Als je zoekt in Delpher - de website voor het zoeken in tijdschriften, kranten en (steeds meer) boeken - vind je als oudste vermelding van het woord een krantenartikel uit 1889, waarin kort de inhoud wordt besproken van het literaire tijdschrift De Gids.
Dit dagboek nu is van de hoogste waarde voor allen die, in de eerste plaats de beroemde tijdgenooten der Goncourts plastisch willen geheeld zien, maar ook de schrijvers zelven willen leeren kennen in de verborgenste trillingen van hun kunstenaarshart. En voor allen die willen weten hoe zij de schilderkunst in de literatuur hebben gebracht. Want daarom is dit boek een kunstenaarsboek, en moet men de schilders maar vooral de aquarellisten en etsers van onzen tijd volkomen kunnen begrijpen om de Goncourts in hun volheid te genieten.
Verderop in dezelfde recensie wordt de term nog een keer gebruikt, maar nu als aanduiding van een boek voor kunstenaars.
H.E. Sachse, 'Een kunstenaarsboek', in De Gids (1889) |
Van het Woordenboek der Nederlandsche taal verscheen in 1916 het deel met het woord 'kunstenaar' en de samenstellingen daarvan, zoals 'kunstenaarsblik' en 'kunstenaarsfamilie', maar het 'kunstenaarsboek' ontbreekt, zoals trouwens ook nog steeds in Van Dale's woordenboek.
In 1925 werd er misschien iets anders onder verstaan. In een advertentie verscheen het woord als een aanprijzing bij een volgens de uitgever succesvolle roman.
Nieuwsblad van Friesland, 24 november 1925 |
In 1954 werd de term opnieuw in een andere betekenis gebruikt. Het Limburgsch Dagblad publiceerde een verhaal over H. Tummers die in 1951 een jubileumboek samenstelde voor Marcel van Grunsven.
Limburgsch Dagblad, 14 oktober 1954 |
Nieuwsblad van het Noorden, 8 december 1978 |
In de jaren zestig komt de term kunstenaarsboek in gebruik, als vertaling van het Amerikaanse 'artist's book', waarvoor tegelijkertijd ook het begrip 'livre d'artiste' begint te circuleren. Die Franse term 'livre d' artiste' lijkt veel ouder te zijn, omdat Frankrijk al sinds ongeveer 1900 boeken kon zien waarvoor kunstenaars en auteurs en uitgevers samenwerkten: zo ontstonden boeken van Sonia Delaunay, Pablo Picasso en Henri Matisse. Dat soort boeken, met bijvoorbeeld originele schilderingen of met litho's, die verondersteld worden een dialoog tussen kunstenaar en auteur te representeren, zijn achteraf als 'kunstenaarsboek' gerangschikt. Termen als 'livre de peintre' of 'livre peint' schijnen ouder te zijn, maar dat moet ik nog verder uitzoeken.
Overigens komt in Frankrijk de term 'livre d'artiste' ook al vroeg in de negentiende eeuw voor, maar dan in de betekenis van een door een kunstenaar geschreven boek met herinneringen, opstellen over esthetiek of kunst. Zo is die term ook in Nederland gebruikt, bijvoorbeeld in Van onzen tijd in 1901/1902.
Van onzen tijd, 1901/1902 |
H.-L. Pelletier, La typographie (1832) |
In het stukje uit de Locomotief (1e afb.) lees ik kunstenaarshoek, niet kunstenaarsboek. Dat klopt ook beter met de naamvalsvormen 'dezen' en 'genen'. Delpher vergist zich bij het zoeken wel eens in de spelling :-).
BeantwoordenVerwijderen