maandag 8 mei 2023

344. Fictieve bezoekers van de KB (9)

De dichter Martinus Nijhoff kon, als hij wilde, redelijk vals uit de hoek komen. Toen in 1934 de nieuwste roman van het echtpaar C. en M. Scharten-Antink verscheen, De gave gulden, schreef hij in een kritiek:

C. en M. Scharten-Antink, De gave gulden
(1938: derde druk)

Gisteravond heb ik 'De gave gulden', het laatste boek van de Schartens gelezen. Ik las het in de trein, tussen Culemborg, waar ik woon, en Groningen, waar ik de Kerstdagen bij mijn vader ging doorbrengen. Bij Utrecht was Bets, de hoofdfiguur van dit boek, gescheiden van haar man, Huub, een dokter te Rotterdam. Bij Amersfoort ontmoette zij, tijdens een reisje naar Meran, een lettré, genaamd Huug. Bij Harderwijk was Huug van zijn vrouw, Sophie, gescheiden en met Bets hertrouwd. Bets was 45 en zeer bemiddeld, Huug had geen cent. Bets onderhield de ex-familie van haar tweede man, ten nadele van haar eigen zoon uit haar eerste huwelijk met Huub. Behalve uit Sophie bestond die ex-familie uit drie stuurloze kinderen, waarvan de oudste, een Larens schilder, Hans, getrouwd was met Olga, een fascinerende Russin. Bij Zwolle bedroog Huug Bets met Olga, dus met zijn eigen schoondochter. Hans en Olga gingen scheiden en Hans hertrouwde met een zekere Miep. Bij Meppel waren Miep en Hans weer gescheiden, want Hans 'was' weer met Olga. Huug is met hangende pootjes weer bij Bets teruggekomen, bij Bets, 'de gave gulden' zoals men haar is gaan noemen. Zij heeft alles gefinancierd, zij is blut. 

Vooral de stijl van het echtpaar, meer nog dan het idiote verhaal, ergerde Nijhoff. Als hij het noorden van Nederland bereikt, denkt hij:

Bets, Huub, Huug, Sophie, Hans, Olga, Frits en Marie, en hoe ze verder heten mogen, waren als een klein ashoopje van verstrengelde overblijfselen bijgezet in de voorvaderlijke hunebedden, wier gebied de trein thans doorkliefde. [...] De mensen zijn as, dacht ik, daar hebben de schrijvers gelijk in. Maar zij hebben ongelijk van hun boek een urn te maken.

Maar of Nijhoff nu gelijk had of niet, de Scharten-Antinks hadden genoeg 'volgers': in 1938 verscheen al de derde druk en toen waren er bijna 6.000 exemplaren verkocht.

C. en M. Scharten-Antink, De gave gulden
(1938: derde druk,pp. 192-193)

Een van de hoofdpersonen in het boek, Huug, heeft een affaire gehad met Olga die vervolgens zwanger raakt en - nu ja, de complicaties zijn die van een soapserie. Aangezien Huug een journalist is, vat hij het plan op om zijn liefde voor Olga om te zetten in een 'stuk proza' dat alleen maar middeleeuwen uitwasemt. Om zijn vocabulair bij te spijkeren, leent hij boeken bij de KB:

Huug daarentegen werkte.... Zijn sublieme en poignante liefde voor Olga wilde hij omzetten in een rijk en edel stuk proza. Hij schreef een middeleeuwsch verhaal, waarin heel veel over huiven en wijlen, bliauten en fulpen wambuizen voorkwam. Hij vroeg boeken over costuumkunde en middeleeuwsch huisraad uit de Koninklijke Bibliotheek ter leen. Maar ten slotte snuffelde hij vooral in Warhold van Adriaan van Oordt.
[C. en M. Scharten-Antink, 'De gave gulden', in De Gids, 98 (1934), pp. 233-270 (hierin p. 255).]

Warhold was een roman uit 1906, geschreven door Adriaan van Oordt (1865-1910). Die kon hij dus gerust overschrijven.

Ironisch, om een journalist/schrijver ten tonele te voeren die niet eens een poging wil doen om origineel te zijn.

Overigens was kostuumkunde een van de gebieden waarop de KB zich tijdens het interbellum in specialiseerde omdat geen enkele universiteitsbibliotheek dit onderwerp serieus verzamelde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten