zondag 10 september 2023

354. KB-vrouwen 1895-1940 (8)

Met de benoemingen van vrouwelijke personeelsleden in de KB Den Haag zijn we aangeland in de jaren dertig.

Charlotte Molhuijsen (in dienst: 1931; uit dienst: 1971)


Per 1 oktober 1933 kreeg Charlotte Louise Cornélie Molhuijsen (Leiden 1906 – Den Haag 1972) een vaste aanstelling als wetenschappelijk assistente 2de klasse. Daarvoor had zij sinds 1931 een tijdelijk contract. Ze verdiende toen 1455 gulden per jaar en vanwege de wereldwijde financiële crisis werd daar de eerste jaren tien procent vanaf getrokken.

Registratie C.L.C. Molhuijsen
Haags Gemeentearchief Bevolkingsregister 1913

Veel later, in het jaarverslag over 1968, werd gemeld dat 'Mej. C.L.C. Molhuysen' (spelling in de KB-archieven) bevorderd werd van ‘bibl. Ambt. A’ tot bibliotheekassistente, met terugwerkende kracht tot begin 1967. Verder is haar taak in schimmigheid gehuld.


Alleen een door de onderbibliothecaris bijgehouden dagboek uit de jaren vijftig en zestig onthult iets over haar doen en laten. Op 15 mei 1954 werd in een bespreking met de stafleden gesproken over 'de dienst in het Uitleenbureau' waar Molhuysen de oorzaak was van 'hinderlijk lawaai aldaar'. Kennelijk hield zij zich bezig met het verzenden van via de centrale catalogus aangevraagde boeken; haar administratieve taken waren soms een bron van zorg. Ook hield zij zich in de jaren vijftig bezig met het 'catalogiseren van romans'. (KB-Archief. 'Dagboek Koninklijke Bibliotheek', bijgehouden door A.J. de Mooy, notities van 15 mei 1954, 6 november 1956 en 21 juli 1955).

Zulke werkzaamheden laten meestal weinig concrete sporen na. Maar van Molhuijsen resteert in de KB-collectie haar eigen exemplaar van de Catalogus van de handbibliotheek in leeszaal en cataloguskamer der Koninklijke Bibliotheek (1930). Op sommige pagina's maakte noteerde zij aanvullingen



Catalogus van de handbibliotheek in leeszaal en
cataloguskamer der Koninklijke Bibliotheek
 (1930)
Exemplaar van C.L.C. Molhuijsen

Op een van de pagina's schreef zij een motto: 'Hier es over ghepijnt lange stonde', ontleend aan Van Maerlants rijmbijbel.

Aan haar 25-jarig jubileum mocht in 1956 geen aandacht worden geschonken: 'Wil daarover Maandag niets horen!' noteerde de onderbibliothecaris uit haar mond (dagboek, 26 september en 1 oktober 1956).

Haar afscheid van de KB voltrok zich in 1971 'vrij stil', vanwege haar broze gezondheid. Zij overleed in het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag op 26 december 1972. 

Na haar dood werd gezegd dat zij haar werk met 'geestdrift en voortvarendheid' uitvoerde. 'Ze had tegelijk iets bruusks en iets joviaals.' Haar karakter werd verder omschreven als impulsief, gevoelig, vitaal en opgewekt – zelfs het denigrerende woord 'bakvis' viel (zie Lange Voorhout 34, maart 1973, p. 5).

Waar iedereen over zweeg was haar familie. Haar vader was P.C. Molhuysen (1870-1944) - in de gemeentelijke archieven werd ook zijn naam gespeld als Molhuijsen - en hij was een bekende in de bibliotheekwereld. Hij werkte als conservator handschriften in Leiden, werd bibliothecaris van het Vredespaleis en maakte in 1921 de overstap naar de KB waar hij tot bibliothecaris werd benoemd. Hij bleef dit tot zijn pensioen in 1937. Met andere woorden: hij was bibliothecaris toen Charlotte Molhuijsen werd aangenomen en dat was pikant, want zij was zijn dochter, een van de zes kinderen die hij in drie huwelijken kreeg. Charlotte was een kind van zijn eerste echtgenote, Johanna Valke (1902-1919). Ze was 13 toen zij haar moeder verloor en 25 toen zij bij haar vader in de KB kwam werken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten