Maar desinfectie van de boeken is niet aan de orde: die middelen zouden de boeken beschadigen. Regelmatig de handen wassen blijft het belangrijkste advies overigens.
Samuel Jesserun de Mesquita, 'Niest nooit zonder zakdoek' (1922) |
Ook vroeger kampten bibliotheken met problemen tijdens uitbraken van cholera, roodvonk of difterie, om maar een paar ziektes te noemen. Boeken die konden worden geleend bevatten altijd waarschuwingen en adviezen om ze schoon te houden en ook in de openbare ruimte werd 'reinheid' als strijdmiddel ingezet tegen verdere verspreiding van bacteriën en virussen. Een fraaie poster is die van de kunstenaar Samuel Jesserun de Mesquita uit 1922: 'Niest nooit zonder zakdoek'. Die katoenen of zijden zakdoeken worden nu juist niet geadviseerd; nies in de elleboog en gebruik papieren wegwerpzakdoeken is het devies. Vreemd hoe zulke bevoogdende adviezen opeens weer actueel en alomtegenwoordig kunnen worden.
Gemeenten beschikten tegen het einde van de negentiende eeuw over grote ontsmettingsovens waarin kleren en huisraad konden worden gereinigd. Langzaam groeide bij openbare en commerciële leeszalen en bibliotheken de behoefte aan een specifieke ontsmettingsoven voor boeken. Ze werden ook purgatoren genoemd.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 23 oktober 1906 |
In oktober 1906 adverteerde bijvoorbeeld de Zwolsche Bibliotheek en Leesinrichting van Tijdschriften dat de instelling beschikte over een up-to-date ingerichte ontsmettingsoven zodat men rustig kon doorlezen zonder angst voor besmetting.
Dit was een landelijk fenomeen.
Algemeen Handelsblad, 4 februari 1908 |
Lectura, een leesbibliotheek aan het Singel in Amsterdam, wees ter geruststelling op het eigen bezit van een ontsmettingsoven, sterker nog: die kon je dagelijks in werking zien.
Nieuwsblad van het Noorden, 13 oktober 1908 |
Ook in Groningen Stad was die machinerie gearriveerd en werd die zelfs ingezet om de concurrentie voor te zijn. Trots meldde boekhandel en leesbibliotheek V.d. Klein dat zij de 'eenige bibliotheek' in Groningen was 'waar de Puregator (Ontsmettingsoven) gebruikt' werd. Dat klonk buitengewoon professioneel. Het was bovendien de enige leesbibliotheek die dit woord gebruikte! Verder kom je het in de kranten (zie Delpher) niet tegen.
Voorstellen voor zulke ovens - op kosten van de gemeentes - werden niet altijd gehonoreerd.
Middelburgsche Courant, 28 augustus 1914 |
De gemeenteraad van Middelburg hield het voorstel 'aan', toen de openbare leeszaal en bibliotheek met een aanvraag kwam.
Haagsche Courant, 28 februari 1911 |
De openbare bibliotheek in Den Haag kreeg de beschikking over een ontsmettingsoven toen de bibliotheek in 1911 verhuisde.
Haagsche Courant, 28 februari 1911 |
De leeszaal werd gevestigd in het Toussainthuis naast de tuinen van Paleis Noordeinde. De 8000 boeken gingen echter niet na elke uitlening de oven in, dat gebeurde maar een paar keer per jaar. Het regelmatige onderhoud was anders: men reinigde de boeken met 'sublimaat'. Werkelijk? Kwikchloride dus, een giftige verbinding van kwik en chloor!
De West: Nieuwsblad uit en voor Suriname, 25 juli 1911 |
De ontsmettingsovens werden in het hele Nederlandse koninkrijk geïnstalleerd, tot aan Suriname toe, waar de boeken in de bibliotheek ook op 'gezette' tijden werden gedesinfecteerd. Op 25 juli 1911 meldde De West dat dit gebeurde met 'Puriveendampen', die door gaswarmte werden ontwikkeld. Wat Puriveen is, weet ik niet.
De Locomotief, 3 februari 1920 |
Die ovens waren niet zonder gevaar, juist vanwege de steenkool- of gasverwarming. In Semarang leidde dat in februari 1920 tot problemen. Bij het openen van de 'lokaliteiten' bleek dat de oven de voorafgaande avond niet was uitgezet en dat 'een vijftigtal boeken' verbrand was. Voor mij was dit een geheel nieuwe manier waarop boeken verloren kunnen gaan...
Intussen is de vraag: hoe zag zo'n ding eruit? Ik kan even niet bij het boek waarin een afbeelding staat en pluk die daarom even van het www.
Ontsmettingsoven (uit Paul Schneiders, Lezen voor iedereen, 1990) |
Al met al was het een verantwoordelijk werkje en het mooie was dat iedereen dacht dat het echt werkte en hielp om verspreiding van vreselijke ziektes tegen te gaan. Die hoop creëren we steeds opnieuw.
Nu wassen we alleen onze handen en laten we de boeken even met rust na afloop. Maar waar we tot de bibliotheekmedewerker anderhalve meter afstand bewaren, hoeven we dat bij het boek niet te doen.