Kort voor de Tweede Wereldoorlog was de laatste vrouwelijke nieuwe medewerker iemand die al vier jaar later vanwege haar huwelijk vertrok.
Henny van de Kerk (in dienst: 1939; uit dienst: 1943)
![]() |
Henny van de Kerk, ca. 1942 |
Ligatuur - Paul van Capelleveen over zijn ervaringen als conservator in de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Kort voor de Tweede Wereldoorlog was de laatste vrouwelijke nieuwe medewerker iemand die al vier jaar later vanwege haar huwelijk vertrok.
![]() |
Henny van de Kerk, ca. 1942 |
Een van de laatste vrouwelijke werknemers die vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd aangenomen door de KB maakte bijna veertig jaar carrière in deze bibliotheek, zij het, zoals het toen ging, met minder bewegingen van de ene functie naar de andere.
![]() |
E. de La Fontaine Verwey, achter, eerste van links |
![]() |
Eleonore de la Fontaine Verwey wordt in haar jas geholpen, 1968 [Links: P.aul A. Tichelaar; rechts Riet Uding-van Laarhoven] |
![]() |
Ex-libris van Eleonore de La Fontaine Verwey door Jeanne Bieruma Oosting |
Met de benoemingen van vrouwelijke personeelsleden in de KB Den Haag zijn we aangeland in de jaren dertig.
![]() |
Registratie C.L.C. Molhuijsen Haags Gemeentearchief Bevolkingsregister 1913 |
![]() |
Catalogus van de handbibliotheek in leeszaal en cataloguskamer der Koninklijke Bibliotheek (1930) Exemplaar van C.L.C. Molhuijsen |
De eerste vrouwelijke medewerker van de KB van wie een foto bewaard is gebleven - voor zover we weten - is Rena Pennink, maar de foto werd lang na haar pensioen gemaakt.
'Mejuffrouw' Renetta (Rena) Pennink (Rotterdam 1884 – Den Haag 1985) werd op 1 april 1919 wetenschappelijk assistente 1e klasse bij de afdeling Kunst en Handschriften. Ze verdiende toen 2000 gulden per jaar. Zes jaar eerder, in 1913, was zij met haar ouders vanuit Rotterdam verhuisd naar Den Haag. Haar oudere zuster Mathilda Helena was in 1900 getrouwd.
Penninks KB-carrière is niet te volgen via de jaarverslagen, want daarin doemt haar gestalte pas dertig jaar later op bij haar afscheid. Toch liet zij al in haar tweede KB-jaar van zich horen met de publicatie van de Catalogus van de incunabelen, II: Nederland, België, Duitschland, Duitsch-Zwitserland, Oostenrijk (de verzameling van Museum Meermanno-Westreenianum).
Zij werd verantwoordelijk voor de incunabelen en post-incunabelen van de KB, maar ook voor de vakgebieden Engelse en Duitse taal- en letterkunde. Vanaf 1920 hield zij gedurende vijftig jaar wekelijkse bijeenkomsten met haar goede vriendin en mede-incunabuliste Maria Kronenberg om samen klassieke auteurs te lezen en elkaars werk te bespreken, zoals de artikelen die Pennink vanaf 1930 publiceerde in Het Boek.
In 1935 verscheen haar Catalogus der boeken uit de voormalige Latijnsche School in de Groote Kerk der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Edam, thans in bruikleen op de Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gravenhage, één jaar nadat de bruikleen in de KB was gearriveerd. De latere directeur Reedijk herdacht haar dan ook als een snelle werker (zie zijn 'In memoriam Dr. Renetta Pennink’, KB Centraal, 26 april 1985).
Zij maakte in 1934 deel uit van het uitvoerend comité van de tentoonstelling over oud-Italiaanse kunst en werkte in 1936 mee aan een tentoonstellingscatalogus over Jeroen Bosch.