Een voorbeeld is Het Hooglied van Salomo (1908), waarvan de illustraties in litho werden gemaakt door kunstenaar Bart van der Leck en de tekst door architect Piet Klaarhamer op de lithosteen werd geschreven.
Herman Gorter, Een fragment uit "Pan" (1931), gelithografeerd door Wouter van Heusden (titelschild) |
Bij een overzichtstentoonstelling in Museum Boymans-van Beuningen in 1962 verscheen een catalogus, waarvan de inleiding iets over de lithografie zegt (de andere publicaties concentreren zich op de etsen). C. Doelman schreef daarin: 'Met zulke litho's speelde Van Heusden nog een fluisterend spel op stille wegen. Maar er leefde meer in hem, dat om een uitweg vroeg. En daarvoor was de litho-techniek, die zich zo bij uitstek leent - zacht krijt gaat over een zachte steen - voor de zachtmoedig-sensitieve kunstenaarsnaturen, een beperkt middel.' Van Heusden had zich de litho-techniek aan de Rotterdamse Academie eigen gemaakt onder leiding van Simon Moulijn.
De Gorter-editie verscheen bij de Vereeniging tot Bevordering der Grafische Kunst een jaar later als waarin een door Van Heusden geïllustreerde uitgave met Sprookjes van den tuin door P.A. Begeer verscheen (bij de Haagse uitgeverij Servire De Baanbreker, 1930). Over deze illustraties en over die in Pan werd geschreven dat ze duidelijk maakte dat de kunstenaar de fantasie verkoos boven de werkelijkheid. Dromerig, mystiek, etherisch - en veelal en profil - gaf Van Heusden in de vroege jaren dertig vrouwenkoppen weer, zoals ook bij Pan. (Zie hierover Flora Stiemer, Wout van Heusden: graficus en schilder in Rotterdam 1896-1982, een uitgave van Stichting Kunstpublicaties Rotterdam, 1992, p. 49).
Herman Gorter, Een fragment uit "Pan" (1931), gelithografeerd door Wouter van Heusden (pagina 2-3) |
De letters 'st' gelithografeerd door Wouter van Heusden (1931) |
Herman Gorter, Een fragment uit "Pan" (1931), gelithografeerd door Wouter van Heusden (titelpagina) |
In het colofon van de uitgave zijn die uitschieters er niet. Daar zijn de stokken tweemaal de hoogte van de onderkastletters zonder stokken (8 mm versus 4 mm), terwijl de stokken in het fragment van Pan wel vier keer zo lang zijn (16 mm versus 4 mm). Misschien vond Van Heusden de verlengingen in het colofon aanstellerig of ongepast, terwijl ze in het gedicht meebepalend zijn voor het beeld.
Herman Gorter, Een fragment uit "Pan" (1931), gelithografeerd door Wouter van Heusden (colofon) |
Misschien dat de tekst voor deze uitgave niet is gezet uit loden letters, maar geschreven en gedrukt in lithografie, omdat die bedoeld was voor een specialistisch publiek van grafici; de uitgever was tenslotte de Vereeniging tot Bevordering der Grafische Kunst, of misschien omdat Van Heusden als lithograaf de drukkerij goed kende en misschien ook omdat het zetten van de tekst de kosten van de uitgave had verhoogd. We zagen al bij Tinus van Doorn dat kunstenaars voor teksten vaker gebruik maken van een techniek die ze zelf beheersen (in Van Doorns geval de linosnede). Hoe dan ook, het is een van die zeldzame twintigste-eeuwse boeken die geheel in litho zijn uitgevoerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten