Interieur Van Boetzelaerlaan 43, Den Haag |
Ik citeer enkele passages uit Het ideale boek (2010):
Van Royens poging in juli 1913 om een eigen letter bij Enschedé te krijgen mislukte, maar toen hij kort daarna kennismaakte met Willem Anton Engelbrecht (1874-1965) greep hij de kans aan een eigen private press op te richten. Engelbrecht was firmant van de Rotterdamse cargadoorsfirma Wambersie & Zoon, actief in de ertshandel en de rederij. Hij ontplooide net zulke brede interesses en bestuurlijke verantwoordelijkheden als Van Royen. Hun ontmoeting in september 1913 vloeide voort uit hun interesse in Willem Witsen.
Van Royen wilde voor een tentoonstelling een schilderij uit Engelbrechts collectie lenen. Hij hoopte tevens ‘Uw Chaucer van Morris te bezichtigen’. Engelbrecht zou zijn collectie private press-boeken nog enkele jaren uitbreiden. Begin januari 1914 kocht hij de Zilverdistel-uitgave van Baudelaire. Halverwege het jaar spraken zij al over het begin van een private press en in augustus verzekerde Engelbrecht dat ‘het vervoer van de pers uit Engeland naar Nederland heel goed gaan zal en ook goed te verzekeren zal zijn tegen verlies door alle mogelijke zee en oorlogsgevaren’. De ‘ontwrichtte omstandigheden’ van de intussen uitgebroken Eerste Wereldoorlog waren geen reden om af te zien van het plan.
Engelbrecht werd zijn mecenas. Half september 1914 bestelde Van Royen een Albion-pers bij Payne & Sons, via Lucien Pissarro, die er zelf een had. ‘Hierdoor was het mogelijk dat er nog bijzonderheden aan worden gemaakt, die de frisheid en zuiverheid van het werk’ zouden bevorderen. ‘In Holland en Duitschland weet men daar niet van’. De aanpassingen hadden misschien betrekking op het timpaan en de vorm.
Van Royens poging in juli 1913 om een eigen letter bij Enschedé te krijgen mislukte, maar toen hij kort daarna kennismaakte met Willem Anton Engelbrecht (1874-1965) greep hij de kans aan een eigen private press op te richten. Engelbrecht was firmant van de Rotterdamse cargadoorsfirma Wambersie & Zoon, actief in de ertshandel en de rederij. Hij ontplooide net zulke brede interesses en bestuurlijke verantwoordelijkheden als Van Royen. Hun ontmoeting in september 1913 vloeide voort uit hun interesse in Willem Witsen.
Van Royen wilde voor een tentoonstelling een schilderij uit Engelbrechts collectie lenen. Hij hoopte tevens ‘Uw Chaucer van Morris te bezichtigen’. Engelbrecht zou zijn collectie private press-boeken nog enkele jaren uitbreiden. Begin januari 1914 kocht hij de Zilverdistel-uitgave van Baudelaire. Halverwege het jaar spraken zij al over het begin van een private press en in augustus verzekerde Engelbrecht dat ‘het vervoer van de pers uit Engeland naar Nederland heel goed gaan zal en ook goed te verzekeren zal zijn tegen verlies door alle mogelijke zee en oorlogsgevaren’. De ‘ontwrichtte omstandigheden’ van de intussen uitgebroken Eerste Wereldoorlog waren geen reden om af te zien van het plan.
Engelbrecht werd zijn mecenas. Half september 1914 bestelde Van Royen een Albion-pers bij Payne & Sons, via Lucien Pissarro, die er zelf een had. ‘Hierdoor was het mogelijk dat er nog bijzonderheden aan worden gemaakt, die de frisheid en zuiverheid van het werk’ zouden bevorderen. ‘In Holland en Duitschland weet men daar niet van’. De aanpassingen hadden misschien betrekking op het timpaan en de vorm.
Van Boetzelaerlaan 43, Den Haag |
De pers woog 1200 kilo en Van Royens broer Rudolf rekende uit ‘of dat geval niet door ons plafond zou zakken’. De zetterij en drukkerij werden ingericht op de bovenste verdieping van Van Royens huurhuis aan de Van Boetzelaerlaan 43 in Den Haag, de zetterij in een klein zijkabinet, de drukkerij in de grote balkonkamer ernaast aan de achterzijde van het pand. Daar was de vloer versterkt met een vier centimeter dik raamwerk. De letters wogen 800 kilo. Van Royen stelde uitgebreide instructies op voor de opstelling van de pers, die in december 1914 ‘onder grote belangstelling van de buurt het huis ingehesen’ werd.
Op 31 december 1914 werd de financiële regeling van Van Royen met sponsor Engelbrecht in de boeken bijgeschreven. De pers kostte bijna negenhonderd gulden en met transport, een fooi voor de vrachtlieden, het inrichten van de huisdrukkerij (‘gordijnstof, verf, gasinstallatie voor de zet- en perskamer’) en de installatiekosten kwam het totaal op zo’n twaalfhonderd gulden. Maar toen kon Van Royen dan ook serieus werk maken van zijn private-pressplannen.
Uitgeversmerk van De Zilverdistel ontworpen door S.H. de Roos |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten