dinsdag 28 december 2021

311. Zelf ontwerpen van vlakversieringen

Talens (tegenwoordig Royal Talens) werd in 1899 opgericht door Marten Talens als 'De Nederlandse Fabriek voor Verf, Lak en Inkt' in Apeldoorn en richtte zich eerst op de fabricage van kantoorartikelen en inkten, maar later ook op verf. De fabriek werd ook uitgever van verschillende instructieboeken die de verkoop van de producten kon ondersteunen. Een van zulke boeken verscheen in 1928: Zelf ontwerpen van vlakke versieringen voor schabloneeren, batikken, enz. De prijs ervan bedroeg f 4,90 en daarvoor kreeg de koper 24 bladen met kleurrijke voorbeelden en een losse tekst met toelichtingen van alle afbeeldingen.

Zelf ontwerpen van vlakversieringen (1940)

In 1930 werd de prijs van het boek verlaagd tot f 2,90. 

In 1940 verscheen, volgens de Brinkman bibliografie, een herdruk onder een iets andere titel: Zelf ontwerpen van vlakversieringen. Deze editie lijkt zeldzamer te zijn; onlangs kocht ik een exemplaar voor de KB. 

Zelf ontwerpen van vlakversieringen (1940): plaat 5

De illustraties zijn schitterend gedrukt en dit exemplaar is duidelijk ook gebruikt. Voorin staat het naamstempel van 'leeraar schoonschrijven', 'calligraag en teekenaar' C.C. van der Riet uit Hilversum en hij heeft waarschijnlijk ook de aantekeningen in potlood gemaakt die bijvoorbeeld aangeven dat een ontwerp twee vormen combineert, zoals 'cirkel en driehoek', of dat een herhaald patroon ontstaat door 'as wenteling'. Met deze her-uitgave is intussen iets eigenaardigs aan de hand.

Zelf ontwerpen van vlakversieringen (1940): plaat 11 (detail)

Om te ontdekken wat dit is gaan we naar de titelpagina uit 1940. De tekenaar van de illustraties was schilder, tekenaar en etser G.J. van Lerven (1885-1966) die van 1914 tot 1951 als docent en directeur verbonden was aan het Genootschap 'Kunstoefening' in Arnhem

Zelf ontwerpen van vlakversieringen (1940): titelpagina

Het boekje is helemaal vormgegeven in de stijl van het tijdschrift Wendingen (1918-1931), ook de in 1940 uitgegeven editie. 

De tekst werd geschreven door C. Bakhuizen van den Brink-Ozinga en dat was een interessante vrouw die geboren werd in 1894 en een acadamische opleiding kreeg waarna ze er niet voor koos zich te vestigen als schilder, maar als tekenlerares, aanvankelijk in Deventer aan een meisjes-HBS (vanaf 1917) en later aan de openbae U.L.O.-scholen in Utrecht. Ze huwde Johannes Bakhuizen van den Brink (1894-1961), maar in 1932 werd de scheiding uitgesproken. Hij hertrouwde, zij niet en ging voortaan door het leven als mej. Clasca Ozinga.

Vanaf 1953 werkte ze als leraar tekenen en kunstgeschiedenis aan het Nieuw Lyceum in Hilversum. Ze studeerde op latere leeftijd psychologie en pedagogiek aan de universiteiten van Nijmegen en Utrecht en deed onderzoek naar het tekenonderwijs en de interpretatie van kindertekeningen in binnen- en buitenland. Jarenlang fungeerde zij als secretaresse van de stichting "Tekenen is een wereldtaal" van Art for Worldfriendship. Ze verzamelde honderden voorbeelden van kindertekeningen en publiceerde daarover in 1969 een monografie.

Ze gaf lezingen in binnen- en buitenland, waar de stem van de 1.80 grote Ozinga luid en duidelijk kon worden verstaan - toch komt haar naam niet voor in het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Met haar tentoonstellingen, lezingen en publicaties over kindertekeningen haalde ze toch regelmatig de pers, zie bijvoorbeeld voor een foto van Clasca Ozinga uit 1969 (Algemeen Handelblad, 3 oktober 1969) ter gelegenheid van de publicatie van Kind en kreatieve aktiviteit, naar aanleiding waarvan een jaar later in het Centraal Museum in Utrecht een tentoonstelling werd georganiseerd.

Kijken we nu naar de titelpagina uit 1940, dan zien we meteen dat haar naam daar staat alsof zij nog altijd de echtgenote van Bakhuizen van den Brink was, die overigens hertrouwde in 1937 (met Jeanne Laarman). De zelfbewuste Clasca Ozinga zou die naam nooit zelf op de titelpagina hebben laten zetten. Dat moet Talens zelf hebben gedaan.

De uitgave uit 1940 is geen herdruk, wel is er een nieuw omslag en een nieuwe titelpagina gedrukt, met een moderner titel, maar zonder de auteurs te raadplegen en zonder hun functie opnieuw te benoemen. 

Het boek uit 1928 was geen bestseller, werd twee jaar later in prijs verlaagd en werd ondanks dat een winkeldochter tot in 1940 Talens besloot de resterende exemplaren in een nieuw jasje te steken en heeft dus de laatste restanten van de eerste (en enige) druk voorzien van een bijpassend omslag. Aan de inhoud was verder niets veranderd.

Het is de vraag of Clasca Ozinga dit ooit te weten is gekomen. Rond die tijd was ze al helemaal bezig met kindertekeningen. Ze merkte bijvoorbeeld op dat aan het begin van de oorlog geen sporen van de oorlog in Europa terug te vinden waren in de kindertekeningen van meisjes, maar wel in die van jongens, technisch vaak nog knap ook, zei ze. 

zaterdag 25 december 2021

310. Een vroeg Nederlands stofomslag

Naar het gebruik van stofomslagen in Nederland is niet heel intensief onderzoek verricht. Het is aan te nemen dat voor 1900 in Nederland, net als in Engeland en Duitsland, bedrukte stofomslagen zijn gebruikt om aandacht te trekken en (natuurlijk) de boekband of de papieren band te beschermen. In de collectie van de KB bevinden zich enkele stofomslagen om boeken van de Wereldbibliotheek, bijvoorbeeld om Het zwevende schaakbord van Louis Couperus uit 1922, een ingenaaid exemplaar, met los stofomslag. Een eerder exemplaar is ingeplakt in Tolstoj's Iwan de dwaas en andere volksvertellingen - derde druk, 1914: gebonden in beige linnen, met ingeplakt stofomslag.

Advertentie voor Marjorie Bowen, Ik zal handhaven (1910)
in De Nederlander, 15 december 1910

De collectie kinderboeken bevat oudere voorbeelden, waaronder H. Beecher Stowe's De kleine vossen, vijfde druk, 1879. Vanwege de lockdown kan ik nu niet zeggen of het bedrukt is of niet. Er zijn ook voorbeelden van uitgaven van Elsevier in stofomslagen uit de laatste twee decennia van de negentiende eeuw. Uit 1900 dateert een voorbeeld met een vroege illustratie van Kees van Dongen: Bulée's boek Jean Lefort. Een greep uit het Parijsche leven. In het KB-exemplaar is de voorzijde van het stofomslag met die illustratie ingeplakt.

Een voorbeeld uit 1910 is recent aan de collectie toegevoegd en het is nogal bijzonder. Het stofomslag is gedrukt op transparant papier en is los aangebracht over de in een papieren omslag ingenaaide editie van Marjorie Bowen's roman Ik zal handhaven, uitgegeven door P.A. Daamen in Den Haag. Het papieren omslag is paars en bedrukt in goud met dezelfde versieringen als de in linnen gebonden editie die de KB al langer bezit. 

Marjorie Bowen, Ik zal handhaven (1910):
papieren omslag, blauw, maar nogal verbruind

Marjorie Bowen, Ik zal handhaven (1910):
stofomslag, voorzijde en rug


Het transparante stofomslag (met enkele scheuren en lacunes op de rug) laat in het voorplat twee kaders onbedrukt, waardoorheen de titel en de auteursnaam zijn te lezen op het onderliggende paarse omslag.

Verder is dat hele omslag van linksboven tot rechtsonder bedrukt met tekst. Er zijn geen afbeeldingen. Wel is er nog een derde kader waarin de prijs is genoemd: 'Prijs f 2.40, in prachtband f 2,90'.

De hele voorzijde wordt ingenomen door een aanprijzing van deze roman over het jaar 1672. De gehele achterzijde (de rug is onbedrukt) behelst een advertentie voor De lelie van ons vorstenhuis van de Amerikaanse auteur Caroline Atwater-Mason waarvan een jaar eerder de tweede druk verscheen - de eerste die Daamen uitgaf. Zes paragrafen uit de inleiding van de vertaalster zijn afgedrukt.

Marjorie Bowen, Ik zal handhaven (1910):
stofomslag, achterzijde

Bowen is een pseudoniem van Gabrielle Margaret Vere Lange, geboren Campbell (1885-1952). Ze schreef zo'n 150 boeken waarvan de horror-verhalen nog hoog gewaardeerd worden. Graham Greene verslond als kind haar boeken, zei hij in een interview.

zondag 19 december 2021

309. De wereldberoemde dichter Jacques Peck

Eindelijk de biografie over Oscar Wilde door Matthew Sturgis uitgelezen, Oscar. A Life (2018). Het is een bewonderenswaardige levensbeschrijving waarin de verschillende keuzes die Wilde maakte helder beschreven worden inclusief zijn omgeving en de tijd waarin hij leefde.

Google Books met een fragment uit
Matthew Sturgis, Oscar Wilde. A Life (2021)

In het vuistdikke boek komt zegge en schrijven één Nederlander voor en in Engelstalige boeken kun je er dan op rekenen dat diens naam verkeerd gespeld wordt. Zo is het ook deze keer. Wilde bezocht de Ardennen in 1879 en logeerde er in een hotel waar ook Jacques Perk verbleef. Die werkte er aan zijn Mathilde-krans. Sturgis noemt hem - consequent, dat weer wel - niet Perk, maar Peck en laat ook een keer de 'c' uit zijn voornaam weg. 

De onlangs verschenen Amerikaanse editie van de biografie (die wel de achternaam Wilde in de titel vermeldt) is op een aantal punten gecorrigeerd, maar Jacques Peck bleef Jacques Peck. Kun je eindelijk wereldberoemd worden, kan niemand je naam correct googelen.

dinsdag 14 december 2021

308. Reve Internationaal

Elke dag herinnert LiHub een internationaal bekend auteur uit heden of verleden en vandaag, 14 december 2021, publiceerde de site een foto van Gerard Reve, Nederlands auteur. 

Lit Hub Daily, 14 December 2021

Ik heb hun archieven niet bij de hand, maar dit zou zomaar de eerste keer kunnen zijn dat deze auteur op dit podium wordt gelanceerd. Gerard Reve: wie leest hem nog in Amerika?

Lit Hub Daily, 14 December 2021

Er is tenslotte ook nieuws over Rachel Carson en andere hedendaagse auteurs. Er is geen pagina over Gerard Reve op de Literary Hub-site, maar het trefwoord Netherlands levert wel allerlei resultaten op, zie hiervoor Lit Hub Netherlands.