dinsdag 20 december 2022

332. E. du Perron op afwijkend papier

In 1989 verscheen bij Van Oorschot de dertiende, vermeerderde druk van Het land van herkomst door E. du Perron. De oorspronkelijke editie zag het licht in 1935. Op de achterzijde van het papieren omslag - en op het buikbandje - staat vermeld dat er voor het eerst 453 autobiografische aantekeningen van de schrijver aan zijn toegevoegd.

E. du Perron, Het land van herkomst (1989)

Het boek werd gedrukt door de Koninklijke drukkerij G.J. Thieme bv te Nijmegen - een van de vele drukkerijen die niet meer bestaat. Het jaar 1989 was voor de drukkerij omineus: de drukkerij stond in 1989 ten grondslag van de Thieme GrafiMedia Groep die nog geen twintig jaar later failliet ging.

Bij het drukken van Het land van herkomst ging dat jaar iets mis. Een deel van het boek is op donkerder (geworden?) papier gedrukt wat goed te zien is als we de sneden van enkele exemplaren naast elkaar leggen. Van de zijkant is het donkere goed van het wittere papier te onderscheiden.

Drie KB-exemplaren van
E. du Perron, Het land van herkomst (1989)
 

Ook de snede aan de onderzijde van het boek laat duidelijke verschillen zien.

Twee KB-exemplaren van
E. du Perron, Het land van herkomst (1989)

In het (door de KB gebonden) exemplaar zijn pagina's 49-240 op donkerder papier gedrukt (aanvraagnummer: 7407 H 7). [Een vierde niet-KB-exemplaar laat hetzelfde patroon zien.]

In het bij het Depot binnengekomen exemplaar zijn pagina's 49-192 op donkerder papier gedrukt (aanvraagnummer: 2027893).

In het exemplaar in de Du Perron-collectie zijn pagina's 49-96 en 145-240 op donkerder papier gedrukt (aanvraagnummer: KW 2293 A 163).

De drie exemplaren hebben gemeen dat de pagina's 49-96 en 145-192 op donkerder geworden papier zijn gedrukt. Verder zijn er verschillen voor de pagina's 97-144 en 193-240.

Dat betekent dat er tijdens het drukken donkerder papier is ingezet voor sommige vellen. Marc Beerens wees me erop dat het verschil tussen houtvrij en licht houthoudend papier niet altijd te zien is en dat de verkleuring dus in de loop der jaren kan zijn ontstaan, wat overigens dan wel in alle exemplaren gelijkmatig en identiek gebeurd is. 

Was het wel zichtbaar geweest, dan zou uitgeverij de partij natuurlijk moeten afkeuren, tenzij haast voor een presentatie en/of een fijne korting aanleiding waren de partij zo te accepteren. 

Het boek verscheen begin november 1989 (het Depot-exemplaar werd beschreven op 8 november).

Het was dus gedrukt op twaalf drukvellen van elk 48 pagina's:
1-48 [op houtvrij papier]
49-96 [op licht houthoudend papier]
97-144 [op houtvrij en op licht houthoudend papier]
145-192 [op licht houthoudend papier]
193-240 [op houtvrij en op licht houthoudend papier]
241-288 [op houtvrij papier]
289-336 [op houtvrij papier]
337-384 [op houtvrij papier]
385-432 [op houtvrij papier]
433-480 [op houtvrij papier]
481-528 [op houtvrij papier]
529-576 [op houtvrij papier]

De drie verschillende exemplaren kunnen nu nog worden aangevuld met exemplaren met andere katernen die verkleurd zijn. De Du Perron-verzamelaar zal ze allemaal op de plank willen hebben!

vrijdag 25 november 2022

331. Luceberts vergeten verbeteringen en toegevoegde tekeningen

De dichter/schilder Lucebert (1924-1994) maakte vaak illustraties voor zijn eigen dichtbundels.

Maar voor zijn intieme vrienden ging hij nog wat verder. Van zijn bundel de amsterdamse school (1952) bestaan minstens zeven exemplaren met handgeschreven correcties in drie gedichten. 

Vooral het openingsgedicht ‘Lied tegen het licht bekeken’ is flink onder handen genomen met zes tekstcorrecties die de alliteraties versterken, maar ook het gevoel van eenzaamheid benadrukken. De ernst van de correcties is overigens af te lezen aan de officiële correctietekens die Lucebert gebruikte. 

Lucebert, de amsterdamse school (1952):
correcties op pagina 7
[KB: exemplaar van Bert Schierbeek]

Het vreemde is dat deze verbeteringen nooit in latere drukken zijn overgenomen. Ook eigenaardig is dat Lucebert echte fouten niet corrigeerde. De KB bezit het exemplaar uit de nalatenschap van de dichter Bert Schierbeek en dat bevat, behalve de correcties, een handgeschreven opdracht uit november 1952, de maand van verschijnen.

Lucebert, de amsterdamse school (1952):
omslag
[KB: exemplaar van Bert Schierbeek]


Lucebert, de amsterdamse school (1952)
Exemplaar met extra tekeningen
uit de nalatenschap van Simon Vinkenoog: omslag
[Stedelijk Museum, Amsterdam]


Verrassend is dat er ook opdrachtexemplaren bestaan waarin Lucebert extra illustraties aanbracht. Hij deed dat voor een beperkte groep vrienden en met name voor Simon Vinkenoog. 

Lucebert, van de afgrond en de luchtmens (1953)
[KB: exemplaar van Ethel en Rudy Kousbroek, 
met extra tekeningen van Lucebert]

De bundel van de afgrond en de luchtmens (1953) heeft alleen een omslagillustratie, maar het exemplaar uit de collectie van Rudy Kousbroek (nu in de KB) is van voren tot achteren gevuld met potloodtekeningen in zwart en blauw. Ze lijken spontaan tijdens één zitting te zijn getekend. Eigenlijk heeft Lucebert van dit exemplaar een uniek kunstenaarsboek gemaakt. 

Kousbroek zelf schreef er onbekommerd nog wat aantekeningen in, als bepaalde gedichten hem deden denken aan andere auteurs zoals Hölderlin en Yeats. In zekere zin heeft Kousbroek zijn persoonlijke exemplaar – met opdracht en extra tekeningen – nog intiemer het zijne gemaakt.

Tijdens de Beurs Bijzondere Uitgevers op zondag 27 november 2022 verschijnt over deze speciale uitgaven het boekje Vergeten verbeteringen en toegevoegde tekeningen (uitgeverij De Weideblik).

Binnenkort zijn de twee opdrachtexemplaren van Lucebert te zien in de vitrine bij de leeszaal Bijzondere Collecties in de KB. 

zaterdag 22 oktober 2022

330. Boekenruil aan het Grote Kanaal

Aan het Grote Kanaal, dat wil zeggen, het Canal Grande in Triëst, staat het theatermuseum Carlo Schmidl, waar wij niet lang geleden binnenstapten omdat er een boekwinkeltje was. Dat bleek een groot woord voor een vitrine met boeken over de geschiedenis van de stad en enkele catalogi die voor musea waren uitgegeven. Intussen bleek het bijna de enige plek waar je de catalogus van het Winckelmann-museum kon kopen. In het Winckelmannmuseum zelf waren een Italiaanse en een Engelse versie van de museumgids aan de ketting gelegd om in te zien, maar ze waren er niet te koop. Waarom niet? Dat was niet duidelijk te krijgen. Maar hier, in het theatermuseum, konden we het boek voor een klein bedrag meenemen.

De boekhandels in deze streek hebben heel soms een Engelse afdeling. Die in Udine bijvoorbeeld, een uurtje verderop in Friuli, bezat vier Engelse boeken: de werken van Poe, The Picture of Dorian Gray van Oscar Wilde, een roman van Jane Austen en een klassieker van Stevenson. Wel is ongeveer de hele wereldliteratuur in Italiaanse vertalingen aanwezig.

Bij de kassa van het theatermuseum waren nog vijftien boekenplanken te zien in een kast met het opschrift: Bookcrossing. Libri in Movimento.

Theatermuseum Carlo Schmidl, Triëst:
Bookcrossing. Libri im Movimento, 2022


De toelichting maakt duidelijk dat dit uit het buitenland overgewaaide gebruik probeert om boeken die men om wat voor reden dan ook van de hand wil doen niet in de vuilnisbak terecht komen, maar op deze plek worden aangeboden. Maar, staat erbij, als je een boek interessant genoeg vind om mee naar huis te nemen, wordt van je verwacht dat je een ander boek, dat voor anderen interessant kan zijn, in de kast plaatst. Het moet wel in goede staat zijn. Geen verregende exemplaren, geen boeken die incompleet zijn, geen stinkende boeken, geen boeken met schimmels of insectenresten. Het Italiaanse tekstje vertelt dat laatste allemaal niet, maar houdt het simpel en zegt niet wat onder een 'goede' conditie wordt verstaan.

Theatermuseum Carlo Schmidl, Triëst:
Bookcrossing. Libri im Movimento, 2022

De planken waren geheel gevuld, zonder gaten voor nieuwe boeken, zonder veel beweging leek het; alsof er wel boeken bij kwamen maar niet werden meegenomen. Net als in de boekwinkels staan in deze overvolle kasten voornamelijk Italiaanse romans en in het Italiaans vertaalde romans, zoals die van Judith Kranz, Danielle Steele, Erskine Caldwell, Erica Jong en Joyce Carol Oates.

Alastair MacLean in het Theatermuseum Carlo Schmidl, Triëst:
Bookcrossing. Libri im Movimento, 2022
Tussen die vertaalde romans lijken ook enkele Engelstalige werken te staan, maar dat is bedrieglijk. De roman Goodbye Janette van Harold Robbins is niet een Engelstalige editie, omdat de Italiaanse uitgever Mondadori de titel onvertaald liet. Het uitgeversmerk op de rug maakt duidelijk dat dit om de Italiaanse vertaling moet gaan (uit 1981 of 1983 waarschijnlijk). De meeste romans van Robbins verschenen hier onder een vertaalde titel, maar soms klonk het Engels kennelijk te sexy om te vertalen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de roman 79, Park Avenue. Als je dat vertaalt, verkoopt het natuurlijk niet meer. Viale del parco, 79. Daarom ook kreeg een roman van Alistair MacLean de fijne Italiaanse titel Il Golden Gate. Hier aanwezig in de uitgave van Club degli Editore uit 1977.

Dit is zo'n verzameling boeken waarin de tijd gefixeerd lijkt. 

Staan er alleen Italiaanse, Britse en Amerikaanse auteurs in deze kasten?

Harry Mulisch in het Theatermuseum Carlo Schmidl, Triëst:
Bookcrossing. Libri im Movimento, 2022


Nee. 

Tussen de populaire auteurs uit de jaren zeventig en tachtig staat een roman van Harry Mulisch, L'Attentato, verschenen bij Feltrinelli in 1986 (herdruk 1989). Recent, in 2021, verscheen trouwens een editie bij Neri Pozza in Vicenza.

Wie neemt die roman mee naar huis?

vrijdag 23 september 2022

329. Satirische beeldstatistiek: Peter Alma

Door een toeval kocht ik voor de KB vorig jaar vroege én late satirische prenten van kunstenaar Peter Alma (1886-1969) - zie Wikipedia. Hij maakte ze vaak naar aanleiding van sociaal onrecht of als illustratie bij beeldstatistieken die in opdracht van bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam werden uitgegeven.

Een voorbeeld van de eerste categorie is er een van tien die verschenen onder de duidelijke titel Kapitalistische orde (waarschijnlijk 1931), uitgegeven door de Socialistische Kunstenaarskring. Het zijn schematische voorstellingen van beroepen die ver afstaan van zijn socialistische idealen. De afbeeldingen van een minister, diplomaat, advocaat of bankier benadrukken de persoonlijke luxe waarin zij leven en de hoge salarissen die zij ontvangen. Bij de bisschop en de priester zien wij andere symbolen.

Peter Alma, 'Priester' uit Kapitalistische orde (1931) 

De priester staat groot in het midden van de voorstelling. De overige geestelijken zitten in banken, hun handen gevouwen in gebed, hun ogen gesloten. De gelaatsuitdrukkingen zijn samengevat door een kruisje dat de neus en mond symboliseert. (De ogen hoeven niet worden afgebeeld omdat ze gesloten zijn.)

De priester draagt een soutane. Zijn ogen zijn geopend, hij kijkt ons aan. Het kruisje in zijn gezicht verbeeldt zijn ogen en neus, terwijl de mond als een streepje eronder is getekend. Een religieus symbool, het kruis aan een ketting, hangt daar waar zijn eigen kruis zich onder de soutane bevindt. De priester is van het weldoorvoede type.

Vanaf 1931 maakte Alma ook beeldstatistieken (zie daarover het boek van Wim Jansen, Beeldstatistiek. Peter Alma, dat in 2014 bij De Buitenkant verscheen). Hij leerde het vak bij de aartsvader van de beeldstatistiek, Gerd Arntz.

In zulke beeldstatistieken worden hoeveelheden en veranderingen daarin weergegeven door symbolen, zoals een huishouden dat wordt verbeeld door een huisje. De laatste beeldstatistieken van Alma verschenen kort na de oorlog in 1946 in een boekje van het Bedrijf der Gemeente Waterleidingen in Amsterdam: De trouwe kraan. Het werd uitgedeeld aan de leerlingen van middelbare scholen, onder andere met de aansporing geen water verloren te laten gaan. Bekend is zijn tekening van een lekkende kraan waaruit het water een zwembad vult waarin zwemmers duiken en spartelen. Motto: 'Een kraan die lekt vult in een jaar het Zuiderbad'.

Niet satirische, pure beeldstatistiek presenteert het overzicht van watergebruik in de huishouding. Het is een vergelijking tussen 1896 en 1946 - het bedrijf bestond toen 50 jaar.

Peter Alma, beeldstatistiek in De trouwe kraan (1946)

Het huishoudelijke verbruik per persoon is weergegeven door emmers. Waren dat er in 1896 nog vier per persoon per jaar (dat is 40 liter), in 1946 was dat aantal gestegen tot 9 en een half. Het laatste is weergegeven door een kleiner emmertje.

Alma's zorgvuldigheid koppelde hij aan strijdlust en satire, zodat zijn sociale gevoel voor rechtvaardigheid zich zelfs kon uitspreken in een neutrale folder van de gemeente.

donderdag 8 september 2022

328. Van overval tot kunstenaarsboek: Beldan Sezen

Binnenkort wordt aan Beldan Sezen de Künstlerbuchpreis 2022 van de Herzog August Bibliothek in Wolfenbüttel uitgereikt. De KB bezit van deze kunstenares drie boeken. Op haar website is een korte biografie opgenomen waarin onder andere te lezen valt: 'She is Turkish by ethnicity, German by birth, and a resident of both the Netherlands and the U.S. – all of which allows her to observe society as an insider and outsider simultaneously'. Ze studeerde in Duisburg en Amsterdam. Haar werk neemt vaak strips als uitgangspunt, is politiek van aard en technisch uniek.

Beldan Sezen, To Keep That Bit of Physical Distance (2016) [omslag]
[© Beldan Sezen. Afgebeeld met toestemming van de kunstenares]

Een voorbeeld daarvan is To Keep That Bit of Physical Distance uit 2016. Het formaat is vrij groot - 34 cm hoog. De teksten zijn niet gedrukt, maar met de hand aangebracht door middel van een speciale afdruktechniek, maar wat als eerste opvalt is dat de pagina's witgekalkt zijn en dat onder die laag verf nog afbeeldingen zichtbaar zijn.

Beldan Sezen, To Keep That Bit of Physical Distance (2016)
[fragment van pagina 7]
[© Beldan Sezen. Afgebeeld met toestemming van de kunstenares]

In dit boek schemeren plaatjes van een Turks stripboek door en dat is geen willekeurige keuze. Het verhaal in dit boek, eigenlijk meer een relaas, een overdenking van persoonlijke reacties en politieke verantwoording, begint met een straatoverval die Sezen in Istanboel ondergaat. Op de tweede dag van haar verblijf in de stad wordt ze om een uur of negen met een pistool bedreigd. Net nadat ze schoolkinderen is gepasseerd en een steeg is ingelopen. Het is de eerste keer dat zij zoiets meemaakt.

Beldan Sezen, To Keep That Bit of Physical Distance (2016)
[fragment van pagina 5]
[© Beldan Sezen. Afgebeeld met toestemming van de kunstenares]

Achteraf voelt zij zich schuldig dat ze niet naar de politie is gegaan. Nu lopen anderen nog steeds gevaar hetzelfde te overkomen. Maar Turkije had in 2016 ander geweld te verwerken: tientallen bommen gingen er vanaf januari 2016 af. Sezen was in 2016 in januari/februari 2016, kort na de eerste aanslagen. Er waren zelfmoordaanslagen door verschillende groeperingen. Het geweld dat Sezen treft valt daarbij in het niets en werkt door in een schuldgevoel: 'I can't save the world'. 

Daarna vertelt zij dat de dader haar wilde beroven van geld, maar dat hij haar liet gaan zonder het af te pakken: 'His values, his goals. His decision.' Deze machteloosheid, het gebrek aan invloed op wat er gebeurt, blijft haar het meeste bij. Afhankelijk te zijn van bruutheid en willekeur.

De geschreven teksten worden afgewisseld met en begeleid door tekeningen in kleur. Het lijken misschien zelfportretten, maar de in groen uitgedoste figuur die op haar kop staat, yoga-oefeningen doet, alsof zij zichzelf een houding probeert te geven, verbeeldt eigenlijk de gewone Turkse soldaat die alleen maar kan toekijken, meningloos. Ook de dader komt deels in beeld: zijn uitgestrekt hand, een portret ten voeten uit met zwarte bivakmuts en blauwe schoenen - een karabijn ernaast als symbool van geweld. 

Andere afbeeldingen zijn van dagelijkse handelingen zoals geroer in een kopje koffie. Tekeningen van  koepels en minaretten worden symbolen van religieuze en politieke macht. Een van die tekeningen toont de groene figuur ingeklemd tussen de bruine muren van de stad. Het verhaal van de overval en het ongedeerd vrijkomen is uitgespreid over twee tegenoverliggende pagina's.

De ondergrond is voor alle pagina's ook een impliciet commentaar: de witgeschilderde pagina's bedekken de bedrukte pagina's van politiek-satirische cartoons die in Turkije te koop zijn, in dit geval het tijdschrift Penguen dat in 2017 werd verboden. Ze schemeren door alle teksten en afbeeldingen heen - tonend dat satirisch commentaar op de nationale politiek weliswaar verboden en bestraft kan worden, maar dat het ondergronds blijft bestaan.

Op de laatste pagina (de rectozijde van het achteromslag) verandert de kleur inkt van zwart in rood en verandert het perspectief van het persoonlijke naar het algemene.

Beldan Sezen, To Keep That Bit of Physical Distance (2016)
[fragment van pagina 15]
[© Beldan Sezen. Afgebeeld met toestemming van de kunstenares]

De straatoverval wordt symptomatisch voor de staat als geheel waar niemand veilig is voor de terreur van een bewind. Daarbij toont Sezen een cellospeler met gasmasker. 

De rode belettering is direct aangebracht, geschreven met een kroontjespen op het witgeschilderde papier. De zwarte teksten zijn voor deze oplage van veertien exemplaren zijn op een bijzondere manier afgedrukt.

Eerst tekent Beldan Sezen haar tekening op transparant papier (onion skin paper), een dunne, lichte papiersoort. Het is bevestigd aan het papieren vel dat in het boek zal komen, maar het ligt ernaast. Ze trekt de tekening over met een scherpe pen en Oost-Indische inkt. Vervolgens keert zij het vel om zodat het op het andere vel komt te liggen en dan drukt zij met haar vingers de inkt  op het papier van het boek. 

Elk exemplaar wordt uiteindelijk net iets anders vanwege de onderschildering en de druk van de vingers. Er ontstaan soms vlekken of hiaten, vandaar dat het de 'blotted line technique' wordt genoemd die ooit door Andy Warhol werd gebruikt voor zijn tekeningen van schoenen. [Zie een Youtubefilmpje van het Andy Warhol Museum.]

donderdag 1 september 2022

327. Wandelen met Richard Long

Het werk van kunstenaar Richard Long ontstaat tijdens wandelingen in de natuur. Hij verzamelt bijvoorbeeld stenen en legt die in een patroon bij elkaar. Soms doet hij dat in een museum, maar vaak ook ergens op een afgelegen locatie, in een berglandschap bijvoorbeeld. Daar kunnen weinig kijkers het kunstwerk zien. Maar het kunstwerk bestaat nog uit een ander deel: een publicatie die door middel van foto’s zijn wandelingen documenteert.

Long werd in 1945 geboren in Bristol, waar hij nog altijd werkt. Zijn eerste solotentoonstelling vond plaats in Duitsland en werd al snel gevolgd door presentaties elders. In Amsterdam hield Art & Project de eerste Nederlandse tentoonstelling van zijn werk in 1970 en in 1973 was zijn werk te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam.

Bij beide gelegenheden verscheen een fotoboek bij Art & Project. Het eerste heet From Along a Riverbank en bevat zwart-witfoto’s van bladeren. Het tweede boekje is From Around a Lake. Hierin zijn de foto’s van groene bladeren in kleur afgedrukt. Deze kunstenaarsboeken bevatten wel een titelpagina en een colofon met gegevens over de oplage en uitgever, maar geen enkele toelichting. De wandeling is samengevat in beelden.

Richard Long, From around a lake (1973) en From along a riverbank (1971) 
 

De catalogus van de tentoonstelling in het Stedelijk Museum toont door Long gemaakte foto’s van de landschappen die hij heeft bewandeld en die hij heeft ‘aangepast’ door bijvoorbeeld takken bijeen te leggen. Soms heeft hij een regel tekst toegevoegd, soms niet. De in de natuur achtergelaten kunstwerken krijgen met de foto’s een langer leven. Het enige wat resteert van het ruitvormige patroon van takken op een vlakte is de foto ervan; de takken zijn allang verspreid door de wind en uitgedroogd door de zon.

De twee kunstenaarsboekjes van Richard Long zien er eenvoudig uit. Ze zijn klein, hoog en smal. Niets leidt af van de grassen en bladeren op de foto’s. Toch heeft Long over alles nagedacht. Hij bepaalde de volgorde van de foto’s, de soort papier, de kleur van de inkt en het ontwerp van de pagina’s. Wandeling en boek maken samen het kunstwerk uit, maar de boeken zijn het enige bestendige deel ervan. 

Deze boeken zijn vanaf vandaag een maand te zien in de vitrine bij de leeszaal Bijzondere Collecties in de KB Den Haag.

Vanwege het copyright kan ik hier geen afbeeldingen van de gefotografeerde bladeren en grassen tonen, zie daarvoor enkele afbeeldingen op de site van het Stedelijk Museum Amsterdam, het MOMA en EdcatBeta.


zondag 10 juli 2022

326. Nieuwe publicatie: een epiloog bij Komrij

Op 5 juli - de tiende sterfdag van Gerrit Komrij - verscheen bij Stichting Desiderata een heruitgave van een toespraak van Gerrit Komrij, De crisis in de bibliofilie, die hij had uitgesproken in november 2010 bij de opening van de tentoonstelling Het ideale boek. Twee maanden nadat hij de tekst had uitgesproken in Theater Diligentia in Den Haag verschenen 250 exemplaren. Het boekje was al lang niet meer leverbaar, vandaar de heruitgave.

Gerrit Komrij, De crisis in de bibliofilie (2022)
[fragment van titelpagina]

Voor deze uitgave schreef ik een 'epiloog', waarin ik twee toespraken over bibliofilie vergelijk, herinneringen ophaal aan de opening, een rondgang maak langs de verschillende bibliofiele uitgevers die Komrij bediende met teksten en kijk in hoeverre de crisis door Komrij persoonlijk gevoeld werd.

Deze nieuwe editie is verkrijgbaar bij Stichting Desiderata in Tilburg [lees verder op de website van Stichting Desiderata].

Gerrit Komrij, De crisis in de bibliofilie (2022)
[omslag met portret van Gerrit Komrij door Ivo van Leeuwen]

vrijdag 8 juli 2022

325. Een gouden boekenverzameling bij Mariëngof

Tegen mijn gewoonte in lees ik momenteel enkele boeken door elkaar, nu eens iets in een boek over 'de hand', dan weer een stukje in een boek over het verzamelen van boeken en gisteravond las ik een pagina of zes in Mijn eeuw, mijn vrienden en vriendinnen van Anatoli Mariëngof, vertaald door Robbert-Jan Henkes (Privé-domein). 

Georgi Jakoelov, portret van Anatoli  Mariëngof

Daarin staat een buitengewoon verhaal in over het verzamelen van boeken dat van de bibliofiele verzamelaar doorgaat op de lezer-verzamelaar en dan uitkomt bij de protser, de verzamelaar van gouden ruggen.

     'Serjozja,' vraag ik, 'hebt u Tolstojs Opstanding gelezen?'
     En ik pak het boek van de plank. Pas onlangs heb ik het in zacht bruin leer gebonden van een oude boekbinder teruggekregen. Die boekbinder is beroemd in heel het gouvernement Penza, dat op zijn beurt beroemd is om zijn adelsnesten. Die zich op hun beurt beroemen op hun bibliotheken met prachtig gebonden boeken.
     Mijn vader had ook een zwak voor goede bandjes... om goede boeken. Hij kocht er in zijn leven nogal wat bij elkaar, maar niet voor in de kast of achter glas, ter versiering van zijn werkkamer, maar om te lezen.
     Vader vertelde graag van zijn neef, een beursspeculant, die plotseling rijk was geworden.
     'Toen Leo miljonair geworden was, kocht hij een huis aan de Stenen Eilandprospekt en begon zijn nieuwe appartement protserig in te richten. In de werkkamer moest vanzelfsprekend een solide bibliotheek komen. Ik was toen voor zaken juist in Petersburg. Opeens dook Leo in mijn hotelkamer op: "Help mij uit de brand, vriend! Ik moet dringend een kleine duizend mooie boeken aanschaffen! Stel alsjeblieft een lijst voor me op." Dat deed ik, met bovenaan het zesentachtigdelige Encyclopedisch woordenboek van Brockhaus en Efron. Voor ik weer vertrok ging ik Leo gedag zeggen. Van de voordeur nam hij me in triomf rechtstreeks, zonder me zelfs mijn jas te laten uitdoen, mee naar zijn werkkamer. O schrik!.. De gouden ruggen van Brockhaus en Efron waren onze kersverse miljonair kennelijk zo goed bevallen dat hij het hele Encyclopedisch woordenboek meteen maar vier keer had gekocht. De lange wand van zijn enorme werkkamer schitterde van het goud. De miljonair was verrukt.'
(pp. 43-44)

Enkele delen van een protserige editie van
Энциклопедический словарь Брокгауза и Ефрона;
Entsiklopeditsjeski slovar Brokgaoeza i Jefrona


Je leest wel vaker dat iemand alle exemplaren van een bepaald boek probeert te kopen - Johan Polak schijnt nogal wat exemplaren te hebben verzameld van Leopolds Cheops - maar dat iemand een naslagwerk in veelvoud aankoopt om een wand te decoreren is toch zeldzaam. Er zijn genoeg verschillende naslagwerken om ellenlange planken mee te vullen.

donderdag 23 juni 2022

324. Boekencollage in Voorlinden: Harald Vlugt

Vorige week, bij een bezoek aan Museum Voorlinden, zag ik een kunstwerk dat met boeken is gemaakt. Daar heeft het museum een speciale verzameling van aangelegd over de jaren - zie eerdere blogs. Dit keer was het een portret gemaakt door Harald Vlugt (geboren 1957). 

Harald Vlugt, 'Shadow of Your Smile' (1996)
Collectie Museum Voorlinden
[© Harald Vlugt, afgebeeld met toestemming van de kunstenaar]

Van een afstand is een vaag portret herkenbaar. Het werk dat bijna twee bij twee meter meet, is getiteld: 'Shadow of Your Smile' - het stamt uit 1996.

Zodra je dichterbij komt zie je dat het is opgebouwd uit kleine elementen, ongeveer zoals een televisiebeeld is opgebouwd uit pixels.

Voor het portret heeft de kunstenaar pocketboeken aan stukken gesneden en die binnen de lijst gerangschikt. Het portret kon ontstaan dankzij de verschillende kleuren papier - nu eens bruin, dan weer wit en alles daartussen. Maar ook doordat bij het snijden gedrukte teksten werden doorgeknipt, waardoor het zwart van de inkt nu zichtbaar is. Bovendien waren van sommige boeken de snedes door de boekbinderij gekleurd. Er bevindt zich een klein rood boekje in de rechter benedenhoek van het portret. Ook waren niet alle pockets even dik en variëren de 'blokjes' in dikte. Met die verschillende elementen kon Vlugt kleuren en schaduwen aanbrengen voor zijn portret.

Harald Vlugt, 'Shadow of Your Smile' (1996): detail
Collectie Museum Voorlinden
[© Harald Vlugt, afgebeeld met toestemming van de kunstenaar]

Harald Vlugt, 'Shadow of Your Smile' (1996): detail
Collectie Museum Voorlinden
[© Harald Vlugt, afgebeeld met toestemming van de kunstenaar]

Het boek is in dit werk de functie van tekstdrager kwijtgeraakt. De inhoud is onleesbaar geworden; het boek als geheel bestaat niet meer, het is verknipt, opgedeeld, verspreid geraakt. Alleen is de basis van het boek, met inkt en kleur, overgebleven om een nieuw geheel te vormen: een portret.

Pocketboeken waren eigenlijk niet bedoeld om bewaard te worden. Ook niet per se om te worden weggegooid na lezing, maar ze werden vooral gemaakt om goedkoop te zijn en door iedereen gekocht te kunnen worden en om overal, bijvoorbeeld in de trein, gelezen te kunnen worden. Er zijn miljarden pocketboeken na lezing verdwenen, versnipperd, verregend.

Niet al die boekjes werden gedrukt op papier dat de eeuwigheid kan halen en dan is een tweede gebruik, zoals hier in een kunstwerk enerzijds een teken van tijdelijke redding, maar anderzijds bepalen de bouwstenen van het kunstwerk ook de tijdelijkheid van het kunstwerk: door de verzuring van het papier zal het misschien slechts een eeuw blijven bestaan en wat gebeurt er dan? Het papier wordt bros, donkerbruin, er vallen misschien gaten in en het geheel kan in elkaar storten als een kaartenhuis. Zo vertellen de boekjes alsnog een verhaal: een voorspelling.

De 'Smile' van het portret zal vager worden en die is al 'a Shadow of a Smile'.

Harald Vlugt,
'Geschiedenis des Vaderlands'
(1994)
[© Harald Vlugt, afgebeeld met toestemming van de kunstenaar]

Harald Vlugt maakt sculpturen, collages, grafiek en illustraties (kijk daarvoor op zijn website: Harald Vlugt). Hij heeft vaker boeken genomen als uitgangspunt voor zijn werk. Een sculptuur uit 1994 heeft als basis de ruggen van oude boekbanden genomen en de inhoud bestaat uit papiersnippers. 'Geschiedenis des Vaderlands' is de titel. Een ironische verwijzing naar de tijdelijke aard van elke geschiedschrijving.

vrijdag 10 juni 2022

323. Corona en boekkunstenaars (7): Ton Martens

Veel kunstenaars en drukkers sturen hun werk niet meteen naar de KB, maar sparen enkele uitgaven op om gezamenlijk op te sturen of langs te brengen. Ton Martens woont vlakbij de KB en komt ze meestal aanreiken met het bijkomend voordeel van een korte uitleg. Tijdens de COVID-periode van de afgelopen jaren waren zulke bezoekjes minder frequent. Onlangs bracht hij weer een partijtje boeken en daarbij was een klein boekje in kleine oplage gemaakt voor de eerste verjaardag van zijn kleinzoon Manne. De techniek daarvan is zo curieus dat ik het graag even toon.

