vrijdag 8 juli 2022

325. Een gouden boekenverzameling bij Mariëngof

Tegen mijn gewoonte in lees ik momenteel enkele boeken door elkaar, nu eens iets in een boek over 'de hand', dan weer een stukje in een boek over het verzamelen van boeken en gisteravond las ik een pagina of zes in Mijn eeuw, mijn vrienden en vriendinnen van Anatoli Mariëngof, vertaald door Robbert-Jan Henkes (Privé-domein). 

Georgi Jakoelov, portret van Anatoli  Mariëngof

Daarin staat een buitengewoon verhaal in over het verzamelen van boeken dat van de bibliofiele verzamelaar doorgaat op de lezer-verzamelaar en dan uitkomt bij de protser, de verzamelaar van gouden ruggen.

     'Serjozja,' vraag ik, 'hebt u Tolstojs Opstanding gelezen?'
     En ik pak het boek van de plank. Pas onlangs heb ik het in zacht bruin leer gebonden van een oude boekbinder teruggekregen. Die boekbinder is beroemd in heel het gouvernement Penza, dat op zijn beurt beroemd is om zijn adelsnesten. Die zich op hun beurt beroemen op hun bibliotheken met prachtig gebonden boeken.
     Mijn vader had ook een zwak voor goede bandjes... om goede boeken. Hij kocht er in zijn leven nogal wat bij elkaar, maar niet voor in de kast of achter glas, ter versiering van zijn werkkamer, maar om te lezen.
     Vader vertelde graag van zijn neef, een beursspeculant, die plotseling rijk was geworden.
     'Toen Leo miljonair geworden was, kocht hij een huis aan de Stenen Eilandprospekt en begon zijn nieuwe appartement protserig in te richten. In de werkkamer moest vanzelfsprekend een solide bibliotheek komen. Ik was toen voor zaken juist in Petersburg. Opeens dook Leo in mijn hotelkamer op: "Help mij uit de brand, vriend! Ik moet dringend een kleine duizend mooie boeken aanschaffen! Stel alsjeblieft een lijst voor me op." Dat deed ik, met bovenaan het zesentachtigdelige Encyclopedisch woordenboek van Brockhaus en Efron. Voor ik weer vertrok ging ik Leo gedag zeggen. Van de voordeur nam hij me in triomf rechtstreeks, zonder me zelfs mijn jas te laten uitdoen, mee naar zijn werkkamer. O schrik!.. De gouden ruggen van Brockhaus en Efron waren onze kersverse miljonair kennelijk zo goed bevallen dat hij het hele Encyclopedisch woordenboek meteen maar vier keer had gekocht. De lange wand van zijn enorme werkkamer schitterde van het goud. De miljonair was verrukt.'
(pp. 43-44)

Enkele delen van een protserige editie van
Энциклопедический словарь Брокгауза и Ефрона;
Entsiklopeditsjeski slovar Brokgaoeza i Jefrona


Je leest wel vaker dat iemand alle exemplaren van een bepaald boek probeert te kopen - Johan Polak schijnt nogal wat exemplaren te hebben verzameld van Leopolds Cheops - maar dat iemand een naslagwerk in veelvoud aankoopt om een wand te decoreren is toch zeldzaam. Er zijn genoeg verschillende naslagwerken om ellenlange planken mee te vullen.

1 opmerking:

  1. De volledige bibliotheek van Johan Polak zal helaas wel geheel onduidelijk blijven: van “Cheops” werd slechts 1 exemplaar aangeboden op een van de meest chaotische veilingen die ik ooit heb meegemaakt: die bij Beijers te Utrecht van 11-13 mei 1993, maar nadien bleek Polak inderdaad over meer exemplaren te beschikken die inde decennia daarna nog opdoken. Op de veilingdagen zelf bleken bijvoorbeeld ineens veel meer exemplaren van Couperus' bibliofiele en gesigneerde exemplaren van “De ode” te orden aangeboden dan de 3 die in de catalogus stonden (ook al bechikte hij zeker niet over de 6 à 7 verschillende varianten van die uitgave). Vraag blijft wel of Polak inderdaad zo veel exemplaren had; in ieder geval lijkt het er niet op dat hij beschikte over de drie bekende varianten: de arabisch en romeins genummerde exemplaren in volperkament, of de uiterst zeldzame variant in halfperkament. Bovendien had Polak de 'nare' gewoonte (ingenaaide) exemplaren te laten overbinden in leren of perkamenten banden. Dus eerder lijkt Polak een bibliomaan dan een echte bibliofiel, want dat laatste zou een echte bibliofiel toch niet snel doen.

    BeantwoordenVerwijderen