donderdag 14 februari 2019

233. Codex 2019 (6)

Op donderdag na Codex - nu een week geleden dus - woonde ik een vergadering bij over een catalogus bij een tentoonstelling die najaar 2020 door Stanford University wordt georganiseerd in samenwerking met de Codex Foundation. De bedoeling nu is dat ik daarvoor de inleiding zal schrijven, maar ook een tiental stukken over kunstenaarsboeken. De andere stukken worden geschreven door curatoren uit Amerika (Ruth Rogers, Mark Dimunation, Betty Bright, Marcia Reed), Duitsland (Stefan Soltek, Viola Hildebrandt-Schat) en Frankrijk (Marie Minssieux-Chamonard). Ik fungeer ook als een soort eindredacteur van het project, samen met Peter Koch.





Mark Dimunation, Susan Filter (boven)
en Peter Koch, Marcia Reed en Carolee Campbell (onder)
Na de vergadering kon ik me bij een door San Francisco crossend gezelschap voegen dat verschillende instellingen bezocht die donderdag en vrijdag. Zij waren inmiddels aangekomen in het restaurant van museum Legion of Honor, waar we de Reva and David Logan Collection of Illustrated Books bezochten.

Stephen Woodall toont boeken uit de collectie Logan

Tristan Tzara, La Rose et le chien (1958)
Een van de zeldzame uitgaven die we te zien kregen was Tristan Tzara's La Rose et le chien (1958), een oneindig gedicht dat functioneert door een draaischijf en dat werd uitgegeven door Pierre-André Benoit in Alès in een oplage van 22 exemplaren. De Logan-collectie bevat bijvoorbeeld ook zestien van de 21 uitgaven van Iliazd.


D. Huot, Mon passe-tems dédié à moi-même (ca. 1813)
Uit de overige collecties van het museum werd een uniek boek in handschrift getoond door de conservator Stephen Woodall. Het gaat om een commonplace book, een boek vol citaten en korte fragmenten, allemaal met de hand geschreven en geïllustreerd, maar zodanig dat de teksten gedrukt lijken te zijn en de afbeeldingen gegraveerd. Dat zijn ze niet, maar het effect is bedrieglijk. Waarom hij dit boek maakte is onduidelijk en van de auteur, D. Huot, die zich tegenover de titelpagina heeft afgebeeld, is weinig bekend. Het boek heeft een nogal ironische titel, Mon passe-tems dédié à moi-même. Het is rond 1811-1813 gemaakt. De titel betekent iets als: 'Mijn leven, opgedragen aan mijzelf'.

Na lange tijd het ene na het andere topstuk bekeken te hebben brachten we een bezoek aan het restauratieatelier dat vermaard is om de innovatieve methodes om museumstukken te restaureren. 

Legion of Honor: conservation room
Net na sluitingstijd liepen we het gebouw uit, op weg naar een diner bij Mary Austin en Brewster Kahle, een van hun befaamde donderdagavonddiners waar de gasten niet alleen meehelpen de maaltijd te bereiden, maar ook tijdens het eten allemaal één vraag (of twee vragen) beantwoorden met verhalen, zodat alle 14 gasten een heleboel geheel verschillende  en verrassende verhalen horen. 

De avond was speciaal, omdat de avondjes onderwerp van een film zijn geworden. Tijdens het eten en praten werd dus ook gefilmd, en naderhand, terwijl Robbin Ami Silverberg en ik in de keuken even stonden te praten (over andere dingen) kwam de filmer nog even een interview afnemen. Wij hebben van alles gezegd in de wetenschap dat deze opnamen vast uit de film zouden worden geknipt. Geen enkel risico uiteraard.

Veronica Schaepers - ik zat naast haar en wij moesten als laatsten ons verhaal doen tijdens de maaltijd - en ik reden samen terug naar Berkeley. Zij is een van de belangrijkste makers van kunstenaarsboeken ter wereld en inspirerend (heel bescheiden maar beslist) gezelschap.

Zo was het de hele dag een schakelen tussen kijken, herkennen, vertellen en luisteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten