vrijdag 10 april 2020

272. Lezen in de trein: over treinbibliotheken toen

Als de eerste treinen gaan rijden in de negentiende eeuw, gaan ook de eerste lezers mee en voor die lezers komen speciale voorzieningen.

In 1849, bijvoorbeeld, werd op het station van de 'Great Western' in Londen, Paddington Station, een boekerij aangelegd, waar iedere reiziger tegen betaling van een stuiver toegang kreeg. Het lezen vond dus plaats terwijl er werd gewacht op de aankomst of het vertrek van een trein (zo meldde de Nieuwe Rotterdamsche Courant op 12 februari 1849). Kranten en tijdschriften lagen ook klaar voor de aanstaande reiziger.


Paddington Station in Victoriaanse tijden
In 1876 klaagde een treinreiziger erover dat zij/hij gedurende de reis van Montreal naar Philadelphia steeds weer werd lastiggevallen met ongevraagde diensten. Zo was er de 'booksboy' (boekenjongen) die je in de trein wilde voorzien van leesvoer. Een zekere L.C. (een Nederlander) merkte dat op tijdens een reis door Canada waarover zij/hij verslag deed voor het Algemeen Handelsblad. In de 'drawing-room-car' van de trein kon je op draaiende stoelen plaatsnemen om tijdens de reis het landschap in je op te nemen. Maar rustig was het er niet:

Als ge er het minst aan denkt, wordt u een groot boek op den schoot geworpen, door de booksboy, het knechtje, dat de reizende bibliotheek, welke op iederen trein is, beheert, of ge wordt al sporende lastig gevallen door jongens die fruit en zoetigheden te koop aan bieden. Voortdurend wordt u iets anders onder den neus geduwd; nooit rust.
(L.C., Uit den vreemde, Algemeen Handelsblad, 26 juli 1876, zie Delpher). 

De Amerikaanse treinen werden van allerlei gemakken voorzien. Zo werd in 1888 gemeld (Het Nieuws van den Dag, 11 januari 1888) dat de trein die vanuit New York langs de Hudson naar Chicago reed een apotheek was ingericht:

Er zijn in dien trein natuurlijk ook slaap- en salonwagens, alsmede een bibliotheek, een badwagon, een keuken, een speelsalon enz.

Natuurlijk!


Treinongeluk Ohio, 1905
Toen een van die treinen in 1905 ontspoorde werd nogmaals de prijs van zo'n trein genoemd - honderdtwintigduizend gulden - en gemeld welke nu tot schroot waren gereduceerde wagens onderdeel uitmaakten van de trein. Ze hadden

badkamers voor zoet- en voor zeewater, een barbierssalon en een bibliotheek, terwijl tot het personeel ook behoorden een paar stenografen, wien de passagiers brieven konden dicteeren.
(De Telegraaf, 26 juni 1905)


Thomas Edison, veertien jaar oud
Intussen droegen die bibliotheken aan boord van treinen bij aan de volksontwikkeling. Niemand minder dan uitvinder Thomas Edison kwam zo op elfjarige leeftijd in aanraking met een boek over Isaac Newton:

Hij begon met kranten te venten op straat. Daar dit baantje van krantenjongen echter weinig winstgevend was, kreeg hij van de Spoorweg-Maatschappij van den Grand Trunk Railroad machtiging tot verkoop van kranten, boeken, tijdschriften, bonbons en en vruchten in den trein tusschen Port-Huron en Detroit. Hij gebruikte den leegen tijd tot lezen, dien hem zijn kleine handel overliet, een handel, waarmee hij tien tot twaalf gulden per dag maakte. En onder de boeken die hij leende uit de circuleerende bibliotheek van den trein, kwam hem op een goeden dag in handen de "Stellingen van Newton". Dit boek was zijn wetenschappelijke inleiding.
(Rotterdamsch Nieuwsblad, 4 maart 1911)

De Siberische treinen van St Petersburg naar Tomsk deden rond 1900 voor de Amerikaanse niet onder en beschikten over piano's en:

electrische verlichting, de trein bevat verder een restauratiewagen, een bibliotheek en een badkamer.
(Venloosch Weekblad, 9 april 1898)

Hier missen we een apotheek, maar er waren wel 'gymnastiektoestellen' aan boord; de reis ging zes dagen en nachten onafgebroken door. Maar Nederlandse treinen hadden niet een speciale bibliotheekwagon - de reizen duurden natuurlijk aanmerkelijk korter.

De Amerikaanse luxe treinen werden ook steeds kostbaarder ingericht met tapijten, spiegels, sofa's en speciale ruimten voor toiletten, rookruimtes, kaartspellen, en er kwam 'een leesafdeeling met bibliotheek en lessenaar' (Nieuwe Vlaardingsche Courant, 29 juni 1898). Zulke berichten verschenen in verschillende kranten en werden als luxe eigenaardigheden aangeprezen.



Het Volk, 19 april 1908
Intussen konden Nederlandse reizigers op stations boeken kopen om tijdens de reis te lezen. Er verscheen bijvoorbeeld een speciale reeks, 'De Blauwe Bibliotheek voor Trein-Lectuur', uitgegeven door De Wereldbibliotheek, toen nog de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur.

Treinlectuur werd meegenomen en soms achtergelaten. In 1913 noteerde een schrijver in de Delftsche Courant (31 juli) 'een ter-lezing-liggend tijdschrift van de "trein-bibliotheek"' gevonden te hebben.
De bibliotheek in de trein zou zich nog even verder ontwikkelen richting propaganda-instrument. De Rus Kalinin bijvoorbeeld had een eigen trein ter beschikking. Hij reisde als vrederechter rond en had al rijdend binnen handbereik 'een bioscoop, een drukkerij en een bibliotheek'. (Limburger Koerier, 15 september 1921). In de jaren dertig zette Rusland ook een propagandavliegtuig in, maar dat is een ander verhaal.

Terug naar waar ik deze zoektocht naar rijdende bibliotheken mee begon. In 1903 berichtte het Algemeen Handelsblad (15 juli 1903) dat in Denemarken bibliotheken in treinen werden ingericht en voor het eerst lezen we dan wat voor boeken daarin circuleerden.


Algemeen Handelsblad, 15 juli 1903
Het waren zogeheten 'volksbibliotheken' die naar Zweeds voorbeeld werden ingericht voor de laagste standen van de maatschappij die in de goedkope derde klasse reisden. Ze mochten hun tijd natuurlijk niet verlummelen en moesten zich verheffen, iets nuttigs leren, en niet suffen of moe uit het raam staren na een lange dag werken. Nuttige en onderhoudende boeken kregen ze voorgeschoteld. In Zweden kregen de arme zielen zelfs poëzie te verstouwen. Heerlijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten