De vierde vrouw die in dienst kwam van de KB tussen 1900 en 1940 was E.M.A. Timmer.
E.M.A. Timmer (in dienst: 1916; uit dienst 1950)
In juli 1916 werd 'Mejuffrouw' Dr. E.M.A. Timmer benoemd tot 'Conservator der Afdeeling Geschiedenis, Aardrijkskunde en Folklore', ze begon in augustus. Dat was twee jaar nadat S.C.A.C.J. Schouten als assistente eerste klasse was komen werken bij dezelfde afdeling. Timmer verdiende al meteen ruim 600 gulden per jaar meer dan Schouten, maar met 3000 gulden was dat 200 gulden minder dan haar mannelijke collega's, zoals Dr. C.H. Ebbinge Wubbe, die zijn salaris bovendien sneller en meer zag stijgen en als conservator binnen enkele jaren duizend gulden meer ontving (zie KB-archief 2.7.21 ‘Personeel Kon. Bibl. tot 1937’.
Emilia Maria Anna Timmer (Den Burg, Texel 1885 – Den Haag 1953) werd geboren in een Doopsgezinde familie die in 1888 naar Utrecht verhuisde waar haar vader geneesheer aan een 'krankzinnigengesticht' was.
Registratie van de familie Timmer-Loman in Utrecht, september 1888 |
Later verhuisde ze naar Haarlem, waar Emilia in 1905 voor haar examen Gymnasium slaagde. Zij legde haar kandidaatsexamen in de Nederlandse letterkunde af aan de Universiteit van Amsterdam, gevolgd door het doctoraal examen in 1913. Ze woonde daarna in Delft.
Texelsche Courant, 29 mei 1913 |
Emma van Burg, Isola Bella (1913) |
In 1914 werd zij lid van het Historisch Genootschap in Utrecht. Kort na haar aantreden als conservator in de KB stond zij genoteerd als secretaresse van het Plaatselijk Comité Delft van de Nederlandsche Anti-Oorlog-Raad, later werd zij in Den Haag lid van de Liberale Staatspartij De Vrijheidsbond die bijvoorbeeld pleitte voor openbaar onderwijs en gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Kortom, zij was pacifiste en liberaal.
Nederlandsche Anti-Oorlog Raad (uitgave 2): Wat de Nederlandsche Anti-Oorlog Raad gedaan heeft (1915) |
Vanaf 1916 woonde zij voor haar werk in Den Haag, eerst in de Van Kinsbergenstraat en vervolgens aan de Statenlaan en de Laan van Nieuw Oost Indië en vanaf 1933 woonde zij aan de Badhuisweg. Haar voornamen werden op de persoonskaart van de Gemeente Den Haag genoteerd als Emilie Marie Anna.
In 1918 volgde de publicatie De generale brouwers van Holland.
In 1930 had zij als 'conservatrice' inmiddels 30.000 plakkaten gerangschikt. In 1931 verscheen de Catalogus der verzameling plakkaten en in 1937 het register.Per 1 mei 1950 werd zij gepensioneerd. Haar naam (zei men in het KB jaarverslag over 1950) zou verbonden blijven aan de pamfletten- en plakkatencollectie. Dat zijn altijd optimistische zinnen voor intern gebruik; buiten de KB zullen weinigen er blijvend weet van hebben gehad. Catalogi van zulke efemere publicaties zijn altijd discutabel en je hebt het dus achteraf gezien nooit goed genoeg gedaan. Zelf schreef ze er naar aanleiding van een congres in 1947 over (in Het Boek, 1947-1948):
Op het bibliotheekcongres in Juni 1947 is ampel gediscussieerd over het gevaarlijk ondernemen om pamflettitels te incorporeren in de algemene catalogus. Welnu, laat ik maar dadelijk bekennen: ik ben er blij om dat indertijd de hier bedoelde bezwaren de toenmalige directie niet weerhouden hebben om ook dit belangrijke gedeelte van het bezit der Koninklijke Bibliotheek via alfabetische en systematische catalogus gemakkelijker voor het publiek toegankelijk te maken. E. de la Fontaine Verwey, 'In memoriam Dr. E.M.A. Timmer' in: De Nederlandsche soroptimist, juli 1953 |
Na haar pensioen werkte zij aan een novelle die nooit gereed kwam. Dat schreef KB-collega en mede-soroptimiste E. de la Fontaine Verwey, die haar omschreef als een 'kunstenaar' met 'een zeer gecompliceerd', maar hartelijk karakter. Timmer was 'een markante persoonlijkheid, scherpzinnig en ad rem, vol belangstelling voor alles, wat er in de wereld voorviel: zij had een uitgesproken en welgefundeerd oordeel en was steeds bereid tot uitvoerige discussies. Zij kon heel opgewekt en geestig zijn, maar tevens was er aan haar wezen een zwaarmoedige kant […]'. (Zie E. de la Fontaine Verwey, 'In memoriam Dr. E.M.A. Timmer', in: De Nederlandsche soroptimist, juli 1953).
Timmer overleed op 68-jarige leeftijd, ongehuwd, in mei 1953 in Den Haag.
We hebben geen portret.
De KB viert haar 225-jarig bestaan |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten