zaterdag 7 november 2015

85. Een drukkerij in Peking

De twee uitgaven van F.C. Terborgh waarover ik de vorige keer schreef werden gedrukt bij de Paters Lazaristen in Peking: Le petit chateau en De Condottiere.

In de boekjes staat niet op welk papier ze gedrukt zijn, maar dat blijkt uit de watermerken. De evenmin genoemde lettertypen zijn echter veel moeilijker vast te stellen. Ik had mijn hoop gevestigd op de 'Archives des Lazaristes de Pékin', die zich volgens een online inventaris in Nantes zouden bevinden bij het Centre des Archives Diplomatiques de Nantes. Maar, schreef een medewerker van het archief na een week, dit archief bevindt zich al sinds 1999 niet meer in Nantes, het is ondergebracht bij de Pères lazaristen zelf.

De archivaris daarvan, Lâm Phan-Thanh in Parijs, meldde mij dat het archief inderdaad in Parijs bij de Congrégation de la Mission is en dat zich er een inventaris van de drukkerij in Peking bij de papieren bevond waarvan een kopie naar mij onderweg was.


Accord concernant l 'Imprimerie des Lazaristes à Pékin (1926)
Gisteren arriveerde de kopie. In 1924 werd de inventaris opgemaakt met het oog op een overeenkomst tussen de l'Imprimerie des Lazaristes en de Vicaire apostolique de Pékin die in 1926 werd gesloten. De apparatuur, de auteursrechten en de voorraad aan boeken en papier werden toen eigendom van de congregatie, de gebouwen, de auteursrechten van buitenstaanders en een aantal uitgaven werden eigendom van het Vicariat Apostolique de Pékin, terwijl de drukkerij voortaan aan het Vicariat $300 per jaar huur zou betalen en voor kostprijs boeken zou drukken; voorts werden nog wat andere zaken overeengekomen.


Inventaire du matériel d'imprimerie (1924)
De drukkerij beschikte over twee handpersen (presses à bras), twee cylinderpersen (machine à blanc, lees: en blanc) en twee lithografische persen, een apparaat om visitekaartjes te drukken, 1572 clichés, maar ook twee zetselgietmachines en men kon er bovendien galvano's maken. Ook was er boekbindersmateriaal, zoals een boekenpers en een snijmachine.


Inventaire du matériel d'imprimerie (1924)
De lettervoorraad wordt helaas net zo oppervlakkig geïnventariseerd als de machines. Er zijn 40 letterkasten, 22.900 matrijzen voor Chinese tekens, 7660 matrijzen voor Europese letters. Er lag 51.300 pond Europese letters in lood en 34.200 pond Chinese tekens. Het was, al met al, niet een grote drukkerij waar Terborgh zijn boeken liet drukken en één die - dankzij het betrekkelijke isolement in China - waarschijnlijk niet over de modernste lettertypen beschikte. De Europese letters zullen, gezien de connecties met de Franse congregatie, voornamelijk Franse letters zijn geweest, waarschijnlijk uit het laatste deel van de negentiende eeuw toen de drukkerij er al actief was en enorme boeken kon drukken, zoals het in folio-formaat gedrukte en van tientallen illustraties voorziene werk van Alph. Favier: Péking. Histoire et description (1895).

Jammer dat de lettertypen in beide Terborgh-uitgaafjes nog niet zijn achterhaald, maar die moeten met behulp van Franse letterproeven toch wel een keer gedetermineerd kunnen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten