maandag 12 juli 2021

301. Een kleine zeldzaamheid: Boutens' vertaling van Elektra

Vijfentwintighonderd jaar geleden - om en nabij - schreef Sophocles het drama Elektra. In Nederland verschenen er vanaf de zeventiende eeuw vertalingen van en hoewel de opera van Richard Strauss het bekendst is, heeft ook de Nederlandse componist Alphons Diepenbrock toneelmuziek voor Elektra geschreven: een voorspel, een kort naspel, koorliederen en enkele recitatieven. De eerste uitvoering daarvan vond plaats in 1920.

Max von Seydewitz (1862-1943),
portret van P.C. Boutens (schilderij 1923)
Collectie Zeeuwse Bibliotheek (Middelburg)


De vertaling was nieuw en werd in 1919-1920 gemaakt door de dichter P.C. Boutens, toen wereldberoemd in Nederland, nu door weinigen meer gelezen. Zowel zijn eigen gedichten als zijn vertalingen behouden een zekere aantrekkingskracht, omdat in lastig te interpreteren strofen ineens razend heldere regels staan die in je hoofd blijven zitten.

Boutens is bovendien altijd verzamelbaar geweest. Hij hield zich al vroeg bezig met de vormgeving van zijn boeken, die hij vaak in eigen opdracht liet drukken en binden naar Engelse, Duitse en Franse voorbeelden. Ze zien er daardoor vaak fraaier uit dan die van zijn tijdgenoten en er zijn veelal exemplaren op goed papier gedrukt in beperkte oplagen. Zelfs bij herdrukken.

Bij de veiling van Arenberg in Brussel in juni kwamen verschillende boeken onder de hamer met een mooie provenance: er waren exemplaren uit de collectie van uitgever en verzamelaar Johan Polak (1928-1992), van romanschrijver en dichter Fernand Toussaint van Boelaere (1875-1947) en exemplaren met opdrachten aan de schilder Willem van Konijnenburg (1868-1943). Daartussen zat een boek dat onmiskenbaar uit zijn eigen bibliotheek moest komen.

Sophocles (vertaling: P.C. Boutens),
Elektra
(1921)
In de catalogus is het beschreven als:

BOUTENS, Pieter Cornelis - Elektra. Drama van Sofokles. In Nederlandsche verzen overgebracht. Amsterdam, Meulenhoff, 1921.
16mo. Eigentijds glad kalfsleer, rug met 5 ribben en rood verguld titeletiket, vergulde kopsnede, orig. omslag met goudopdruk meegebonden. Mooi ex.

Deze uitgave uit 1921 is de derde druk, voorafgegaan door twee drukken in de populaire reeks van de Wereldbibliotheek - zesduizend exemplaren. Deze derde druk verscheen in een oplage van 2500 exemplaren, ook niet mis. Dat wil zeggen: 2500 plus twee exemplaren. Want er werden twee exemplaren gedrukt op Hollands Van Gelder papier, ongetwijfeld op dwingend verzoek van Boutens zelf.

Oplageverantwoording in het handschrift van P.C. Boutens,
Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921)

Voorin het eerste van de twee speciale exemplaren schreef Boutens zelf:

2 exx. op Holl van Gelder | no. 1 | P.C.B.

Dat boekje belandde natuurlijk in zijn eigen boekenkast. Het tweede exemplaar misschien in dat van de uitgever, of in de collectie van een met de dichter bevriende relatie. Boutens wist enkele kapitaalkrachtige verzamelaars aan zich te verbinden: zij betaalden zijn luxe leven.

Dit exemplaar is vanaf nu in de KB.

De nieuwe editie kreeg een voorwoord van Boutens mee, een van de weinige stukken proza die hij produceerde, eigenlijk een essay van de classicus die hij ook was. De uitgave maakte deel uit van een serie kleine boekjes (12 cm hoog) die Meulenhoff publiceerde als Meulenhoff's kleine boeken van groote schrijvers en verscheen in november 1921.

Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921): gewone edities

Er waren twee uitvoeringen: een gebonden in linnen met een imitatie-batik opdruk en een ingenaaid in een papieren omslag ingenaaid (een pseudo-marmerpapiertje dat weer het batik imiteert). Op de linnen band is in goudkleur een etiket gedrukt; de papieren editie heeft een echt etiketje opgeplakt gekregen. De luxe editie heeft een omslag van perkamentachtig papier, bedrukt in goud - het stempel is bijna door het dunne papier heen gegaan.

Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921):
luxe editie

Van dit soort uitgaven, vertelt een getuige uit die tijd, hield Boutens altijd een stapeltje bij de voordeur gereed, gesigneerd en al, om ze uit te reiken als er weer eens een bewonderaar aanbelde.

Sophocles (vertaling P.C. Boutens), Elektra (1921):
gesigneerd exemplaar van de gewone editie

Kleine boeken van groote schrijvers: Sophocles was een duidelijke keuze, net als andere auteurs van wie werk in de reeks verscheen. Oscar Wilde, Henrik Ibsen, Arthur Schnitzler, August Strindberg en Cervantes werden in de reeks gezelschap gehouden door Nederlandse grootheden (wier grootheid ietwat getaand is met de jaren), zoals Arthur van Schendel en Augusta de Wit. We zien ze toch niet meer aan als gelijken van Wilde en Sophocles. 

Maar wat te denken van andere auteurs in deze reeks? Marie C. Kooy-van Zeggelen (1870-1957) heeft tussen 1918 en 1922 wel vier boekjes in de reeks gekregen, Indische en Haagse verhalen. Ze werden in de reeks opgenomen omdat ze al vele herdrukken hadden beleefd, niet omdat zij nog eeuwen als meesterwerken gezien zouden worden. Vanwege haar anti-kolonialistische kijk op het leven in IndonesiĆ« vanaf 1890 tot 1916 zijn haar verhalen misschien wel aan een nieuw onderzoek toe, al zal dat weinig literaire waardering met zich meebrengen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten