woensdag 15 oktober 2025

395. Instructies van een verffabrikant uit Voorburg

De verffabriek W.E. Vahrenkamp in Voorburg gaf vanaf de jaren dertig enkele instructieboeken uit voor schilders en klanten die schilderwerk wilden laten verrichten. Lettervaria verscheen in 1941, Oranje-versieringen stamde uit 1938 en ook in 1938 publiceerde Vahrenkamp Kleuren en kleuren-harmonie. Het zijn zeldzame boeken geworden. 

W.E. Vahrenkamp, Kleuren en kleuren-harmonie (1938)

De naam Vahrenkamp klinkt Duits en dat klopt. Vader Vahrenkamp was geboren in Iserlohn en moeder in Düsseldorf. Carl Vahrenkamp was een kunstschilder die een kleine collectie naliet (enkele afbeeldingen zijn bij het RKD bekend). Zoon Wolfgang Erich Vahrenkamp werd geboren in Voorburg in 1903. Hij stierf op 77-jarige leeftijd in 1980. Zoon W.E. was bij zijn huwelijk in 1931 al verffabrikant en het bedrijf werd in 1936 een naamloze vennootschap. 

De Delftsche Courant van 19 september 1938 meldde de verschijning van zijn boek Kleuren en kleuren-harmonie (het voorwoord in het boek is gedateerd 'augustus 1938'). Het boek bestaat uit vier delen en kreeg de nummers 6-7-8-9 in de 'Schilder-boekenserie der N.V. Verffabriek W.E. Vahrenkamp, Voorburg'. De KB heeft een complete set verworven, in de oorspronkelijk doos met daarop een paar keer het stempel van de firma J. Rillema, Huis- en Decor. Schilder in Ulrum (Groningen).

W.E. Vahrenkamp, Kleuren en kleuren-harmonie (1938)

Het eerste deel (staand formaat) bevat inleidingen over kleurgebruik voor verschillende soorten vertrekken, zoals huiskamers, salons, keukens en kantoren, met een overzicht van het karakter van kleuren: 

Crême geeft de illusie van ruimte. Het geeft licht en leven in een woning.
of: 
Zwart is de somberheid in eigen persoon, de kleur der rouw. Als garneering doet zwart echter vaak bijzonder mooi aan.

W.E. Vahrenkamp, Kleuren en kleuren-harmonie (1938)

De hoofdstukken zijn eerder praktisch en gebaseerd op persoonlijke smaak dan theoretisch. Meer informatie volgt over lichtechtheid van kleuren, het samenspel van kleuren en er is een paginalange typering van kleuren. In dat gedeelte heeft een gebruiker drie potloodstrepen in de marge gezet bij:

Bronsgroen, licht.
   Een gemengde kleur, uit chromaatgeel, Berlijnsch blauw, wit en zwart.
Bronsgroen, midden
   Een gemengde kleur, uit Geeloker, chromaatgeel, Berlijnsch blauw, wit en zwart.
Bronsgroen, donker.
   Een gemengde kleur, uit Geeloker, chromaatgroen, ongebrande omber en zwart.

Maar ook kleuren als 'Schijtgeel' (afkooksel van gele bessen) en 'Schweinfürtergroen' (combinatie van koper en arsenicum: 'Prachtige groene kleur, doch zwaar giftig.') worden benoemd - dit is een interessant onderdeel, zeker niet alleen voor schilders. 

W.E. Vahrenkamp, Kleuren en kleuren-harmonie (1938)

Deel twee, drie en vier zijn gedrukt in liggend formaat en bevatten het eigenlijke werk: tientallen voorbeelden van kleurencombinaties voor twee- en driekleurige deuren, vlakke deuren met plint, tweekleurige buitengevels, trappen, tuinmeubelen en keukens, gevolgd door gepleisterde en geverfde gevels in drie kleuren, gang met kamerinterieurs, traphallen, en voorbeelden van bedrijfsreclames, waaronder fabrieksgevels, auto's en bakfietsen.

W.E. Vahrenkamp, Kleuren en kleuren-harmonie (1938)

De boeken zijn ook in Voorburg gedrukt, bij Drukkerij Die Haghe, waar begin jaren negentig - nadat het bedrijf als drukkerij feitelijk niet meer bestond - enkele margedrukkers en kunstenaars terecht konden om hun boeken te drukken. Het moet gezegd worden, de kleurenvlakken sluiten niet overal even strak aan, maar de veelkleurigheid van de voorbeelden brengt de jaren dertig vrolijk in beeld met kleuren als oranje in combinatie met bruin. 

W.E. Vahrenkamp, Kleuren en kleuren-harmonie (1938)

In een onderzoek naar boeken voor huisschilders is geconstateerd dat Vahrenkamp terminologie en theorie vaak niet goed begrepen lijkt te hebben en dat hij geen onderscheid maakte tussen primaire, secundaire en teritaire kleuren. Hij dacht vanuit het materiaal, de praktijk en de eigen smaak. Desalniettemin zijn het boeiende publicaties waarvan de illustraties nu vooral een kleurrijke weerslag van de jaren dertig geven.

donderdag 25 september 2025

394. Wordingen in perkament

De laatste tijd ben ik nogal bezig geweest met bijzondere boekbanden die in oplage worden gemaakt voor private presses en commerciële uitgevers. Bij dat onderzoek stuit ik soms op leemten in onze collectie en hoe fijn is het niet als er dan een antiquariaat ergens in Nederland juist dit boek op de planken heeft staan.

Henriette Roland Holst van der Schalk, Wordingen (1949)

Het is niet zo dat we helemaal geen exemplaar van dit werk bezitten, integendeel. Van Wordingen van Henriette Roland Holst van der Schalk, verschenen in 1949, heeft de KB niet minder dan vier exemplaren. Drie daarvan maken deel uit van de collectie Brusse, het complete uitgeversfonds van de Rotterdamse uitgeverij waarvan mijn collega's Peter van Beest en Peter de Bode jaren geleden een mooie bibliografie maakten.

Aanwezig zijn een ingenaaid exemplaar en twee exemplaren gebonden in linnen. Maar van deze uitgave werden honderd exemplaren gedrukt op Hollandsch Van Gelder, genummerd, gesigneerd door de dichteres en gebonden in linnen of heelperkament. Daarvan had de KB nog geen exemplaar. Nu wel, dankzij antiquariaat Secundus in Ter Hole, nabij Hulst in Zeeuws-Vlaanderen. Een streek waarvan de plaatsnamen alleen hele dichtregels kunnen vullen: Zaamslag, Vogelwaarde, Hengstdijk, Kuitaart, Reuzenhoek, Roverberg, Nieuw Namen.

Henriette Roland Holst van der Schalk, Wordingen (1949)

Deze editie in vrij dik varkensperkament was feestelijk bedoeld - van de honderd exemplaren op luxe papier werden er twintig in perkament gebonden en vijftig in linnen (wat er met de andere dertig exemplaren gebeurde is onbekend). Het boek verscheen bij de tachtigste verjaardag van de dichteres, die er op de foto uitziet naar haar leeftijd. Ook haar handtekening in het colofon vertoont sporen van de rap voorbij snellende tijd.

Henriette Roland Holst van der Schalk, Wordingen (1949)


Achterop is met een stempel in blinddruk haar monogram geplaatst: HRHvdS.

Henriette Roland Holst van der Schalk, Wordingen (1949)

De bandstempels op voor- en achterplat zijn ontworpen door Jan van Krimpen, wat nog eens onderstreept hoe uitgeverij Brusse dacht over het werk van de dichteres die drie jaar na deze publicatie zou overlijden. De broers W.L. en J. Brusse hingen de sociaaldemocratische idealen aan en publiceerden het werk van socialisten zoals Roland Holst van der Schalk, maar ook dat van C.A. Adama van Scheltema. 

Dit forse boek is in het naoorlogse fonds van Brusse een uitzondering. Het fonds dat bekend werd om de modernistische uitgaven, verzorgde heel wat luxe drukken tot de Tweede Wereldoorlog, maar na de oorlog werd dit hun enige genummerde oplage in perkament.

dinsdag 19 augustus 2025

393. Mr. Simon Paap in Londen

In de kast lag nog een pamfletje dat ik in Engeland kocht in de Covid-tijd. Het lag in een stapeltje 'probleemgevallen', want wat was het nou precies? 

Aan de ene kant een bekendmaking over een Franse jongen van zeven jaar oud, Charles-Juste-Prudent Burat, gekleed in een 'oosters' kostuum, met de haardos van een 25-jarige, de wenkbrauwen van een 20-jarige, enorme kuiten en hij woog, naar 'eigen' zeggen 210 pond. Je kon hem bezichtigen en hij werd vergezeld van zijn ouders en tweelingzus. De tekst in het Frans werd buiten het kader vergezeld door een Duitse vertaling.

Advertentie over Charles-Juste-Prudent Burat

De jongen werd, kortom, gepresenteerd als een rariteit. Dat had hij gemeen met de man over wie een blad met advertentie op de achterzijde is geplakt. Deze is afgeknipt, pal om het decoratieve kader.

Blad met advertentie over Simon Paap (1815)

Deze Simon Paap werd geboren in mei 1789 in Zandvaart waar hij als zoon van een visser opgroeide. Na zijn vierde raakte zijn groei verstoord en hij werd uiteindelijk ongeveer 71 centimeter hoog. Vanwege de oorlogsdreigingen in die tijd besloot vader Paap niet meer uit te varen en werd de vissersboot verkocht. De kleine Simon kon sindsdien voor inkomsten zorgen door op de kermis als bezienswaardigheid uitgebaat te worden. Als de aandacht van het publiek na een tijd verslapte verzon hij iets nieuws: hij vermomde zich en trad op als kaartspelende hond.

Hij trad ook op in het buitenland. Hij verbleef vanaf 1815 lange tijd in Londen en maakte in 1818 een tournee door Engeland. In 1819 keerde hij terug naar huis in verband met de dood van zijn moeder en andere familieleden. In 1822 trad hij op in Brussel, waar Jean Philippe Oorloft (1793-1861) een miniatuurportret van hem maakte.

J.P. Oorloft, miniatuurportret van Simon Paap (1822)
Olieverf op koper achter glas
[Collectie Frans Hals Museum]

Hij overleed in 1828 in Dendermonde aan een longontsteking die hij opliep bij een mishandeling op de kermis. 

Op verschillende momenten was hij voorgesteld aan het hof. In 1809 ontmoette hij Louis, koning van Nederland namens Napoleon. In 1814 werd hij voorgesteld aan de hele koninklijke familie van Koning Willem I. In 1815 werd hij gekoesterd door de Prince Regent, de latere George IV, die hem allerlei privileges verleende, zoals bescherming, een podium en een slaapplaats.

Soms werd hij begeleid door familieleden, zoals zijn zwager Jakob Hollenberg, soms waren er agenten of kermisexploitanten die een optreden organiseerden. Daaronder waren bijvoorbeeld de komediant Robert William Elliston en Daniël Gyngell, maar kennelijk ook de op het vlugblad genoemde Mr Sampiemon. Dat was een Nederlandse kermisexploitant. In een boek over diens familie staat een ander advertentieblad afgedrukt, waarvan de tekst maar deels overeenkomt met het KB-exemplaar. Dat tweede blad bevindt zich in de collectie van de Bodleian Library, Oxford (John Johnson collectie). Het is gedrukt door 'W. Glindon aan de Haymarket. Onder die advertentie staat dat hij snel kon werken: 'Bills printed at the HOUR's NOTICE'. 

Daar hebben de organisatoren kennelijk een paar keer gebruik van gemaakt. Jammer dat de naam van de drukker in het KB-exemplaar is weggesneden. Overigens waren deze eerste Engelse optredens geen succes. Dat kwam pas nadat de Prince Regent zich over Simon Paap ontfermde.   

Aantekening:
Voor een afbeelding van het blad in Oxford, zie: Christiaan Baars, De kunstminnende Sampimon. Familiegeschiedenis en genealogie Sampimon & Sampiemon. [Hillegom: Christiaan Baars], 2019, p. 40.
Over het leven van Simon Paap: H.W. van der Heijden, Jaapje van Zandvoort. De gevierde dwerg. Biografie van Simon Jane Paap (1789-1828). [Puurs]: UniBook, 2010. 

donderdag 10 juli 2025

392. Een dichtbundel uit Deurne

Vandaag ontving ik van antiquariaat Hinderickx en Winderickx de enige dichtbundel van de Deurnse kunstenaar Jack Harden (1935-2022), Rode zon vol eeuwigheid. De bundel werd gedrukt in 1976 door de Drukkerij & Uitgeverij Tij Kools in Deurne. Kools (1937-2016) was zelf ook kunstenaar, publicist over lokale onderwerpen en uitgever. Hij was bovendien activist, wiens auto en drukkerij door andersdenkenden in brand werden gestoken (zie een interview in Het Vrije Volk, 13 februari 1984).

Colofon in Jack Harden, Rode zon vol eeuwigheid (1976)

Het boek bevat negentien titelloze gedichten en evenzovele tekeningen. De tekening op het omslag wordt binnenin nog eens afgebeeld, maar dan overdwars geplaatst, terwijl aan de handtekening toch duidelijk is dat die van het omslag correct is.

Jack Harden, Rode zon vol eeuwigheid (1976): omslag

Harden droeg de gedichten op aan zijn moeder, die een jaar eerder was overleden. Op zijn Brabants: 'voor ons moeder'.

Jack Harden, Rode zon vol eeuwigheid (1976): opdracht

De lezer merkt dat er technisch iets eigenaardigs aan de hand is, bijvoorbeeld:

weten is de deksel op je neus
kiezen is de tanden los in je bek
lopen is je zelf voorbij

De woorden staan soms met vreemde spatiëring naast elkaar, de letters dansen een beetje, en soms driftig, sommige letters liggen bijna op elkaar, andere vallen onder de regel, of tuimelen links de marge in.



Jack Harden, Rode zon vol eeuwigheid (1976)

Het boek is waarschijnlijk in offset gedrukt, de teksten zijn niet met de hand gezet uit loden letters. Dat zou nog een hele toer geweest zijn om daarin dansende regels te krijgen met ongelijk wit tussen woorden en letters en regels. Het kan wel, maar is een hels werk en waarom zou je dat willen?

Waarschijnlijk heeft de dichter of de drukker de gedichten letter voor letter geplakt met Letraset-letters die je destijds overal kon kopen. Dat waren zelfklevende letters die je van een transparant vel op het papier kon wrijven.

Helvetica medium extended, letraset-vel

Ze worden via internet nog steeds aangeboden. Je kunt ze heel slordig plakken, wat de dichter in dit geval misschien wel nastreefde omdat hij wel 'dichter' wilde zijn, maar geen 'poëet' (zoals hij in een van de gedichten schreef), maar je kunt het natuurlijk ook heel netjes doen. Dat vergt wat meer oefening.

Met deze uitgave heeft de KB nu een duidelijk voorbeeld van deze typografische nieuwigheid.

donderdag 12 juni 2025

391. Jules de Praetere en Krefeld

De Vlaamse kunstenaar, drukker, graficus, leraar en bestuurder Jules de Praetere (1879-1947) was opgeleid aan de Gentse Academie voor Schone Kunst en tijdens een vervolgopleiding aan de nijverheidsschool begon hij een eigen drukkerij, die gefinancierd werd door rijke relaties, zowel kunstenaars als industriëlen. Toen die hun geld niet terug dreigden te krijgen, vluchtte hij zowat naar Duitsland. Hij had ervaring opgedaan in Krefeld. Het eerste boek dat hij drukte was in 1898 een catalogus van een tentoonstelling in het Kaiser Wilhelm Museum Krefeld: Ausstellung Vlämischer Künstler im Kaiser Wilhelm Museum Krefeld. Juli-Sept. 1898. Katalog.

Ausstellung von Schulbildern und Bilderbüchern,
Juli-August im Kaiser Wilhelm Museum Krefeld
 1901 (1901):
omslag

In de zomer van 1901 was hij er weer en schreef hij (op 28 juni 1901) dat hij er juist was benoemd tot professor Kunstonderwijs aan de Nijverheidsschool. In feite werkte hij er als leraar grafische kunsten en boekdrukkunst aan de School voor Kunsten en Ambachten. Deze carrière zou zich voornamelijk buiten België afspelen: hij werd assistent in het Kaiser Wilhelm Museum, vervolgens leraar aan de kunstacademie van Düsseldorf en in 1905 trok hij naar Zürich om directeur te worden van de school voor decoratieve kunsten én het kunstnijverheidsmuseum. Dit buitenlandse avontuur eindigde twintig jaar na Krefeld in Bazel, waar hij vanaf 1914 tot 1921 als directeur werkte aan de hogere Kunstnijverheidsschool.

Intussen ontwierp hij boeken en ex-libris en folders voor Vlaamse en Nederlandse uitgevers. Een minder bekende uitgave die hij decoreerde was ook een tentoonstellingscatalogus voor het museum in Krefeld, met als omslagtitel: Katalog der Ausstellung von Schulbildern, Bilderbüchern, Juli-August 1901 im Kaiser Wilhelm Museum Krefeld

Ausstellung von Schulbildern und Bilderbüchern,
Juli-August im Kaiser Wilhelm Museum Krefeld
 1901 (1901): 
achteromslag

Voor deze catalogus (15,5 x 14 cm) verzorgde hij de ontwerpen: 'Textanordnung und Umschlag von Julius de Praetere, Krefeld'. Het boek werd gedrukt bij drukkerij, uitgeverij en boekhandel Kramer & Baum in Krefeld. Hij tekende drie decoraties, voor het vooromslag, voor de titelpagina en voor het achteromslag. De decoratie op de titelpagina is een abstractie van zijn ontwerp voor het achteromslag (waarin de letters KWM voor het museum verwerkt zijn). Op de titelpagina is het samengesteld uit rechte en kromme lijnen. Zijn monogram plaatste hij alleen op het achteromslag.

Ausstellung von Schulbildern und Bilderbüchern,
Juli-August im Kaiser Wilhelm Museum Krefeld
 1901 (1901):
titelpagina

De internationale tentoonstelling bevatte ook een selectie van Nederlandse schoolboeken die was geleverd door Scheltema & Holkema uit Amsterdam. De meeste werken (62) kwamen echter uit Duitsland en Engeland (74), met veel kleinere selecties uit België (2 werken), Denemarken (9), Frankrijk (35), Noorwegen (10) en Zweden (9). De Nederlandse selectie bedroeg 12 nummers.


Ausstellung von Schulbildern und Bilderbüchern,
Juli-August im Kaiser Wilhelm Museum Krefeld
 1901 (1901):
de Nederlandse bijdrage

Er was een reeks bijbelse wandplaten te zien, uitgegeven door Scheltema & Holkema voor het protestantse onderwijs, drie boeken van Theo van Hoytema en een Kijksprookje getekend door 'Oomben', dat wil zeggen: Oom Ben (pseudoniem van B.W. Wierink). Verder werk met illustraties door Nelly Bodenheim, J.G. van Caspel, W.F. Vaarzin Morel, Theo Nieuwenhuys en L. Klavier. De Nederlandse pers schijnt er geen aandacht aan te hebben besteed.

[Voor Ligatuur schreef ik al een paar keer over De Praetere: boekbandstempels naar zijn ontwerp in de collectie van de KB (nummer 246) en Vlaamse private presses rond 1900 (nummer 163).]

donderdag 5 juni 2025

390. Het rollende rad

In juni 1939 verschenen in zeer uiteenlopende tijdschriften (van De Groene Amsterdammer tot Het Nieuw Israelietisch Weekblad), kortom voor een breed publiek, advertenties voor een tentoonstelling die in drie filialen van De Bijenkorf in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam plaatsvond: 'Zoo reisde men vroeger, zoo reizen wij nu'.

Bezoekt de tentoonstelling "HET ROLLENDE RAD" die van Zaterdag 24 Juni tot en met Zaterdag 8 Juli wordt gehouden in de Bijenkorf Amsterdam Dan Haag Rotterdam Een tentoonstelling die een beeld geeft van de ontwikkeling der Verkeersmiddelen in 4000 jaar en die der Spoorwegen in 100 jaar Toegang vrij

Delftsche Courant, 23 juni 1939

De Bijenkorf adverteerde zelf voor dit evenement dat je in veertig minuten 4000 jaar reislustigheid toonde met de belofte dat je in even zo weinig minuten in de winkel kon aanschaffen wat je als 'moderne' (luxe en praktische) reiziger toen nodig had: luchtbed, step-in broekje, wollen plaid, hoofddoek, paspoort-etui, sponzenzak, sporthemd, hangmat, reispyjama, strandhoed of een 'fleurige strandjas van mooie cretonne met latex-bovenlijfje en treksluiting'.

Haagsche Courant, 23 juni 1939

Rotterdamsch Nieuwsblad, 23 juni 1939

Het bijzondere was dat het geen reizende tentoonstelling was, maar dat de objecten op de drie locaties tegelijk getoond werden. Er waren schematische voorstellingen te zien van handelswegen (bijvoorbeeld die van de Inca's) en de ontwikkeling van voertuigen tot de stoomlocomotief. De tentoonstelling was ingericht door de Internationale Stichting voor Beeldpaedagogie (International Foundation for Visual Education).


Tentoonstelling 'Het rollende rad'
[uit de catalogus Gerd Arntz: kritische grafiek en beeldstatistiek.
Den Haag: Haags Gemeentemuseum, 1976]

Het vouwblad dat bij die gelegenheid verscheen is buitengewoon zeldzaam en kon onlangs via de veiling van Bubb Kuyper Auctions in Haarlem aan de KB-collectie worden toegevoegd. Voorop is de wereldbol afgebeeld met een stoomtreintje dat er overheen rijdt.

Het rollende rad (voorzijde vouwblad)

Binnenin zijn pictogrammen gebruikt voor de illustraties. Deze vorm van visuele statistiek poogde overzicht en helderheid te bieden bij complexe informatie. De Isotype-methode was ontwikkeld door Gerd Arntz met Otto Neurath. Beiden waren in de jaren dertig gevlucht voor de Nazis en in Den Haag beland waar Arntz werkte voor het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Het rollende rad (pagina 2 van vouwblad)

De toegenomen verkeerscapaciteit wordt afgebeeld door een paard dat een kar trekt boven tien paarden die eenzelfde kar trekken.

Het rollende rad (pagina 4 van vouwblad)

Het gemechaniseerde vervoer wordt afgezet tegen het transport door mens en dier: vliegtuig, bus, tram en schip tegenover lama, Inca, koe met wagen, lastdrager, drommedaris en ruiter te paard.

De oranje en blauwe kleur van de afbeeldingen in dit vouwblad helpen ook om een breed publiek aan te spreken.

dinsdag 27 mei 2025

389. Ter recensie

Recensie-exemplaren van boeken werden vroeger verzonden aan tijdschriften, critici en redacties. Op of in het boek werd dan geschreven of gestempeld: 'Ter recensie'. Boeken uit de eerste helft van de twintigste eeuw kun je nog regelmatig aantreffen met zo'n opschrift of stempel.

Wat ik niet eerder zag is een omslag waarop dat - samen met verkoopgegevens - is afgedrukt, maar in 1924 gebeurde dat met een boek van Frans Coenen (1866-1936): Studiën van de Tachtiger beweging, verschenen bij uitgeverij G.W. den Boer in Middelburg.

Frans Coenen, Studiën van de Tachtiger beweging (1924)

Het KB-exemplaar is herbonden met een deel van het linnenomslag geplakt op de band. Die heeft de opdruk niet. Het exemplaar dat is afgebeeld op de site van DBNL is net zo. (Zie DBNL).

Frans Coenen, Studiën van de Tachtiger beweging (1924):
recensie-exemplaar

Maar een exemplaar dat ik nu op mijn bureau heb liggen heeft het wel: dit is ingenaaid in een papieren omslag. Behalve de auteur en titel, de plaats en het jaar van uitgave - omringd met versieringen door Johan Briedé - staat onderaan in een groot lettercorps en dubbel onderstreept gedrukt:

RECENSIE-EXEMPLAAR

Daaronder staat wat de prijs voor een ingenaaid exemplaar was en wat een exemplaar in linnen stempelband moest kosten.

Er zullen vast meerdere voorbeelden bestaan, of was dit een eigenaardigheid van deze uitgever? Zond G.W. den Boer vanuit Middelburg uitzonderlijk veel recensie-exemplaren rond, zodat het lonend werd dit op de boeken te laten drukken in plaats van steeds handmatig elk exemplaar zo te merken? Of alleen voor dit boek?

Ik ben benieuwd naar andere voorbeelden.