dinsdag 18 juli 2023

351. KB-vrouwen 1895-1940 (5)

Het vijfde vrouwelijke personeelslid werd door de KB aangenomen tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen Nederland weliswaar afzijdig en neutraal bleef, maar er van alles veranderde.

Annie Lankhout (in dienst: 1916; uit dienst 1951)

Na ruim vijf jaar als volontair te hebben gewerkt voor de KB, werd in maart 1916 'Mejuffrouw' A. Lankhout benoemd tot assistent, ze begon op 1 april van dat jaar, kunnen we nu nalezen in het KB-verslag over 1916.

Familie Lankhout, registratie Utrecht 1890 (Het Utrechts Archief)

Anna (roepnaam Annie) Lankhout (Utrecht 1886 – Oegstgeest 1960) woonde na hun verhuizing naar Den Haag tot 1933 bij haar ouders in het Bezuidenhout. Haar tijd als volontair werd echter niet eerder genoemd in de jaarverslagen en al evenmin geregistreerd in het Vrouwenjaarboekje voor Nederland, waarin zij pas vermeld wordt in jaargang 1917. Dan staan er vijf vrouwelijke KB-employees op de loonlijst: conservator Timmer en de wetenschappelijke assistenten Schouten, De Kempenaer, Simons en Lankhout.

In 1921 werd Lankhout bevorderd tot 2e klasse assistent. Ze verdiende toen 2000 gulden per jaar (KB-archief 2.7.21 ‘Personeel Kon. Bibl. tot 1937’).

De standaard17 december 1925

In 1925 slaagde zij voor het examen Italiaans M.O. Vanaf 1927 tot en met 1932 bood zij thuis haar diensten aan als lerares Italiaans voor ‘Club- en privaatlessen (Methode-Guarnieri)’ (zie advertenties in Het Vaderland en De Avondpost, 13 september 1927).

De Avondpost, 13 september 1927


Met J.E. Bas Backer, lerares Italiaans aan het Amsterdamse Conservatorium, werkte ze aan het tweedelige Italiaansch-Nederlandsch, Nederlandsch-Italiaansch woordenboek dat in 1932–1933 verscheen. Vanaf 1933 woonde Lankhout in Pension Rosarium aan het Jozef Israëlsplein (Benoordenhout), waar zij in de avonduren Italiaanse les in een ‘conversatieclub’ gaf (zie Het Vaderland, 27 oktober 1933).

A. Lankhout, Italiaansch-Nederlandsch woordenboek
(deel 1 van de set) (1932)
Omslagontwerp door André Vlaanderen


In 1936 nam zij deel aan een reis met de krant Het Vaderland via Portugal en Marokko naar de Italiaanse Rivièra, waar zij ter plekke een Italiaans dankwoord uitsprak. Voor dezelfde krant vertaalde zij ‘De tooverdrank’ van Grazia Deledda (Nobelprijs 1926), gepubliceerd op 1 oktober 1938.

Lankhouts advertenties voor Italiaanse lessen verschenen tot in september 1940, maar met de Tweede Wereldoorlog veranderde alles. 

Eind 1940 of in februari 1941 (de KB-jaarverslagen spreken elkaar tegen) werd zij ontslagen – op instructie van de Rijkscommissaris. 

Eerst verbleef ze, waarschijnlijk vanaf december 1942, in de Joodsche Invalide in Amsterdam en begin maart 1943 kon zij op het nippertje, maar zonder haar boeken en kleding, verhuizen naar het Joodsch Tehuis op het landgoed De Schaffelaar in Barneveld (zie NIOD, archief 101B, Kabinet van Binnenlandse Zaken, Inv. no. 410).

NIOD: 101bKabinet van het Departement van Binnenlandse Zaken,
410 Lankhout, A. (10 maart - 27 september 1943)

Via kamp Westerbork belandde zij in Theresienstadt, net als haar broer Julius Lankhout, huisarts en cardioloog. 

Lankhout behoorde tot de overlevers die op 8 mei 1945 werden bevrijd (haar broer ook). 

Lankhouts naam verscheen weer in het KB-jaarverslag over 1945: 'Mej. A. Lankhout […] keerde uit Theresienstadt terug, maar kon wegens ziekte haar werkzaamheden nog niet hervatten.'

Het is onzeker of ze snel na haar terugkeer alsnog aan het werk ging in de KB – waarschijnlijk niet; in 1945 en 1946 had zij behoefte aan extra bonnen voor levensmiddelen (Zie NIOD). In 1947 was zij tijdelijk afwezig door een verkeersongeval. 

Op 1 augustus 1951 ging zij met pensioen als adjunct-wetenschappelijk ambtenaar na 'een 35-jarige diensttijd' – de oorlogsjaren werden meegerekend. 

Leidsch Dagblad, 29 september 1956

In september 1951 hernam Lankhout haar praktijk als lerares Italiaans en woonde zij op verschillende adressen in Den Haag. In 1956 zette zij haar lessen voort vanuit Oegstgeest, waar zij op 3 december 1960 stierf, 74 jaar oud – haar graf ligt op het Haagse kerkhof Oud Eik en Duinen. 

Een portret, een karakterschets, een van haar uitspraken, een brief, een taakomschrijving van haar werk in de KB: niets van dat alles is bewaard gebleven.

De KB viert haar 225-jarig bestaan

Geen opmerkingen:

Een reactie posten