen met eigen ervaringen?



Aurélien Froment, 'De l'île à helice à Ellis Island' (2007)
[© 
Aurélien Froment] [Foto's: PvC]
[Geplaatst met toestemming van de kunstenaar]

Sommige titels staan dwars op de rug, maar de meeste titels staan verticaal van beneden naar boven. Dat is de Franse wijze van rugbetitelingen. Het eerste boek is Engelstalig (verderop staan nog drie Engelse boeken) en daar loopt de titel van boven naar beneden. Dat betekent dat de lezer meteen na het eerste boek het hoofd moet omdraaien om de volgende titels te lezen. En voor de horizontaal geplaatste titels dus ook weer. Het lezen van rugtitels is niet gewoon het lezen van tekst.

Une Carte n'est pas le territoire. Le Territoire humain. Humains de nulle part. Nulle part dans le monde. Le Monde de Non-A/Les Joueurs de Non-A, A la poursuite du trésor. Le Trésor dans la forêt. Forêt, racines, labyrinthe. La Labyrinthe de miroirs. Les Miroirs de l'esprit. De l'esprit des choses. La Chose des profondeurs. Les Profondeurs de la terre. Terre et fondation. The Foundation of the German Empire. L'Empire du milieu. Le Milieu du siècle. Le Siècle de l'éternelle été. L'Eté avant la nuit.

Meestal springen we van het ene belangrijke titelwoord naar het andere, maar soms hapert dat even en zit de schakel alleen in de letter 'A'.



Aurélien Froment, 'De l'île à helice à Ellis Island' (2007)
[© 
Aurélien Froment] [Foto's: PvC]
[Geplaatst met toestemming van de kunstenaar]

De aaneenschakeling van titels suggereert het soort logica dat een volgorde van lezen kan inhouden. Alsof we strikt lezen volgens een programma, waarbij elk boek dat we lezen logisch volgt op het vorige boek dat we gelezen hebben - maar zo lezen wij meestal niet, eigenlijk nooit, als we alle tussendoortjes meerekenen: mails, boodschappenbriefjes, kassabonnen, menu's, kledingetiketten, aanmaningen, reclameteksten, opschriften boven een entree, bijschriften bij krantenfoto's, apps, gebruiksaanwijzingen, verkeersborden... We lezen bijna de hele dag door en schakelen allerlei soorten teksten aan elkaar. Als we alleen boeken zouden lezen, zou het anders zijn. Maar ook de boeken die we onthouden beïnvloeden elkaar niet chronologisch. Plotseling kunnen verbanden ontstaan tussen het boek dat we nu lezen en een boek dat we tien jaar geleden lazen, ongeacht alles wat we daartussen lazen.

Nuits des temps. Temps zéro. Du zéro à l'infini. L'infini turbulant. A Turbulant Time. The Time Machine. Le Machine à differences. Difference and repetition. La Répétition des scénarios de vie. Vie éternelle. L'Eternelle histoire. Histoire de l'utopie. L'Utopie haut lieu d'inconscient. L'Inconscience et ses lettres. Lettres adressées à Alice et à quelques autres. L'Autre île.

Met de laatste titel sluiten we weer aan op de eerste. De boeken vormen een kring van gedachten, die eindigt met: leven, eeuwigheid, geschiedenis, utopie, het onderbewuste, brieven, anderen en eiland.

Wiens boekenplank is dit eigenlijk? De kunstenaar is Frans, hij werd in 1976 geboren in Angers en studeerde aan de kunstacademies van Rennes en Nantes. Zijn werk gaat, in allerlei verschillende media, over het vertellen van verhalen.

Maar kunnen we zomaar aannemen dat dit zijn boeken zijn? Het zou wel verklaren waarom er zoveel Franse vertalingen bij zijn en maar vier Engelstalige boeken. Eigenaardig is dan nog dat er een Engelstalig boek bij is dat een vertaling is uit het Frans van Gilles Deleuze. Dat werk zou een Fransman dan toch eerder in het Frans lezen.

De vermenging van Frans en Engels heeft dus iets willekeurigs, alsof de boeken bij elkaar gezocht zijn, misschien in Frankrijk, misschien op een boekenmarkt, met alleen de titelwoorden als doel. En zo is het, zoals Aurélien Froment mij schreef: 'They were selected and purchased for their titles - but it happens that I had already some of them on my shelves'.

[De afbeeldingen van het kunstwerk zijn met uitdrukkelijke toestemming van de auteur geplaatst in dit blog. Overname niet toegestaan.]