Het Boekje voor Manne Martens-Visser telt 34 pagina's (omslag meegerekend), geplakt op dik karton met afgrond hoeken, zoals vaak bij boeken voor jonge kinderen. Het lijken linosneden te zijn, maar dat zijn het niet. De drukvorm waarmee de illustraties zijn overgebracht op papier is namelijk isoleermateriaal, in dit geval dunne polystyreen-platen. De afbeelding wordt er in spiegelbeeld in aangebracht, maar niet gesneden, zoals bij lino- of houtsneden, maar met de soldeerbout waarvan de hitte het polystyreen ogenblikkelijk laat wegslinken. Zo 'tekende' Ton Martens bijvoorbeeld een douche met de soldeerbout.

Ton Martens 'tekent' een douche met de isoleerbout

Teksten werden ook in spiegelbeeld 'getekend', maar niet in alle gevallen. Twee pagina's achterin, met het colofon, zijn juist in spiegelbeeld afgedrukt, als een soort geheimschrift.

Twee platen voor de titelpagina's van
Ton Martens, Boekje voor Manne Martens-Visser (2020)

Ton Martens,
Boekje voor Manne Martens-Visser (2020):
omslag

Behalve deze drukplaten gebruikte Martens sjablonen om gedeelten van een prent in andere kleuren te kunnen drukken. Hoewel de prentjes er eenvoudig uitzien en aansluiten op de belevingswereld van het jonge kind, zijn er voor bijna alle pagina's meerdere drukgangen nodig geweest. Op YouTube heeft Martens een korte film over de werkwijze geplaatst: 'The making of' Boekje voor Manne.


Ton Martens,
Boekje voor Manne Martens-Visser (2020):
douche en boom

Het colofon achterin (in spiegelbeeld) vermeldt dat de oplage tien exemplaren is en dat het gedrukt is in de wijk Clingendael in Den Haag tijdens de Coronacrisis'. Zie YouTube 'The making of' Boekje voor Manne.

Ton Martens,
Boekje voor Manne Martens-Visser (2020):
colofon

[Beelden overgenomen met toestemming van Ton Martens, 2022].

woensdag 1 juni 2022

322. Corona en boekkunstenaars (6): Willem Winters

Wat is nog een boek en wat is geen boek meer? De criteria van de KB lijken rotsvast te zijn, maar de praktijk is grillig en bij mijn werk kom ik veel publicaties tegen die de grenzen van het boek lijken te hebben opgezocht: zijn zij nog wat wij onder een boek kunnen (of willen) verstaan? Om de zoveel tijd is het daarom nodig de aanschafcriteria te verduidelijken en te actualiseren. Voor de grote stroom boeken was dat voor Covid-19 al afgerond, maar voor de bijzondere collecties nog niet. Hoe rekbaar is het begrip boek als het bijzonder is?

Om de discussie daarover goed te kunnen voeren hebben collega's van de afdeling Documentverwerking materiaal verzameld dat volgens de harde Depot-criteria buiten de boot zou vallen. Ansichtkaarten bijvoorbeeld.

Post Card (uitgeverij Perio, 2020)

Een envelop met negen ansichtkaarten belandde zo op mijn bureau. Voor de tweede keer eigenlijk, want de eerste keer had ik dit als bijzonder aangemerkt. Bijzonder zeker, maar een boek?

De ansichtkaarten dateren uit de zeventiger en tachtiger jaren en zijn allemaal verzonden vanuit Duitsland, uit verschillende plaatsen, maar allemaal aan een en dezelfde ontvanger: 'Mevr. R. Else Heintz dra. litt.' Het is dus niet een willekeurig plukje kaarten!

Post Card (uitgeverij Perio, 2020)

Ze zijn aan de KB gestuurd door Uitgeverij Perio waarvan vele publicaties zijn opgenomen in de collectie. Maar is deze verzameling ook een publicatie? Ja, je kunt het zien als een kunstenaarsboek, of in elk geval een nieuwe publicatie met een bijzondere vorm. Een van de kaarten is niet verstuurd aan Dra Heintz. Dat is de enige kaart met een Engelse postzegel, dat wil zeggen: een reproductie, want het is een Engelstalige ansichtkaart van 'Zandvoort. Strandleven', die opnieuw is uitgegeven. Nostalgie, waarschijnlijk ook uit de jaren tachtig. Op deze kaart heeft uitgeverij Perio een nieuwe tekst afgedrukt en daaruit blijkt dat dit een onvervalste Covid-19-uitgave is - vandaar dat ik mijn serie hierover weer even voortzet.

Dit jaar die vakantie naar het Zonnige Zuiden, dat tropische eiland of het Hoge Noorden toch maar uitgesteld?

Of je nu thuis bent gebleven, of naar een te volle Nederlandse camping bent gegaan - ontspannen was het niet dit Coronajaar (later bleek dit pas het eerste Coronajaar). Perio-uitgevers Willem Winters en Anneke van Renssen boden daarom in 2020 deze uitgave als alternatief:

Houd de moed erin en geniet vanuit de luie stoel van een herfstreisje. Lekker wegdromen bij ansichtkaarten, verstuurd door vakantiegangers uit een (ver) verleden.

De Duitse kaarten zijn dus de illustraties bij deze opwekkende uitgave. De prentbriefkaarten tonen berglandschappen, kasteelinterieurs, stadjes in de sneeuw, eeuwenoude kerken, vakwerkhuizen en rivierbeddingen. Verboden gebieden, droomlandschappen, tijdens Covid.

Post Card (uitgeverij Perio, 2020)

En het bijzondere is, de uitgave staat niet op zichzelf, maar sluit naadloos aan op een eerdere uitgave van Perio uit 2005. Toen verscheen het boekje Post voor Else Heintz, over de vondst van de ansichtkaarten in een Leeuwarder antiquariaat. Daarin beschrijft Willem Winters de kaarten en de onderwerpen van de boodschappen aan Heintz. Als bijlage bij het boekje - natuurlijk! - een enveloppe met vijf ansichtkaarten aan Heintz. Deze keer verzonden vanuit Zwitserland, Engeland en Frankrijk. Althans: de set in de KB.

Winters zegt opzettelijk niet op zoek te zijn gegaan naar biografische gegevens van Heintz. Maar die zijn er wel. Via Delpher zijn vrij snel twee markante punten uit haar levensloop te vinden - voorlopig verder niets overigens. Namelijk: haar slagen voor het Diploma A aan het Vrijzinnig Christelijk Lyceum in Den Haag in juni 1938 én haar overlijden. Rosemarie Else Heintz werd op 3 november 1919 geboren en stierf op 10 augustus 1993. Zij werd na haar examen lerares op haar oude Haagse school en bleef daaraan levenslang verbonden. In de annonce staat verder:

"Für die Welt dasein" (Dietrich Bonhoeffer) was haar devies.

zaterdag 21 mei 2022

321. Nieuwe publicatie: Dodepop. Laatste lezingen bij Achterberg

Vrijdag arriveerden enkele auteurs-exemplaren van de uitgave Dodepop. Laatste lezingen bij Achterberg, onder redactie van Pieta van Beek. Het is de laatste uitgave van het Achterberggenootschap dat zichzelf volgens de statuten niet kan opheffen, maar dat nu de wens heeft te gaan sluimeren. In november 2018 gaf ik in Amersfoort een lezing en het was voor mij wat bevreemdend om te merken dat het genootschap toen al streefde naar winterslaap. Alsof je een lezing komt geven op een begraafplaats. Al met al was het toch een genoeglijke middag. En het jaar erop vond er gewoon weer een symposium van het genootschap plaats.

Dodepop (2022): voorzijde omslag

De bundel Dodepop bevat lezingen uit 2017, 2018 en 2019, aangevuld met speciaal geschreven stukken. Over vrienden van Achterberg, over taal en vorm van zijn gedichten, over geloof en over vertalingen in het Zeeuws en Gronings. Een mooi persoonlijk verhaal is dat van Lisa Kuitert over de rol van de gedichten van Achterberg in leven en werk van haar vader, Harry Kuitert.

Dodepop (2022): titelpagina


Mijn lezing ging over de manier waarop de uitgaven van Gerrit Achterberg werden vormgegeven en wat hij daar zelf van vond, voor zover we kunnen nagaan uit brieven. Over lettertypen en over illustraties zei Achterberg wel iets, maar steeds vroeg hij degene die hij aanschreef wat die ervan vond. Op een gegeven moment ontwikkelde Achterberg zich tot een bibliofiel, maar wel een van de bijzondere subsoort: de verzamelaar van eigen werk. Hij wilde vanaf toen van al zijn bundels alle edities bezitten: gebonden en ingenaaid, op luxe papier en op gewoon papier.

Een kortere versie stond eerder in De Boekenwereld. Deze versie is een uitwerking van de lezing.

Gerrit Achterberg, Verzamelde gedichten (1963)
Ontwerp band: Boudewijn Ietswaart
[Foto: Jos Uljee/Beeldstudio KB]

zaterdag 16 april 2022

320. Luns-pakket uit 1967

Bij aanbiedingen van boeken gaat mijn grootste nieuwsgierigheid uit naar boeken van kunstenaars en ontwerpers, maar ook van andere groepen zoals demonstranten en eenlingen met curieuze wereldbeelden. Denk aan het genre Bart Huges - de man die een gaatje in zijn hoof boorde voor een verruimd bewustzijn via het derde oog. De jaren zestig van de twintigste eeuw zijn vruchtbare grond geweest voor zulke acties.

Nu lag er weer zoiets eigenaardigs op mijn bureau dat in geen bibliotheek aanwezig is. Ik vond alleen een exemplaar in de collectie van het IISG te Amsterdam. Maar het gaat toch echt om een publicatie die past in de KB-collectie en de oplage was ook niet zo klein: 10.000 exemplaren, dat is nogal wat voor iets dat daarna spoorloos lijkt te zijn verdwenen.

Luns-pakketje van Werkgroep "Luns-Time is Over"

Het begint met een kleine envelop (96, x 14,5 cm) waarop de initiatiefnemer is vermeld: Werkgroep "Luns-Time is Over". Werkgroep? Dat klinkt naar de jaren zestig.

Een jaar van uitgave is niet vermeld. De envelop - met aanduiding 'Port betaald Driebergen' bevat een nog kleiner envelopje van 6,5 x 10,4 cm. Dat heeft een titel: Luns-pakketje. De werkgroep uit Odijk maakte hiermee natuurlijk een toespeling op de beroemde politicus en Minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns. De Wikipedia-pagina over Luns citeert historicus Martin Bossenbroek (die nog een tijd voor de KB werkte):

Luns werd door zijn politieke tegenstanders neergezet als een conservatief en reactionair politicus. Historicus Martin Bossenbroek omschrijft Luns als "geen idealist, maar een realistische machtspoliticus en als zodanig een succesvol onderhandelaar, een conservatieve nationalist, 'maar niet reactionair'." Bossenbroek beschrijft hem verder als iemand die ruimtes vulde met zijn air, anekdotes, zijn lengte van 1,95 meter en ongezouten meningen.

Onder zijn tegenstanders waren ludieke provo-achtige figuren, zoals degenen die zich verenigden in de Werkgroep "Luns-Time is Over" - Luns slaat niet alleen op de figuur Luns maar ook op het steenkolenengels van de internationale diplomaat. Zo zou hij het woord 'lunch' waarschijnlijk hebben uitgesproken.

Luns' betekenis voor de wereld

Het Luns-pakketje bevat een standaardwerk, althans de titel ervan suggereert dat: Luns' betekenis voor de wereld. Maar het is een klein werkje en meet 7,5 bij 6 cm. Als daarin het hele belang van Luns kan passen, kan het niet veel voorstellen, maar het wordt nog erger want het katern van 32 pagina's bevat behalve de titelpagina geen tekst. Het behoort daarmee niet alleen tot het genre van de protestuitgaven (zoals het tijdschrift Provo), maar ook tot het genre van het kunstenaarsboek dat vooral ten tijde van Fluxus in de jaren zestig veel werd gebruikt: een boek met geheel witte pagina's als een commentaar op kunstbeschouwing, lezen, autoriteit of wat dan ook. De uitgewiste vorm klonk als een protest. 

Toch is er nog wel enige inhoud. Het boekje bevat een speldje in de kleuren van de wimpel en de Nederlandse vlag.

Luns' betekenis voor de wereld

De verkoper die het mij aanbood dateerde het geheel op circa 1970, maar het is in feite ouder. Via Delpher - waarin uit de naoorlogse periode nog lang niet alle kranten digitaal kunnen worden aangeboden - vond ik twee verwijzingen, een uit de De Volkskrant van 21 november 1967 en een tweede uit De Nieuwe Limburger van 25 november 1967.

Prikken in het buitenlandse beleid, dat is een van de doelen waarnaar de werkgroep Sjaloom al lang streeft, maar binnenkort gaan ze het doen met echte spelden.

Dat Sjaloom staat nergens in ons uitgaafje overigens, maar kennelijk zat dat ook in Odijk. Sjaloom zou de buttons gaan verspreiden op 10 december vanwege de Dag van de Rechten van de Mens.

De Nieuwe Limburger voegde eraan toe:

Intussen zullen over het gehele land Luns-pakketjes worden verspreid, voorlopig tienduizend. Hierin zit een speldje dat veel lijkt op de onderscheidingen waaraan hoge Haagse ambtenaren - vooral van Buitenlandse Zaken - zo rijk zijn.

Deze krant vermeldt ook de naam van de Secretaris van de Sjaloomgroep, Piet Reckman, een man die zich zijn hele leven inzette voor zaken als onderwijsvernieuwing en het milieu. In de jaren vijftig maakte hij deel uit van de Pleingroep, en daaruit kwamen instituten als Novib en de wereldwinkels voort. 

Achter de lichtheid en humor van deze protest-uitgave uit december 1967 ging dus ook een uiterst serieuze politieke overtuiging schuil.

woensdag 13 april 2022

319. F. ten Harmsen van Beek in het land der bibliofielen

Van sommige dichters verschenen tijdens de hoogtijdagen van het bibliofiele drukwerk, het 'drukwerk in de marge' tijdens de laatste dertig jaren van de twintigste eeuw, uitgave na uitgave: Gerrit Komrij, bijvoorbeeld publiceerde bij ongeveer elke private press die er maar bestond, terwijl andere dichters misschien meer als huisdichters van bepaalde persen werden gezien, zoals Hans van de Waarsenberg, wiens gedichten vooral door In de Bonnefant werden gepubliceerd.

Andere dichters konden niet worden gepubliceerd, zoals Gerard Reve, die zulke uitgaven ten strengste verbood - en anders zijn gérant wel, Joop Schafthuizen. Maar van Reve verscheen nu juist een onafzienbare stroom uitgaven in beperkte oplagen, bij wijze van straf, omdat hij enkele 'roofdrukkers' voor de rechter had gebracht. Hij had natuurlijk gelijk, ze drukten zijn teksten zonder toestemming, maar het effect was averechts. Voortaan verschenen de uitgaven 'onder de toonbank', slechts verspreid in zeer kleine oplagen voor een exclusieve kring van vertrouwde mede-drukkers of ingewijden. Echte namen staan er niet in en alle namen van uitgevers en plaatsnamen zijn toespelingen op het werk van Reve. Ongepubliceerde brieven, fragmenten, gedichten verschenen in tientallen uitgaven.

F. Harmsen van Beek - die maar twee officiële bundels liet verschijnen - is een ander uiterste. Als je geen gedichten meer schrijft of verspreidt kunnen ze niet gedrukt worden, ook niet clandestien. Er verschenen dan ook maar heel weinig van zulke uitgaven. In 1975 drukte kunstenaar Siep van den Berg een fragment uit het gedicht 'Humorloos gedicht' en maakte er zelf een collage bij. In 1982 publiceerde boekhandel Cursief in Enhuizen het gedicht Lof der onmatigheid in een oplage van 180 exemplaren. Dat was tijdens de Boekenweek en de tekst was gebaseerd op het typoscript van het gedicht, dus de dichteres zal haar medewerking hebben verleend, net als bij de eerste uitgave.

Enkele jaren voor haar dood in 2009 verschenen enkele uitgaven bij Ser Prop in Banholt. Die werden gedrukt in verdacht kleine oplagen - tien of acht exemplaren - waarschijnlijk dus zonder toestemming, maar duidelijk bedoeld als hommage aan de dichteres. Drie gedichten (2007) werd gevolgd door Goed begrepen! (2008) en samen bevatten ze vijf gedichten die ongebundeld waren gebleven.

F. Harmsen van Beek, Goede morgen? Hemelse mevrouw Ping (2000)


Onlangs kocht ik voor de KB een totaal onbekende herdruk van een gedicht uit het debuut van Harmsen van Beek: Goede morgen? Hemelse mevrouw Ping. Volgens het colofon is het gezet door Papieren Vingers - en dat is de kunstenares Anne van der Putte in Utrecht. Ook zij zal de tekst uit bewondering voor het werk hebben gekozen. Zij zette de tekst tijdens een cursus boekdruk in Amsterdam en drukte vervolgens op de Perfect degelpers van Drukkerij Polka in Amsterdam. Het colofon bevat de gebruikelijke uitgebreide gegevens over het gebruikte papier, maar zwijgt over de oplage.

F. Harmsen van Beek, Goede morgen? Hemelse mevrouw Ping (2000)

Het colofon is in wit gedrukt op blauw Diamant Durocol papier en het gedicht is gezet uit de magere Mercator en gedrukt in lichtgroen op Velké Losiny papier. Curieus is de uitlijning, namelijk langs de binnenvouw van het katern, waardoor de regels op de linker bladzijde niet links lijnen, zoals gebruikelijk.

F. Harmsen van Beek, Goede morgen? Hemelse mevrouw Ping (2000)

Anne van der Putte (geboren in 1969) is beeldend kunstenaar en heeft een eigen website Wijze Meisjes. Ze heeft ook nog een pagina als drukker bij Drukwerk in de Marge onder de naam Papieren Vingers, maar daar staan geen verwijzingen naar boeken op - ze kocht weliswaar een Adana-persje en continueerde haar 'bedrijfje' van 1999 tot 2005, maar ander zaken gingen voor. De KB had tot nu toe nog geen enkele uitgave van Papieren Vingers, maar nu dus één. En meer zijn er ook niet. Wel maakte zij enkele unica met teksten van Toon Tellegen.

De oplage van haar Harmsen van Beek-publicatie is onbekend, maar veel exemplaren zullen het niet geweest zijn; de kunstenares zelf denkt dat het om zo'n 20 exemplaren gaat. Ze mailde me dat er dertien exemplaren verspreid werden via de zogeheten Post op Zondag in de jaren 2002-2004 als onderdeel van de "Dienst Hoopvolle Akties van het Minysterie van Aandacht". Minysterie met een y inderdaad, want ook dat is een mysterie: niets over te vinden. Anne van der Putte schreef mij dat zij over dat mooie project nog eens een boekje wil maken. Wij zijn benieuwd.