Jeanne Reyneke van Stuwe, Hartstocht (1899) |
Ze woonde in Den Haag en was er geregistreerd als 'letterkundige'. Veel van haar romans spelen zich in de societykringen van die stad af.
Hoofdfiguur van Hartstocht is de rijke Hagenaar en jurist Felix van Weert van Oldenhagen, een Don Juan die uiteindelijk krankzinnig sterft.
Zijn vriend Jacques - met wie hij lid is van een amateurtoneelgezelschap - gaat op een gegeven moment een regelmatiger en kalmer leven leiden. Je zou het een bekering kunnen noemen. Uit liefde voor zijn vriendin wil Jacques een boek schrijven.
Jacques, lezen we dan,
die met koortsachtigen ijver werkte, om in den kortst mogelijken tijd zijn boek af te hebben. Den middag bracht hij meest door op de Koninklijke Bibliotheek, maar anders ging hij bijna niet uit.
(Jeanne Reyneke van Stuwe, Hartstocht. ’s Gravenhage, Veenstra, 1899, p. 246.)
Hier zien we, als het ware, ijver en geestelijke hartstocht gelijkgesteld worden aan een studieus leven, oftewel een verblijf in de Koninklijke Bibliotheek, terwijl de lichamelijke hartstocht geschetst wordt als ontrouw, bandeloosheid, waardoor de hoofdfiguur zich uiteindelijk in het verderf zal storten.
De keuze lijkt niet moeilijk tussen hartstocht en bibliotheekpas.
Jeanne Reyneke van Stuwe, Hartstocht (tweede druk, c. 1900?) [origineel in kleur] |
Lees hier de complete roman op DBNL.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten