Leeuwarder Courant, 16 april 1858 |
Het boek had veel met Friesland te maken, het was namelijk een vertaling van Het Evangelie van Mattheus in het 'Land-Friesch'. De vertaling was het werk van J.H. Halbertsma (1789-1869), een predikant, theoloog en filoloog die een internationaal netwerk onderhield met onder andere Jacob Grimm, Joseph Bosworth en Carlo Ottavio Castiglioni.
In 1858 publiceerde hij zijn vertaling van het Evangelie volgens Mattheus, maar dat gebeurde niet in Leeuwarden of Amsterdam, maar in Londen. De titelpagina van de uitgave wordt gesierd door een ovaal wapen met de tekst: 'Impensis Ludovici Luciani Bonaparte'.
Titelpagina van Het Evangelie van Mattheus (1858) |
Louis financieerde de uitgave van de Friese vertaling van het evangelie. Hij betaalde ook voor het drukken van andere bijbelvertalingen, zoals Celtic Hexapla, being The Song of Solomon (eveneens 1858).
Uit de inleiding van Halbertsma blijkt deze vertaler-theoloog graag van iets een punt maakte.
Hier ontfangt gij het Evangelie van Mattheus vertaald in den Frieschen tongval, gelijk die ten platte lande wordt gesproken in Friesland aan de oevers van het meer Flevo, thans de Zuiderzee genoemd. Dit is dezelfde plek alwaar Tacitus in zijnen tijd reeds de Friezen aantrof.
Over de indeling in verzen lucht hij zijn hart:
Het ingeworteld gebruik, om ieder vers van den bijbel met een' nieuwe regel te beginnen, handhaalft zich nog schaamteloos in het aangezicht van wetenschap en van Christelijke waarheid en gezond verstand: ja, deze bron van eindeloze dwaling bij gewone lezers wordt in milloenen van exemplaren gehuldigd en gevoed door mannen, die den bijbel als een volksboek over geheel de aarde pogen te verspreiden.
Allemaal idioten natuurlijk. Maar Halbertsma maakt een einde aan deze 'gevaarlijke ongerijmdheid' en laat de regel gewoon doorlopen
waar zij doorloopt in den mond des evangelischen verhalers.
Maar daar ging het me niet om. Tegenover het begin van deze inleiding en tirade staat midden op de pagina een nummer gedrukt: '215'.
Begin van de inleiding in Het Evangelie van Mattheus (1858) |
Colofon in Het Evangelie van Mattheus (1858) |
Handgeschreven opdracht op het vooromslag van Het Evangelie van Mattheus (1858) |
Ontvangen ten geschenke van Zijne Keizerlijke Hoogheid Prins Louis Lucien Bonaparte.
Het is dus het handschrift van de Franse prins Louis zelf, niet van bijvoorbeeld de auteur.
De drukker, George Barclay, werkte in opdracht van de prins. Voordat de uitgave van 'It Ewangeelje' verscheen had de Leeuwarder Courant (11 augustus 1857) al gemeld dat hij in zijn Londense 'hôtel' een drukpers had laten plaatsen, 'waarop hij de vruchten zijner linguistischen studien drukken doet'. Dat adres was 6-8 Norfolk Terrace. Drukker Barclay geeft zijn adres echter als 28 Castle Street, Leicester Square. Dat lijkt eigenaardig, maar vanaf 1858 werkte de prins niet meer met zijn huisdrukkers W.H. en E. Billing, maar met Barclay en kennelijk was vanaf die tijd de pers op zijn adres in Bayswater buiten gebruik.
De krant rapporteerde ook dat de prins najaar 1857 al werkte aan het boek dat Halbertsma in zijn opdracht had vertaald: 'De prins corrigeert de proeven zelf'. Hij deed dat volgens Halbertsma met een verbazingwekkende nauwkeurigheid en kennis van zaken.
Leeuwarder Courant, 11 augustus 1857 |
La Bibliothèque Royale de La Haye | No. 215.
De schenking aan de KB ging niet onopgemerkt voorbij. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage berichtte erover op 9 juli 1858, drie dagen nadat het geschenk in het aanwinstenboek was bijgeschreven.
Dagblad van Zuid Holland en 's Gravenhage, 9 juli 1858 |
Voor- en achterzijde omslag van Het Evangelie van Mattheus (1858) |
Wapen van Prins Louis in Het Evangelie van Mattheus (1858) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten