zaterdag 16 januari 2021

291. Lezen voor je plezier: comfort books

De eerste hoofdstukken van Martin Lathams boek The Bookseller's Tale (net verschenen) gaan vooral over 'comfort books', boeken die je voor je plezier leest en niet omdat het nodig is voor je werk, of omdat anderen je zeggen dat het een belangrijk of succesvol boek is. Hij kan het weten want Latham is al vijfendertig jaar boekhandelaar in Engeland.

Mark Latham, The Bookseller's Tale (2020)
Omslagtekening: Neal Fox
Het gaat bijvoorbeeld over je lievelingsboeken, de boeken die je als kind las, boeken waarin je je helemaal verloor en waaruit je 'wakker' werd als uit een andere tijd en in een andere plaats. Naar een ander type boek keer je regelmatig terug als het even niet zo lekker gaat, een troostboek kortom. Dat kan alles zijn, van Ronald Firbanks Vainglory (mijn voorkeur als ik een glimlach nodig heb) of Professor Pi van Bob van den Born (idem). Maar voor anderen kunnen het ook romantische verhalen zijn, of science fiction of thrillers, alles wat mensen met een gevoel van schaamte komen afrekenen in Lathams winkel en dan bedekken met een boek dat in de toptien op nummer 1 staat.

Welke boeken las ik als kind het liefst? Ja, ik kocht van mijn zakgeld elk nieuw deel van de Kameleon-reeks en ook de boeken van Enid Blyton over de vier, de vijf, de zeven en andere vriendengroepjes: 'De Avontuurlijke Vier', 'De Vijf' en 'De Grote Zeven'. Waarom de Kameleon? Geen idee. Misschien omdat het verhalen over een tweeling waren (Hielke en Sietse), en ik wel drie broers maar geen tweelingbroer had? Omdat de verhalen zich op een voor mij excentrieke plek afspeelden, in Friesland, rond een meer? Met boten had ik eigenlijk niets en de avonturen waren niet echt geestig en niet spannend, dat tweede vond ik dan wel weer fijn. Die Blyton-verhalen waren iets spannender en speelden bovendien in het buitenland. De reeksen van de Kameleon en van Blyton hadden wel het voordeel dat ze steeds betrouwbaar hetzelfde boden. Dus wel een soort comfortfood, net zoals (iets later) de Jeeves-boeken van P.G. Wodehouse. Ik herinner me een warme zomer waarin ik niets anders las dan de boeken over de slimme butler.

Er zijn eigenlijk maar twee boeken die me echt zijn bij gebleven als boeken die ik vaak herlezen wilde - dat hoefde bij de Kameleon en Blyton niet, want er kwam steeds een nieuwe episode. Er was een reisboek over Noorwegen of Finland (voorop een foto, de reekstitel en de naam van het land; ik herinner me van die drie onderdelen alleen de kleur blauw), waarin een jongen of meisje te gast was in een gezin waarmee dan het hele land werd verkend; ik kan me nog herinneren dat er een sauna in voorkwam die naast een ijsmeer stond. Ik heb er nog wel eens naar gezocht, maar het boek niet meer gevonden. Het land klopt niet, de sauna klopt niet, of ik haal gewoon van alles door elkaar.

Een boek dat ik zeker tien keer gelezen heb toen ik jong was - ik weet niet of ik het ooit zelf kocht als kind - was van Tonke Dragt, maar niet haar beroemde Brief voor de koning (ook gelezen, daar niet van), maar De zevensprong, waarin een huis met verborgen ruimtes en talloze trappen centraal stond. De geheimzinnigheid van dat huis met torentjes en trappen staat me nog helder voor de geest - van de intrige herinner ik me niets, het ging me om de sfeer. 

Veel tijd voor een lievelingsboek had ik niet, omdat ik een onrustige lezer was, dat wil zeggen: ik leed aan leeshonger, verlangde steeds naar nieuwe boeken, en las in hoog tempo de hele jeugdbibliotheek leeg, waarna ik eindelijk boeken uit de bibliotheek voor volwassenen op de begane grond mocht lenen, zij het niet uit alle categorieën.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten