maandag 19 mei 2014

17. Hoeveel colofons kan een boek verdragen?

Het colofon is voor bibliofiele uitgaven nogal eens een overvolle grabbelton, waarin vermeld wordt hoe en waar, door wie en waarom de tekst is geschreven, gezet, geïllustreerd, gedrukt, genummerd, gebonden en verspreid. Een voorbeeld van zo'n soort colofon is dat van Gerrit Komrij's tekst De bibliofiel, in 1980 gepubliceerd door uitgeverij Bébert in Rotterdam.

Ik heb de - vier! - exemplaren van de Koninklijke Bibliotheek er maar eens bijgehaald om te kijken hoe het ook al weer zat, nadat ik bij antiquariaat Holthuis in Den Haag twee afwijkende exemplaren te zien kreeg.
Gerrit Komrij, De bibliofiel (1980): luxe editie en nuldruk (boven),
proefexemplaren van nuldruk en 'min-één'-oplage (onder)
Dit wordt een bibliografische bijdrage, ik waarschuw maar even.

Het colofon van De bibliofiel ['Colophon'] vermeldt de volgende elementen:

Titel: De bibliofiel
Auteur: Gerrit Komrij
Productiemoment: zomer 1980
Opdrachtgever: Uitgeverij Bébert, Rotterdam
Zetwijze: machinaal
Lettertype en corpsgrootte: Bodoni 8 punts
Zetterij: Gebr. Vreezen, Rotterdam
Drukkerij: Baars en Morel BV., Rotterdam
Drukpers: Heidelberger degelpers uit 1954
Papier: 120 grams Cleopatra omslagpapier
Papierleverancier: Bührmann-Ubbens Papier BV., Zutphen
Illustrator: Arie van Geest
Illustratietechniek: Ets
Drukker van de illustratie: Jeroen van Westen
Boekbinderij: Handboekbinderij Joppe, Rotterdam
Oplage: 90 door de auteur genummerde en gesigneerde exemplaren, genummerd  10-99 (10-29 hors commerce)
Luxe oplage: hors commerce, romeins genummerd I-IX
Materiaal luxe band: slangenleer
Bijlage luxe oplage: handgeschreven kwatrijn door Gerrit Komrij én tweede etsje van Arie van Geest

Vervolgens vertelt het colofon dat er 'buiten de oplage' nog 'twee drukken' bestaan, een mindruk en een nuldruk. Dit zijn afgekeurde oplagen, maar ze worden 'bij wijze van curiositeit' ook gesigneerd en geletterd en in leer gebonden (zonder etsje). Van beide afgekeurde oplagen bestaan 26 exemplaren, geletterd 'min één A-Z' en 'nul A-Z'.

De KB heeft nummer 57 en 95, maar geen luxe exemplaar; wel is van beide afgekeurde oplagen een exemplaar aanwezig.

Die afgekeurde oplagen zijn in de bibliografie van het Letterkundig Museum (nu beschikbaar via DBNL) destijds niet apart beschreven en de colofons daarvan worden erin genegeerd. Beide drukken hebben een los toegevoegd 'Colophon', dat dezelfde tekst bevat als het gewone colofon, maar toch is het anders, want hier is de tekst niet over twee pagina's verdeeld, maar op één strook papier gedrukt, dus onder elkaar. (In de KB-exemplaren zijn ze achterin ingeplakt, maar ze horen dus eigenlijk los te zijn).
Los colofon 
Behalve dat losse colofon hebben beide drukken nog een eigen colofon en daarin zijn sommige details verrassend anders (ik som hieronder alleen de verschillen op).
Colofon 'min-één'-oplage
Het colofon in exemplaar 'min één H' zegt:
Zetwijze: met de hand gezet
Lettertype: Bodoni
Zetterij: Hermanus Mes Zn., Rotterdam
DrukkerijHermanus Mes Zn., Rotterdam
Papier: 110 grams Printing Paper
Papierfabrikant: The Wookey Hole Paper Mill, Engeland (speciaal voor deze editie geschept)

Andere zetter, ander papier, andere drukker.
Colofon 'nul'-oplage
Het colofon van exemplaar 'nul H' beweert:

Zetwijze: met de hand gezet
Lettertype: Bodoni 8 punts
Zetterij: Ganje, Rotterdam
Drukkerij: Ganje, Rotterdam
Papier: 130 grams handgeschept Fabriano-Roma Michelangelo 103
Papierleverancier: Artel, Haarlem

Weer een andere zetter, ander papier, andere drukker.

Grootste verschillen in het zetsel tussen deze twee oplagen zijn dat op de titelpagina de auteursnaam en de titel dichter bij elkaar staan ('min één'-oplage) en dat op pagina vijf, waar alleen de titel staat, in de 'min één'-oplage ook het paginanummer staat. Het zetsel van de pagina's is uiteraard ook verschillend, want de tekst is tussendoor geheel opnieuw gezet.
Auteursnaam en titel op titelpagina van 'min één'-oplage
Auteursnaam en titel op titelpagina van 'nul'-oplage
Auteursnaam en titel op titelpagina van gewone oplage
De uitgave van De bibliofiel heeft dus vier colofons: het gewone colofon, het langgerekte colofon, en twee colofons van de afgekeurde oplagen. Die laatste twee geven inzicht in de ontstaansgeschiedenis van de uitgave. Uitgeverij Bébert is twee keer van drukker veranderd en heeft na twee keer handzetsel besloten op machinezetsel over te gaan. Ook is besloten de tekst niet te laten zetten en drukken door dezelfde firma.

Alle oplagen werden in zwart leer gebonden, behalve de luxe die in paars slangenleer werden uitgevoerd. Maar het kan nog gekker, want van de twee afgekeurde oplagen bestaan ook nog echt afgekeurde en dus niet geletterde en gesigneerde exemplaren en daarvan is er minstens één in rood en één in wit leer gebonden, maar die bandjes zijn niet in goud bestempeld met titel, auteurs- en uitgeversnaam.

Het resultaat blijft een wat ongelukkig boekje, met een zetspiegel ter breedte van een krantenkolom. Dat herinnert ons eraan dat de tekst eerder was verschenen in NRC Handelsblad, op 3 januari 1979

Maar de bekende en fraaie tekst van Komrij maakt veel goed. Komrij legt in dit stuk zijn bibliofiele aard op het hakblok. Hij bekent niet een exquise verzamelaar te zijn, maar 'een veelvraat, een slokop, een ordinaire opstapelaar' van alles wat boek is. En aan het slot prijkt zijn vaak geciteerde  uitspraak: 

'Hij leest nooit eens een boek. Want lezen houdt naar af van kopen!' 

Toch, de bibliofiel doet er goed aan in elk geval het colofon te lezen. Zo komt hij te weten welke verborgen oplagen of edities er zijn, die hij nog niet bezit. Want die moet hij dan ook hebben! En ja, bij dit boekje moet je dus vier exemplaren kopen... Minstens.

1 opmerking:

  1. Gauw even gekeken wat ik zelf ook al weer heb staan.... Ah! Exemplaar nr. 62.

    BeantwoordenVerwijderen