donderdag 25 juli 2019

249. Niet Meer dan 30 Woorden: Just 30 Words

Voor de catalogus van een tentoonstelling in het Pratt Institute in New York (januari 2020) schreef ik een artikel over het werk van Robbin Ami Silverberg, waarbij ik voornamelijk de relatie tussen haar boeken en haar installaties probeer te doorgronden. 

In haar werk hangen tentoonstellingen en workshops, installaties en boeken direct samen. Een voorbeeld is het boek Just 30 Words (2004/5) (er is een exemplaar in Huis van het Boek | Museum Meermanno). De editie bestaat uit dertig exemplaren. (Dit boek wordt in mijn inleiding overigens niet besproken.)

Robbin Ami Silverberg, Just 30 Words (2004/5)
Het idee voor dit boek kwam gaandeweg een rondreizende tentoonstelling over ansichtkaarten die in 1944 door Joodse Hongaren in Auschwitz onder dwang werden geschreven. Ze werden gepost alsof ze afkomstig waren uit Waldsee, een imaginair vakantiedorp. De kaarten werden bestemd voor familieleden die zo werden verleid een antwoord te versturen, waarna ze zelf ook konden worden opgepakt. Hun antwoord mocht maar dertig woorden tellen. Vandaar de titel Just 30 Words.

De expositie was te zien in Budapest in 2004, en het jaar erop, onder de titel Waldsee 1944 in Berlijn en New York City, waarna in 2006 Ulm volgde en een reis langs Amerikaanse instellingen aanving. Tientallen kunstenaars leverden nieuwe werken voor deze expositie, per stad verschillend, en al die werken waren uitgevoerd op het formaat van een ansichtkaart. Als curatoren van de tentoonstelling traden Silverbergs echtgenoot András Böröcz, Robbin Ami Silverberg zelf en László Böröcz (2B Gallery) op. 


Silverberg schreef: ‘While working on that show, I felt a strong need to create my own interpretation of the subject, which became Just 30 Words.’ (email, 11 juni 2019). Het boek houdt zich niet aan het formaat van een ansichtkaart, integendeel het meet circa 32 x 24 cm. Het formaat heeft wel wat weg van een ouderwets fotoalbum. Maar op iedere pagina zijn de omtrekken van twee kaarten te zien en daarbinnen worden pogingen weergegeven om tussen de regels van de oorspronkelijke regels handschrift te zoeken naar wat niet door de gedeporteerden kon worden gezegd én te bedenken welke antwoorden geschreven hadden kunnen worden. 


Robbin Ami Silverberg, Just 30 Words (2004/5)
Elke poging bestaat uit 30 woorden of uit andere elementen zoals stukjes eierschaal. Deze pogingen tot interlineariteit bevatten ook hedendaagse referenties, waaronder een advertentie voor een familiehotel in Waldsee, een bericht over het automatisch ‘top secret’ verklaren van duizenden Amerikaanse overheidsdocumenten, een biologische observatie over de nieren van een kikvorsvis en de restauratie door forensische onderzoekers van een Hebreeuwse tekst uit het dagboek van een van de inzittenden van de geëxplodeerde space shuttle Columbia. 

Robbin Ami Silverberg, Just 30 Words (2004/5)
Ze hebben onveranderlijk betrekking op de scheiding tussen het leesbare en het onleesbare, tussen dat wat vernietigd wordt en wat resteert en wijzen ons steeds op de scheidingswanden daartussen, op de scheiding zelf, op het sturende optreden waardoor niet gezegd of gelezen kan worden wat er werkelijk aan de hand is. 

De ervaring bij het lezen van Just 30 Words wordt mede bepaald door het papier dat Silverberg zelf maakte; de omtrekken van de kaarten zijn er als watermerk in aangebracht en (zoals Inge Bruggeman stelde): deze watermerken zijn te vergelijken met permanente littekens in het papier en ze wijzen ons op de verbanden tussen huid en papier en op het menselijk lichaam als een historisch archief van wat het individu is overkomen. 


Robbin Ami Silverberg, Just 30 Words (2004/5)
Daarbij zijn de bladen levendig rood en oranje, kleuren die met hun weelderigheid en schoonheid ingaan tegen het slachtofferschap en juist de kracht van de mens benadrukken, en zelfs de menselijke liefde en intimiteit. Net als in de ansichtkaarten wordt de horror van de Tweede Wereldoorlog en de vernietigingskampen niet benoemd.

Robbin Ami Silverberg, Just 30 Words (2004/5)
De schrijfster van de ansichtkaart die Silverberg in het boek als uitgangspunt nam wordt door dit alles weer een individu, los van de massa. Haar naam is Margit Karényi. 

Robbin Ami Silverberg, Just 30 Words (2004/5)
Tegelijk zijn de kleuren van het papier ook die van de ‘Mayaflower’, zo staat in een door de dochter van Silverberg geschreven tekst, een verwijzing naar haar naam (Maya) én een illustratie bij vier woorden uit de ansichtkaart: ‘imagine all I need’. In Just 30 Words wordt de lezer in meerdere richtingen tegelijk geloodst.

Robbin Ami Silverberg, Just 30 Words (2004/5)
[Zie voor de opmerkingen van Inge Bruggeman: Inge Bruggeman, ‘The Integral Role of Handmade Paper in Contemporary Artist Books’, in: Hand Papermaking, volume 23, number 2 (Winter 2008), p. 3-6.]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten