vrijdag 30 augustus 2024

373. Onder ogen: een alfabet uit 1974

Sommige boeken stellen ons voor raadsels. Wat is de titel? Wie is de uitgever? Waar is dit gemaakt? 

Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)
 

Nu ligt op mijn bureau bijvoorbeeld een ABC-boek waarvan de eerste pagina afdrukken van twee grote letters bevat, linksboven een 'A' en rechtsonder een 'Z'. 

Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)
 

De titel zal wel niet ABC maar AZ zijn, van A tot Z dus en dat klopt ook wel, want de pagina's erna hebben allemaal één grote letter gedrukt in zwarte inkt. De eerste 'A' is dezelfde als op de titelpagina en voor de laatste 'Z' geldt dat ook, maar daartussen staan allerlei andere letters. De 'A' en de 'Z' zijn waarschijnlijk metalen letters, de andere houten biljetletters die vroeger voor posters en aankondigingen of reclame werden gebruikt.



Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)

Er zijn overigens meer dan 26 letters in het boek. Van drie klinkers zijn er varianten met een trema, tilde of een corona (å). 

Achterin het boek staat een zin die veel zou kunnen verhelderen:

Gedrukt in het drukhuis door elisabeth groeneveld | 1974

Elisabeth Groeneveld, AZ (1974)
 

Gemaakt in 1974 dus, maar waar? Is dit het Drukhuis in Amsterdam dat toen actief was en waar bijvoorbeeld Frans de Jong werkte? Of is dit het Drukhuis in Oosterbeek dat door Koos van Tol werd bestierd? Waarschijnlijk het eerste; zo te zien begon het Drukhuis in Oosterbeek iets later.

En wie was Elisabeth Groeneveld? Haar naam kan ik behalve met dit ABC-boekje met geen enkel ander drukwerk in verband brengen.

Haar handtekening staat keurig geschreven in potlood en dat is op het eerste gezicht bijna niet te zien, want het hele boek is gedrukt op blauw papier, wat in die tijd redelijk uitzonderlijk was. Het is helaas aan het verkleuren vanaf de randen naar binnen, maar toch is het een goedgemaakt, eenvoudig boekje in een half linnen band met marmerpapier op de platten. 

Intussen geeft het boekje ook een klein overzicht van de houten en metalen initialen uit de collectie van het Drukhuis. 

dinsdag 27 augustus 2024

372. Gelezen: een alfabetisch dagboek

Naar aanleiding van een artikel in The New Yorker bestelde ik Alphabetical Diaries van Sheila Heti, uitgegeven door Fitzcarraldo Editions in 2024.

Het is natuurlijk niet zo dat je greep krijgt op je leven door het verslag erover alfabetisch te ordenen, of, als het daarom gaat, chronologisch, systematisch of ingericht naar geur of kleur.

Sheila Heti, Alphabetical diaries (2024)

Dat is wel het thema van dit boek: ordening. De keuze voor een alfabetische volgorde van zinnen uit het dagboek is een poging om de chronologie en de wetmatigheid van menselijke relaties te bevestigen of misschien juist te weerleggen. Vrijheid is een leidende factor in dit boek.

Maar elke willekeurigheid is geredigeerd door de auteur en daardoor ontstaat een verhaal.

Geen enkele overgang is meer te vertrouwen.

It will be a book for the future. It will be as calculated and controlled as the last book was instinctual and out of control. It will be as separate from my actual life as the last book was indivisible from it. (pagina 84)

Verandering is de sleutel, zegt Heti;

Only the artists change your soul - that's the only thing they change - but the souls change everything else. (pagina 109)

Maar intussen behandelen de dagboekaantekeningen de voorbijkomende minnaars en die worden geanalyseerd:

This is probably because this morning I was lying in bed, feeling such a rage toward him, feeling like men always want to steal my soul and take things from me and put me in a situation, and I was telling myself this, I was imagining hitting and punching him. (pagina 144)

Soms herinnert het personage zichzelf eraan dat 'there was so much I could never have felt with him, any real intellectual or emotional depth, and how exhausting it could be' (pagina 120), en dat elke relatie ervoor diende om te tonen hoe onafhankelijk zij ervan kon zijn, voornamelijk van het idee om van een enkele minnaar afhankelijk te zijn.

Ordening en discipline hebben met elkaar te maken.

She said that I have to train my mind; I don't have a bad mind, she saiid, but it does go in all sorts of ways, is undisciplined. (pagina 125)

De dagboeken bevatten bevelen waaraan de auteur zou moeten voldoen:

Stop trying to pretend you are someone you are not. (pagina 128).

Andere regels lijken bezweringen, beloftes of geloftes:

The more I enjoy music, the more I want sex. (pagina 133).

Sheila Heti, Alphabetical diaries (2024)


Het lezen van dagboekfragmenten die niet chronologisch, maar alfabetisch zijn gerangschikt, en vervolgens zijn geredigeerd, zonder te weten hoe, maakt dat je elke zin wantrouwt. Niet zozeer vanwege de volgorde, maar eerder vanwege de gaten in het patroon, de plotselinge overgangen van de ene minnaar naar de andere (Lars, Vig en anderen) en de tijd die verstreken is zonder dat je dat als lezer kunt ervaren. De lezer zelf is steeds zoekende en je kunt hele pagina's herlezen omdat je inmiddels vergeten bent wat er was gebeurd - omdat er tegelijk niets en wel degelijk iets gebeurt en wordt verteld.

Op een ingewikkelde manier worden de ervaringen centraal gesteld - ingewikkeld, omdat ze niet van a tot z worden ontvouwd. Het moeten blijven raden naar het hoe en wat is essentieel in dit boek, en dat is het natuurlijk in de realiteit ook.

vrijdag 23 augustus 2024

371. Onder ogen: De Engelbewaarder

De katholieke dichter Gabriël Smit schreef voor twee vrienden een gedicht bij hun koperen huwelijk. Voor zover bekend was er tot nu geen exemplaar in een bibliotheekcollectie bewaard. Onlangs kocht ik het voor de KB. Het gedicht heet De engelbewaarder. Op het omslag een verwijzing naar het tweetal met de letters VVS: P.J. van Vogelpoel en H.L. [Van Vogelpoel] Schmitz.

Gabriël Smit, De engelbewaarder (1942): omslag

Zoals wel vaker tijdens de Tweede Wereldoorlog, weten we niet wie het boek van zestien pagina's gedrukt heeft, maar er is wel zorg aan besteed. De tekst is gezet uit de Gravure en gedrukt op papier met het watermerk van Van Gelder, al zit dat dan op de kop.

Gabriël Smit, De engelbewaarder (1942): watermerk

 

Het colofon vermeldt geen details over druk en papier, maar blijft dicht bij de gelegenheid:

Op den dag van hun 12½-jarig | huwelijk | aangeboden door | den dichter || en || [naam niet ingevuld] || Utrecht | 13 - 2 - 1942[.]

Gabriël Smit, De engelbewaarder (1942):
pagina's 7 (begin gedicht) en 12 ('drukbericht')


Het is een katholiek gedicht dat er geen twijfel over laat bestaan dat een engelbewaarder het tweetal zal vergezellen totdat zij uiteindelijk met de engel samen 'licht-omtogen' zullen zingen 'in eeuwigheid'. Helemaal zou dat niet gaan lukken, want de engelbewaarder heeft niet kunnen verhoeden dat hun enige zoon op 27-jarige leeftijd zou overlijden.

Petrus Johannes van Vogelpoel (geboren 1900) was de zoon van een metselaar en werd journalist-redacteur. Zijn echtgenote was Hendrika Ludovica Schmitz (1899-1968), dochter van een steendrukker. Tussen 1924 en 1934 was hij redacteur van het katholieke dagblad Ons Noorden, maar op 4 april 1934 werd in die krant medegedeeld dat hij zich in Groningen zou vestigen 'in den handel'. Welke handel werd niet verteld, maar op 12 april verscheen een advertentie die dat verduidelijkte.

Advertentie in Ons Noorden , 12 april 1934

Hij had een zaak geopend aan het Nieuwekerkhof 9-1: de Handels-onderneming "Nobel" deed in koffie, thee en cacao en gezien de opmaak van de advertentie was het de bedoeling om heel veel koffie, thee en cacao te verkopen. Of dat gelukt is, weet ik niet (ik heb de advertentie alleen aangetroffen in kranten van april 1934). Uiteindelijk keerde hij terug naar de journalistiek. In mei 1945 stond hij bij de waarnemende redactie van het Utrechtsch Katholiek Dagblad vermeld, aanvankelijk als redacteur "binnenland", later als redacteur "binnenland en opmaak". In Utrecht had hij waarschijnlijk kennis gemaakt met Gabriël Smit.

Hoewel ik zijn sterfdatum nog niet heb achterhaald, weet ik wel dat hij in 1980 nog leefde. Als 79-jarige was hij toen de oudste  deelnemer aan een reünie van journalisten in Groningen (Nieuwsblad van het Noorden, 19 september 1980).



vrijdag 16 augustus 2024

370. Onder ogen: Als (miniatuur)

Op tafel kwam vandaag een envelop, gevouwen van een oude atlaskaart - ik herkende namen uit Bulgarije, Roemenië en Rusland - en uit die envelop kwamen drie miniatuurboeken van de Linje Pers van Anne de Boer-Olsen.

Een daarvan bevat een twee-regelig gedicht van Jesse Luth met als titel: Als...

Jesse Luth, Als... (Linje Pers, 2024)

Het boekje is 22 mm hoog en 40 mm breed. De pagina's zijn 18 mm hoog. Om dat te drukken met loden letters op een pers is natuurlijk priegelwerk, maar de Linje Pers heeft natuurlijk geen pagina's van 18 mm hoog bedrukt. Door slim vouw- en plakwerk is het boekje gemaakt van een strook papier van bijna 14,5 cm bij 7 cm en dat is al een stuk beter handelbaar - even aangenomen dat er niet gewoon op een groter vel is gedrukt waarvan deze strook is afgesneden.


Jesse Luth, Als... (Linje Pers, 2024)
De tekst gaat over vergeten:

als ik mezelf vergeten ben
wil jij me dan onthouden! 

De tekst is aangevuld met zes verschillende ornamenten waarvan er drie tweemaal zijn afgedrukt.

Hoeveel verzamelaars van miniatuurboeken er in Nederland rondlopen, is mij niet bekend, het zullen er geen honderden zijn, maar internationaal en vooral in Amerika zijn er verzamelaars die soms hun hele collectie in gedrukte catalogi vastleggen.

vrijdag 9 augustus 2024

369. Onder ogen: Dat was dat: de Werkschuit

Bij de aanwinsten van de KB krijg ik boeken onder ogen die me verrassen (of niet natuurlijk) en ik zal de komende tijd aandacht besteden aan zulke oudere en nieuwere uitgaven die elk hun eigen geschiedenis tonen.  

Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
omslag


 

Dat was dat heet dit klein-formaat boek - het meet 11,8 bij 7,1 cm. Het is gemaakt door Henk van Faassen. Feitelijk is het een voortbrengsel van onderwijsvernieuwingen die na de Tweede Wereldoorlog zowel kunstzinnige vorming als taalonderwijs nieuwe impulsen moesten geven. Daaruit komen bijvoorbeeld in 1950 De Werkschuit voort, die in de Amstel tegenover Carré lag, terwijl er ook een Stichting Drukpers op School actief werd en vanaf halverwege de jaren zeventig de Taaldrukwerkplaats. Taalonderwijs vond daar bijvoorbeeld plaats door kinderen hun teksten te laten drukken op een drukpers. 

Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
titelpagina

 
Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
beeld en tekst

Er was kennelijk sporadisch contact met de Stichting Drukwerk in de Marge, want in de tweede Bibliografie van de stichting (1977) is een andere uitgave vermeld: J.H. van Faassen, Communikatie, kommunikatie, kommunikasie (1974), een uitgave van I.G.G. (I.V.K.O. Grafisch Genootschap), tegenwoordig de Montessori kunstvakschool.

Johan Hendrik (Henk) van Faassen werd in Amsterdam geboren in 1931 (hij overleed in 2022). Hij werd opgeleid aan de Kunstnijverheidsschool (voorloper van de Gerrit Rietveld Academie) en werd via zijn leraar Piet Klaasse betrokken bij de Werkschuit. Hij gaf cursussen, onder andere in houtsnijkunst en werkte als grafisch kunstenaar en illustrator. Ook tekende hij in de jaren vijftig enkele stripverhalen. Nadat De Werkschuit was opgehouden te bestaan, ordende Van Faassen de archieven die werden overgedragen aan het Stadsarchief van Amsterdam.

Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
losgeraakt fragment uit atlas

Dat was dat past bij die educatieve aanpak van de drukkunst. Het heeft iets amateuristisch omdat het een beetje scheef is afgesneden, de lijm verdroogd is waardoor de pagina's loslaten en ook sommige ingeplakte illustraties deels bruin zijn geworden. 

Maar het getuigt vooral van veel plezier in het bedenken van zo'n boekje, het spelen met letters en cijfers, teksten en plaatjes, het afwisselen van officiële taal en taalgrapjes, het gebruik van verschillende andere boeken zoals een atlas of het telefoonboek - er is bijvoorbeeld een kaartje van Devon en een stuk van een kolom met namen en telefoonnummers waarover het woord 'hallo' gedrukt is in blauw.

Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
met fragment uit telefoonboek

 
Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
typografisch spel

Achterop is - dwars - een ophanghaakje geplakt, met de opdracht: 'Om dit prenteboek lang goed te houden; elke nacht aan dit haakje hangen!'

Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
achteromslag
 

Dat gaat de KB anders aanpakken. Dat dan weer wel. Want het is een leuk idee, maar in deze staat zouden de volgende ochtend de meeste pagina's op de grond gedwarreld zijn. 

Henk van Faassen,
Dat was dat (1972):
colofon