zondag 20 oktober 2024

378. Gebakken lucht of zware kost (1)

Afgelopen vrijdag, aan het slot van de Dag van de Materialiteit, was ik gevraagd om als onbeëdigd KB-clown een praatje te houden. In deze en volgende blogs mijn (korte) verhaal.

Gebakken lucht of zware kost


Met de dichter Staring mompel ik af en toe voor me uit: 'Ik ben een Gelderschman'. Geboren in Nijmegen, opgegroeid in Wijchen en verhuisd naar Velp voordat ik Den Haag neerstreek klopt dat ook. Toen ik in Velp kwam was ik vijftien en een jaar te jong om in de openbare bibliotheek als hulpje wat geld te verdienen. Gelukkig lukte dat een jaar later wel en gaf ik dat geld uit in de boekhandel in Presikhaaf waar het filiaal van de bibliotheek stond en later ook in Arnhem waar ik in de hoofdbibliotheek kwam te werken op de jeugdafdeling.

Daar werd ik in de kantine met achterdocht benaderd.

Om dat te begrijpen moeten we terug naar Wijchen waar mijn vader als forens elke ochtend in de trein stapte en jarenlang zat hij dan met dezelfde medereizigers in de coupé zonder een woord te wisselen totdat een conducteur de abonnementen van mijn vader en zijn medereiziger bestudeerde en zei: 'zo, familie?'

De twee Van Capelleveens hadden dus jarenlang tegenover elkaar gezeten.

Wij gingen vervolgens bij deze, tamelijk verre familieleden op bezoek in Leur waar zij een eeuwenoude boerderij bewoonden tegenover het kerkje. Prachtige omgeving, oude betegelde schouw.

Daar woonde de teruggevonden achter-achterneef met zijn moeder en met een broer, die wij nooit te zien kregen. Daar was iets mee.

Die broer had vervangende dienstplicht gedaan in de bibliotheek van Arnhem waar hij geplaatst werd op de afdeling catalogisering en waar hij na gedane arbeid elke dag tot slot de gemaakte cataloguskaartjes op at.

Ik werd – het zat vast in de familie – niet meteen vertrouwd. Maar ik at alleen de van huis meegenomen boterhammen.

Willem Elsschot, De mosterdgedichten (1981)

Het eten van cataloguskaartjes is niet noodzakelijk. In iedere bibliotheek zijn wel boeken die je kunt opeten. Een collectie van Elsschot kan bijvoorbeeld een uitgave van zijn mosterdgedichten bevatten, een editie van het Willem Elsschotgenootschap in Antwerpen. 

Er zijn 19 exemplaren met als bijlage een stenen mosterdpot gevuld met extra-mosterd van Ferdinand Tierenteyn, de fabrikant voor wie Elsschot de reclame schreef.


Pierre Wind, Doekoe voor boekids (2006)

Een kookboekencollectie zal het boek bevatten van de Haagse kok Pierre Wind die een eetbaar Surinaams kookboek maakte: Doekoe voor boekids. Het KB-exemplaar is niet raadpleegbaar, maar wel is er een complete fotoreportage van gemaakt, zodat de recepten gelezen kunnen worden. 

De pagina’s van dit boek – omslag van marsepein, bladen van ouwel – zijn met een dropveter aan elkaar gebonden.

Wat bij eetbare boeken opvalt is dat makers denken dat ze een uniek object gemaakt hebben, dat niemand dit ooit eerder deed, zoals het bureau De Kwartiermakers die bij hun vierjarig bestaan in 2012 dachten ‘The world’s first fully edible book’ te maken. Het is van glutenvrije ouwel gemaakt (niet van papier dus) met achterin drie chocolaatjes. 

Het niet zo grote boek van De Kwartiermakers (2012)

Als bindlijm is tylose gebruikt. De inkt is eetbaar, maar bevat bepaalde kleurstoffen die bij kinderen tot hyperactiviteit kunnen leiden – een waarschuwing die tegenwoordig bijna als aansporing kan worden beschouwd.

Ik kreeg van een van de Kwartiermakers zijn laatste en eigen exemplaar voor de KB. Een van de chocolaatjes ontbrak want toen het af was wilde hij weten of het wel lekker was. Hij had ervan genoten.

Toch kleeft er een vreemde smaak aan eetbare boeken en dat is dat de meeste niet gegeten worden.

Ze blijven liggen omdat ze raar zijn of bij ons, bijzondere collectiestukken – ze drogen vrij snel uit en worden smakeloos.

Er bestaan ook uit het verleden nogal wat fabels over het eten van papier of boeken. Zo schijnt in 1356 de abt van Marseille een pauselijk geschrift te hebben moeten brengen aan de vorst van Milaan, die zodanig ontstemd was door de inhoud daarvan dat hij de ontvanger dwong dit ding op te eten.

In 1668, zo verluid, werd een Duitse jurist gedwongen enkele pagina’s van zijn eigen onwelgevallige boek op te eten. Maar dit soort eetfestijnen zijn, als ze waar zijn, zeldzaamheden.

Boeken eten als straf kennen we overigens ook uit films, zoals The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover van Peter Greenaway uit 1989, waarin de ‘lover’, een boekhandelaar, gedwongen wordt om uit zijn boekhandel gescheurde pagina’s door te slikken, een marteling die hij niet overleeft.

We moeten dus onderscheid maken tussen gedwongen papier eten en vrijwillig papier eten.

vrijdag 11 oktober 2024

377. Verborgen editie: Armando/Vinkenoog

Colofons geven niet altijd juiste informatie. Aantallen van exemplaren op bijzonder papier worden vaak te laag gegeven, simpelweg omdat er voor de zekerheid altijd meer exemplaren worden gedrukt, zodat ongelukjes bij de binder gecompenseerd kunnen worden. Maar soms worden er oplagen vermeld die helemaal niet gedrukt zijn, bijvoorbeeld omdat het papier totaal ongeschikt bleek om te drukken. Beide verschijnselen doen zich voor bij bibliofiele uitgaven.

Simon Vinkenoog, Een tekst. Armando, Vignetten (1957)
 

Bij een tentoonstelling van Armando's schilderijen in Kunstzaal 't Venster in Rotterdam verscheen in september 1957 een pamflet met tekst van Simon Vinkenoog en vignetten van Armando. Er werden, volgens het colofon, 150 exemplaren gedrukt door de Poortpers in Amsterdam. De tekst werd gezet uit de halfvette Gill. Vervolgens signeerden auteur en kunstenaar alle exemplaren. Vlak onder het colofon zette Armando zijn handtekening in zwarte inkt en bij het exemplaarnummer onder aan de pagina schreef Vinkenoog zijn naam in blauwe inkt. De KB had exemplaar nummer 144.

Simon Vinkenoog, Een tekst. Armando, Vignetten (1957)
 

Recent kocht ik bij antiquariaat Demian in Antwerpen voor de KB een tweede exemplaar, dat Romeins is genummerd. 'Dit is nr: XXVIX'. Dat lijkt er in eerste instantie te staan, maar er staat eigenlijk: 'XXV/X', met andere woorden: nummer X van XXV romeins genummerde exemplaren.  

 

Simon Vinkenoog, Een tekst. Armando, Vignetten (1957)

Deze exemplaren zijn duidelijk op een ander moment gesigneerd. Het nummer lijkt met een andere pen te zijn geschreven en de handtekeningen van Armando en Vinkenoog, nu beide in blauwe inkt, staan dichter op elkaar tussen colofon en exemplaarnummer in. Wat is hier gebeurd? Zijn deze bij de opening van de tentoonstelling op zaterdag 28 september 1957 genummerd of pas veel later? Misschien gebeurde het bij Vinkenoog thuis. Hij was zelf de uitgever van het pamflet al staat zijn naam er als zodanig niet in, maar wel zijn toenmalige adres: Herengracht 292. Hoe dan ook, deze verborgen oplage is nu ook in de KB vertegenwoordigd.

vrijdag 20 september 2024

376. Koelkastententoonstelling

In april 1992 werden in Arnhem 44 koelkasten tentoongesteld. Niet in een showroom, niet voor de verkoop, maar in een galerie gerund door Stichting Oceaan. Tweedehands koelkasten werden in de ruimte opgesteld nadat kunstenaars ze van eigen inhoud hadden voorzien. De pers reageerde verdeeld. De Volkskrant vond het maar niks:

De expositie herinnert aan andere projecten, het kijkdozenproject bijvoorbeeld. Zulke exposities zijn overbodig. Te vaak wordt kunst als illustratie gehanteerd, want het gaat vaker om de manier waarop die kunst getoond wordt dan om de kunst zelf.

Over de objecten zelf werd weinig gezegd, behalve dit:

Iemand heeft een radio in zijn koelkastje gezet, een ander heeft de koelkast binnenin beschilderd.
(De Volkskrant, 9 april 1992)

NRC Handelsblad had een dag eerder juist geschreven dat het 'een uitzonderlijke koelkastententoonstelling' was:

De koelkasten in Oceaan zijn buiten werking gesteld. Toch zijn sommige wel op het lichtnet aangesloten, bijvoorbeeld om een ventilator in werking te stellen.
(NRC Handelsblad, 8 april 1992)

Koelkastententoonstelling (Arnhem: Oceaan, 1992)
 
Vervolgens werden zeven van de 44 ingrepen van de kunstenaars beschreven. Beide recensies eindigden met een vermelding van de bij de tentoonstelling verschenen catalogus. NRC Handelsblad merkte op dat het omslag van aluminium was.

Koelkastententoonstelling (Arnhem: Oceaan, 1992)
 

Dat klopte en dat materiaal was niet lukraak gekozen; het is een van de materialen die in koelkasten worden verwerkt, zoals ook staal, plastic, koper, pvc en glas.

De catalogus heeft een vierkant formaat, is gebonden in een ringband en bevat 44 ingeplakte foto's van de afzonderlijke koelkasten en één kopietje van een foto.

Koelkastententoonstelling (Arnhem: Oceaan, 1992)
[copyright foto: Christa van Kolfschoten]


Sommige koelkasten zijn gevuld met halfvolle flessen, met eten en drinken (misschien uit de eigen koelkast), weckflessen of kannen met een witte vloeistof. Andere objecten die de bezoeker aantrof als de deur werd opengemaakt waren bijvoorbeeld een boksbal en bokshandschoen, een pijl met schilderij van een gevel, foto's van eters of gezichten, een grote bal met een poppetje daarop (in de krant werd de titel genoemd: 'Alleen op de wereld', in de catalogus zijn geen titels vermeld), een minimalistisch poppenhuis, tegeltableaus, blokken hout, preparaten, materiaal uit een houtbewerkingsstudio en er was een koelkast ingericht als rariteitenkabinet. 


Koelkasten in de tentoonstelling
Foto's: Christa van Kolfschoten]

 

De oplage van de catalogus was 150 exemplaren. Pas recent is een exemplaar aan de KB-collectie toegevoegd (er is ook een exemplaar in het RKD).

(Met dank aan Christa van Kolfschoten voor de foto's van de tentoonstelling.)

vrijdag 13 september 2024

375. Op tafel: Het huis was stil en de wereld kalm

Een boek in de brand steken, alleen maar om uit te vinden van welk materiaal het is gemaakt - dat doen we niet vaak bij de KB, maar nu was het toch noodzakelijk.

Voor de collectie is een uitgave verworven die in 1989 verscheen bij het vijfjarig bestaan van Boekhandel De Verloren Tijd/Stichting Perdu in Amsterdam.

Wallace Stevens, Het huis was stil en de wereld kalm (1989)
 

Het bevat een gedicht van Wallace Stevens, vertaald door Hans Kloos en gedrukt door Nico Boink in een oplage van 80 exemplaren. Er was geen exemplaar in een Nederlandse bibliotheek tot nog toe.

Er is een losbladig colofon dat onder andere vermeldt dat de vormgeving in handen was van Conny Brakel, Inge de Leeuw en Michiel van Lith.

Wallace Stevens,
Het huis was stil en de wereld kalm (1989)

De transparante pagina's worden bij elkaar gehouden doordat de pagina's links en verticaal tweemaal aan elkaar genaaid zijn met twee rode draden - daartussen is ter versteviging een stukje karton aangebracht.

De pagina's zelf lijken op gaas en bevatten steeds een strofe met twee regels van het gedicht.

Wallace Stevens, Het huis was stil en de wereld kalm (1989)
 

Aan de randen zijn de lange rafels niet afgeknipt.

Het voelt niet als papier of als stof.

Wallace Stevens,
Het huis was stil en de wereld kalm (1989)
 

Ik vroeg daarom advies aan een van onze restauratoren, Paulien Rings. Zij heeft een stukje van een rafelende draad afgeknipt en - alles op een veilige manier - in brand gestoken. Er konden twee dingen gebeuren: er vormde zich een hoopje as of niet. Dat tweede gebeurde, want de draad smolt.

Dat betekent dat het boek is gedrukt op synthetisch materiaal en niet op linnen, zoals de antiquaar bij wie het is gekocht dacht.

vrijdag 6 september 2024

374. Michaux in Amsterdam

In 1984 distribueerde 'modern antiquariaat' De Tirlemont in Amsterdam exemplaren van de uitgave Toward Totality van Henri Michaux in de vertaling van Louise Landes-Levi. (Het antiquariaat gaf datzelfde jaar één catalogus uit met uitsluitend Nederlandse literatuur. Verder heb ik geen sporen van het antiquariaat gevonden.) 

De vertaalster werd in 1944 geboren in New York in een Joods gezin en studeerde tussen 1962 en 1969 aan de universiteit van Californië en aan Mills College, waar zij lessen volgde bij de sarangi-speler Pandit Ram Narayan. Daarna reisde ze naar India om muziek te studeren. Later gaf ze ook muziekonderwijs en al die tijd schreef zij gedichten maar vertaalde bovendien poëzie uit allerlei talen, waaronder Frans. Twee maal woonde ze vijf jaar lang in Amsterdam waar zij onder andere samenwerkte met Simon Vinkenoog. Inmiddels was zij Boeddhist geworden.

Henri Michaux, Vers la complétude / Toward totality (1984)

De uitgave Toward Totality is losbladig, met steeds een aantal regels op een pagina (ca. 10,5 bij 15 cm) en die regels zijn gecentreerd geplaatst. Het zijn 27 losse velletjes met de tekst van het gedicht in Engelse vertaling. Dat ziet er heel anders uit dan de eerste uitgave uit 1967: Vers la complétude (Saisie et Dessaisies) verscheen bij uitgeverij GLM van Guy Lévis Mano. Die uitgave telt 22 pagina's met blokjes tekst, soms van maar een enkele regel, vaak van twee tot vier regels en af en toe een blokje van tien regels. Maar de vertaalster heeft de latere uitgave uit 1973 als voorbeeld genomen. Deze werd gepubliceerd in de bundel Moments. Traversées du temps. Daarin is het gedicht net zo gezet als in de vertaling: gecentreerd (dat geldt niet voor alle gedichten in die bundel).

Toch is de Engelse weergave soms nog afwijkend. Er is bijvoorbeeld een blok (of strofe) van zes regels verdeeld over drie blokjes van twee regels (waarvan één nog op een volgende pagina ook). In een ander geval zijn twee blokjes van respectievelijk twee regels en één regel samengevoegd tot één blok. Soms zijn regels opgesplitst. Waar bijvoorbeeld in beide Franse edities staat: 

l'énormité, la libéralité 

staat in het Engels:

the enormity,
the liberality

terwijl er genoeg ruimte was om ze op één regel te plaatsen.

De vertaalster begon aan deze vertaling in 1970, dus tussen beide Franse edities in, en voltooide die in Amsterdam in 1984.

Henri Michaux, Vers la complétude / Toward totality (1984)
 

Voor de Engelse uitgave heeft de vertaalster overlegd met Michaux, die vervolgens een kalligrafische illustratie voor de Amsterdamse uitgave heeft geleverd. Michaux reisde in 1930 en 1931 door Japan, China en India, werd er beïnvloed door Aziatische kunstvormen, terwijl de filosofie van het Boeddhisme en de kalligrafie voor zijn poëzie en tekeningen van enorm belang werden. Wat het teken behelst kan ik niet zeggen (en vanwege copyright kan ik het niet afbeelden).

De uitgave werd ontworpen door de vertaler, gezet door H.M. Pietersen en gedrukt bij Felix-Offset in Amsterdam. In de 'Acknowledgement' is een kleine fout blijven staan in de Franse titel: 'VERS LA COMLÉTUDE'.Maar misschien moeten we het weglaten van de letter 'P' zien als een boeddhistische erkenning van de onmogelijkheid van het streven naar compleetheid?

PS

Twee dagen na de publicatie van dit blog kreeg ik een reactie van Harry van Tienen uit Amsterdam die in de loop der jaren voor verschillende uitgevers en boekwinkels werkzaam was. Hij was in 1984 de eigenaar van antiquariaat De Tirlemont (de Franstalige naam van de plaats Tienen). Het antiquariaat was financieel geen succes, schreef hij, maar het bood hem wel de gelegenheid om als uitgever voor de Michaux-vertaling op te treden. Hij leerde de vertaalster kennen via Simon Vinkenoog. Hij was namelijk lid van diens Maandagavondclub in de voormalige buschauffeurskantine aan de Van Musschenbroekstraat in Amsterdam-Oost: 

Ik redigeerde de uitgave Met eigen woorden indertijd voor Uitgeverij H.A.M. te Gent. Zodoende kwam ik in contact met Louise Landes Levi. Zij kon niemand vinden die haar op Tibetaanse leest vormgegeven vertaling van Vers la complétude van Henri Michaux wilde publiceren. Dus is  Antiquaraat De Tirlemont als gelegenheidsuitgever opgetreden.

Met die uitgave bleek overigens nog iets eigenaardigs aan de hand te zijn:

Louise regelde zelf zetten en drukken met Felix, de drukker. Na deze druk, kwam ik jaren later zelf achter, bleek Louise er nog een paar te hebben laten volgen zonder enige berichtgeving.

We weten dus eigenlijk niet of de KB nu de echte eerste druk heeft, of een latere...

vrijdag 30 augustus 2024

373. Onder ogen: een alfabet uit 1974

Sommige boeken stellen ons voor raadsels. Wat is de titel? Wie is de uitgever? Waar is dit gemaakt? 

Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)
 

Nu ligt op mijn bureau bijvoorbeeld een ABC-boek waarvan de eerste pagina afdrukken van twee grote letters bevat, linksboven een 'A' en rechtsonder een 'Z'. 

Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)
 

De titel zal wel niet ABC maar AZ zijn, van A tot Z dus en dat klopt ook wel, want de pagina's erna hebben allemaal één grote letter gedrukt in zwarte inkt. De eerste 'A' is dezelfde als op de titelpagina en voor de laatste 'Z' geldt dat ook, maar daartussen staan allerlei andere letters. De 'A' en de 'Z' zijn waarschijnlijk metalen letters, de andere houten biljetletters die vroeger voor posters en aankondigingen of reclame werden gebruikt.



Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)

Er zijn overigens meer dan 26 letters in het boek. Van drie klinkers zijn er varianten met een trema, tilde of een corona (å). 

Achterin het boek staat een zin die veel zou kunnen verhelderen:

Gedrukt in het drukhuis door elisabeth groeneveld | 1974

Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)
 

Gemaakt in 1974 dus, maar waar? Is dit het Drukhuis in Amsterdam dat toen actief was en waar bijvoorbeeld Frans de Jong werkte? Of is dit het Drukhuis in Oosterbeek dat door Koos van Tol werd bestierd? Waarschijnlijk het eerste; zo te zien begon het Drukhuis in Oosterbeek iets later.

En wie was Elisabeth Groeneveld? Haar naam kan ik behalve met dit ABC-boekje met geen enkel ander drukwerk in verband brengen.

Haar handtekening staat keurig geschreven in potlood en dat is op het eerste gezicht bijna niet te zien, want het hele boek is gedrukt op blauw papier, wat in die tijd redelijk uitzonderlijk was. Het is helaas aan het verkleuren vanaf de randen naar binnen, maar toch is het een goedgemaakt, eenvoudig boekje in een half linnen band met marmerpapier op de platten. 

Intussen geeft het boekje ook een klein overzicht van de houten en metalen initialen uit de collectie van het Drukhuis. 

dinsdag 27 augustus 2024

372. Gelezen: een alfabetisch dagboek

Naar aanleiding van een artikel in The New Yorker bestelde ik Alphabetical Diaries van Sheila Heti, uitgegeven door Fitzcarraldo Editions in 2024.

Het is natuurlijk niet zo dat je greep krijgt op je leven door het verslag erover alfabetisch te ordenen, of, als het daarom gaat, chronologisch, systematisch of ingericht naar geur of kleur.

Sheila Heti, Alphabetical diaries (2024)

Dat is wel het thema van dit boek: ordening. De keuze voor een alfabetische volgorde van zinnen uit het dagboek is een poging om de chronologie en de wetmatigheid van menselijke relaties te bevestigen of misschien juist te weerleggen. Vrijheid is een leidende factor in dit boek.

Maar elke willekeurigheid is geredigeerd door de auteur en daardoor ontstaat een verhaal.

Geen enkele overgang is meer te vertrouwen.

It will be a book for the future. It will be as calculated and controlled as the last book was instinctual and out of control. It will be as separate from my actual life as the last book was indivisible from it. (pagina 84)

Verandering is de sleutel, zegt Heti;

Only the artists change your soul - that's the only thing they change - but the souls change everything else. (pagina 109)

Maar intussen behandelen de dagboekaantekeningen de voorbijkomende minnaars en die worden geanalyseerd:

This is probably because this morning I was lying in bed, feeling such a rage toward him, feeling like men always want to steal my soul and take things from me and put me in a situation, and I was telling myself this, I was imagining hitting and punching him. (pagina 144)

Soms herinnert het personage zichzelf eraan dat 'there was so much I could never have felt with him, any real intellectual or emotional depth, and how exhausting it could be' (pagina 120), en dat elke relatie ervoor diende om te tonen hoe onafhankelijk zij ervan kon zijn, voornamelijk van het idee om van een enkele minnaar afhankelijk te zijn.

Ordening en discipline hebben met elkaar te maken.

She said that I have to train my mind; I don't have a bad mind, she saiid, but it does go in all sorts of ways, is undisciplined. (pagina 125)

De dagboeken bevatten bevelen waaraan de auteur zou moeten voldoen:

Stop trying to pretend you are someone you are not. (pagina 128).

Andere regels lijken bezweringen, beloftes of geloftes:

The more I enjoy music, the more I want sex. (pagina 133).

Sheila Heti, Alphabetical diaries (2024)


Het lezen van dagboekfragmenten die niet chronologisch, maar alfabetisch zijn gerangschikt, en vervolgens zijn geredigeerd, zonder te weten hoe, maakt dat je elke zin wantrouwt. Niet zozeer vanwege de volgorde, maar eerder vanwege de gaten in het patroon, de plotselinge overgangen van de ene minnaar naar de andere (Lars, Vig en anderen) en de tijd die verstreken is zonder dat je dat als lezer kunt ervaren. De lezer zelf is steeds zoekende en je kunt hele pagina's herlezen omdat je inmiddels vergeten bent wat er was gebeurd - omdat er tegelijk niets en wel degelijk iets gebeurt en wordt verteld.

Op een ingewikkelde manier worden de ervaringen centraal gesteld - ingewikkeld, omdat ze niet van a tot z worden ontvouwd. Het moeten blijven raden naar het hoe en wat is essentieel in dit boek, en dat is het natuurlijk in de realiteit ook.